S21, LA MACHINE DE MORT KHMER ROUGE

Een duivelse machine

S21: In ieder mens schuilt een beest

S21, la machine de mort Khmer Rouge is een onthutsende document dat een grote aanslag doet op het incasseringsvermogen van de kijker.

Hoe verbeeld je het onvoorstelbare? De overwinning van de Rode Khmer in Cambodja was het begin van een dictatuur die tussen 1975 en 1979 aan naar schatting twee miljoen Cambodjanen het leven kostte. In de documentaire S21, la machine de mort Khmer Rouge laat de nu in Frankrijk werkende Cambodjaanse filmmaker Rithy Panh zien wat er gebeurde in Tuol Sleng, het beruchte martelcentrum van de Rode Khmer in Phnom Penh, waar volgens een vaststaand protocol onzinnige verklaringen uit de zogenaamde vijanden van de revolutie werden geperst. Zelfs het koesteren van verliefde gevoelens voor een meisje was verboden.
S21 ging dit jaar in Cannes in première, nadat het aanvankelijk de openingsfilm van het Amnesty-festival in Amsterdam zou zijn. In het internationale festivalcircuit heeft Panh — ook de maker van La terre des âmes errantes, over de arbeiders die voor een hongerloontje een moderne telecomkabel dwars door Cambodja leggen — inmiddels al diverse prijzen in ontvangst mogen nemen. Daarbuiten is dit onthutsende document dat een grote aanslag op het incasseringsvermogen van de kijker doet nog weinig te zien geweest.

Vernietigen
Rithy Panh vond voormalige beulen en enkele van de weinige overlevenden bereid elkaar te ontmoeten in de nu verlaten cellenblokken van Tuol Sleng. Alles werd nauwkeurig vastgelegd in eindeloze lijsten van namen en doodsoorzaken, vaak in voortreffelijk schoonschrift. Voor de camera lezen de slachtoffers van toen bladzijde na bladzijde van de afgedwongen, doorgaans verzonnen bekentenissen, en zien weer de namen van bekenden die ze in hun wanhoop aangaven om van de martelingen verlost te zijn. In stille verbijstering zoeken ze tussen de talloze foto’s naar een bekend gezicht.
Een van de bewakers vertelt hoe hij eens een medische cursus kreeg om de verzwakte gevangenen op te kunnen lappen, zodat ze nog langer geslagen konden worden. Pas wanneer de voorgeschreven hoeveelheid informatie was verkregen werden ze afgemaakt. Tijdens een van deze moeizame ontmoetingen merkt een overlevende op dat de daders daarvoor het woord ‘vernietigen’ gebruiken. "Als je ‘vermoorden’ zou zeggen zou dat tenminste nog iets menselijks hebben gehad."
De abstractie van twee miljoen doden probeert Panh concreet te maken door zich te concentreren op het detail. In S21 geen politieke analyse of andere beschouwingen die de kijker de kans zouden geven een afstandelijke houding in te nemen. Ook de mogelijke berechting van de slachtoffers — wat momenteel in Cambodja speelt — of het feit dat Tuol Sleng nu een museum is, worden niet of nauwelijks aangestipt. Panh vermijdt daarnaast alles wat zou kunnen duiden op effectbejag in deze sobere maar nauwkeurig gecomponeerde, en waarschijnlijk juist daardoor zo indrukwekkende getuigenisfilm die in veel opzichten doet denken aan Claude Lanzmanns Shoah.

Perverse uitvergroting
Een belangrijk verschil is dat Panh ook de daders er bij betrokken heeft. Opmerkelijk openhartig doen ze verslag van hun wandaden. De spaarzame woorden van berouw blijven ingestudeerd klinken, al is er wel iemand die toegeeft zijn gevoelens uit te schakelen omdat het anders niet te verdragen zou zijn. Het meest verbijsterend zijn de ‘heropvoeringen’, een bizarre pantomime waarin de voormalige bewakers nadoen hoe ze de gevangenen treiterden. Moeiteloos glijden ze weer in die vroegere rol, die ze (meestal) speelden om hun eigen executie te voorkomen.
Uit deze reconstructie van Panh komt het onderdrukkingssysteem van de Rode Khmer inderdaad naar voren als een duivelse machine. Een perverse uitvergroting van de psychologische rollenspellen en experimenten waarmee in de jaren zestig al werd aangetoond dat in ieder mens een beest schuilt. En hoedt u voor totalitaire systemen met gevoel voor administratie.

Leo Bankersen