SAFARI (Jack Janssen)

Knuffeltoerisme naar wilde dieren

  • Datum 12-01-2011
  • Auteur
  • Gerelateerde Films Safari [Jack Janssen]
  • Regie
    Jack Janssen
    Te zien vanaf
    01-01-2001
    Land
    Nederland
  • Deel dit artikel

Hoezo leuke olifanten?

Als kind zag Jack Janssen de smalfilmpjes die zijn vader in de jaren vijftig in Kenia had gemaakt. Veertig jaar later ging hij op zoek naar de wereld ‘achter de beelden’. Het resultaat is de documentaire Safari. Janssen is een illusie armer.

Ergens op de wereld moet een aards paradijs liggen. Iedereen is er gelukkig omdat de beschaving er nog niet heeft toegeslagen. Conflicten komen er niet voor, want iedereen leeft er met elkaar en de natuur in harmonie. Natuurlijk weten we dat de Hof van Eden niet bestaat, maar toch doen touroperators goede zaken met het romantische verlangen: wildreizen naar Afrika, avontuurlijke woestijntochten, bezoeken aan primitieve stammen — geen plek op de wereld is veilig voor de zucht naar een ongerept leven.
Bij Jack Janssen werd dit verlangen als achtjarige gevoed door de ‘Afrikafilmpjes’ van zijn vader, die in de jaren vijftig in Kenia werkte, maar toen zijn vrouw zwanger was van Jack, terugkeerde naar Nederland. In de filmpjes draven olifanten, liggen leeuwen op de loer en voeren de Masai hun rituelen uit. De beelden suggereren een verplichtingsloze wereld: je doodt een leeuw als je honger hebt, je slaapt als je je moe voelt en je danst als je zin hebt om te dansen. "Dat filmdoek was de plek waar ik wilde zijn", zegt Janssen in de documentaire Safari, waarin hij verslag doet van zijn reis naar Kenia. Tussen het verlangen en de daad zaten vier decennia.

Souvenirverkopers
De confrontatie tussen het romantische verlangen naar een ongerept leven en de nuchtere werkelijkheid is het belangrijkste onderwerp van Safari. Het levert amusante beelden op van blanke toeristen die zich in busjes, videocamera’s op scherp, door het Amboseli Park, een van Kenia’s wildparken, laten rijden. Het knuffeltoerisme naar de ‘wilde dieren’ vindt zijn geëxalteerde hoogtepunt in een vrouw die met betraande ogen opmerkt dat als olifanten en leeuwen uitsterven wij niets meer hebben "om onze innerlijke natuur aan te spiegelen". We zullen dan voor eeuwig als "verloren zielen" ronddwalen. O ja? Kunnen we "onze innerlijke natuur" — wat is dat trouwens? — niet aan schapen of koeien spiegelen?
De Masai begrijpen niets van de heiligverklaring van hun dieren. Rare jongens die blanken: komen helemaal uit Europa om hun dieren te bekijken en betalen er ook nog voor. Hoezo leuke olifanten? Als je akkers niet beveiligt met stroomdraden, vreten ze de hele oogst op. En leeuwen hebben gevaarlijke tanden, zoals blijkt uit de littekens op het been van een door een leeuw aangevallen Masai. Een ander mist een been nadat een neushoorn zich er met zijn volle gewicht op stortte.
In Safari, waarvoor Joost van Gelder prachtig camerawerk leverde, komt meer aan bod dan de cultuurclash tussen westerlingen en de Masai. De film toont ook de veranderingen in de wereld van de Masai. Ouderen blikken nostalgisch terug op vroeger, toen je "pas goed kon slapen als je een leeuw had gedood". Tegenwoordig willen kinderen piloot worden in plaats van krijger. Het einde laat zien dat de toekomst van de nomadenstam er somber uitziet: het volk van krijgers verandert in een volk van souvenirverkopers. Janssen keert gedesillusioneerd terug naar Nederland: "De plek waar de beelden vandaan komen, is verdwenen." De belangrijkste vraag laat Janssen liggen: heeft die plek ooit bestaan?

Jos van der Burg