Rushmore

Mafkees in stom pak

Max Fischer (Jason Schwartzman) lijdt aan grootheidswaan

Texanen Wes Anderson en Owen Wilson debuteerden enige jaren terug met de intens flauwe komedie Bottle Rocket over drie losers die het tevergeefs tot zware crimineel proberen te schoppen. In hun tweede grote speelfilm Rushmore bewijzen de jonge filmmakers dat ze ook af en toe uit een iets serieuzer vaatje kunnen tappen. Wat niet wegneemt dat Rushmore wederom de nodige melige momenten kent.

Rushmore Academy is zo’n pretentieuze, op Engelse leest geschoeide kostschool waar het vrijwel altijd herfst lijkt te zijn. Temidden van de rijkeluiszoontjes die de school bevolken is Max Fischer een vreemde eend in de bijt, met zijn zwarte hoornen bril en slechtzittende college-outfit. Max is van eenvoudige komaf, maar hij doet zich voor als de briljante zoon van briljante ouders. In zijn onstuitbare pogingen om uit te blinken richt hij allerlei schoolclubs op, hoewel hij in feite nergens echt goed in is, behalve in het bedenken van grootse plannen.

Zijn gewone schoolprestaties laten veel te wensen over en hij dreigt van Rushmore te worden verwijderd. In plaats van zijn schoolcarrière te redden wordt hij hopeloos verliefd op een schooljuf, die hij met de financiële hulp van de rijke, maar zielsongelukkige Mr. Blume probeert in te palmen. Als Blume ook verliefd wordt op ‘zijn’ schooljuf bindt Max de strijd met hem aan.

Absurd inferno
Door zijn ontzettende gestuntel in de liefde en zijn ontembare drang om ergens de beste in te zijn is Max Fischer eigenlijk de Amerikaanse versie van Adrian Mole. Maar waar de gênante dagboekontboezemingen van de Engelse puber Mole vaak tot hilarische situaties leiden, blijft Max Fischer net iets teveel een mafkees in een stom pak.

Heel af en toe weten regisseur Wes Andersons en coscenarist Owen Wilson iets van de Mole-waanzin te benaderen, vooral als ze inzoomen op Max’ grootheidswaan. Max zet een aantal pretentieus geënsceneerde toneelstukken op de planken, waaronder een toneelversie van Serpico. Het mooist is de setting van zijn Vietnam-drama, waarin levensechte helikopters landen, bommen ontploffen, en een jungle wordt veranderd in een absurd inferno.

Toch is het niet alleen absurdisme en lolligheid wat de klok slaat. Waar Bottle Rocket ernstig leed onder een doelloze plot en alomtegenwoordige meligheid, heeft Anderson ditmaal geprobeerd het gestuntel van hun hoofdpersonen in te bedden in wat complexere karakters, die ook hun donkere kant kennen. Bill Murray is indrukwekkend als de trieste rijkaard Blume, die compleet verdwaald is in het leven. Mooi is de scène waarin hij tijdens het verjaardagsfeest van zijn zonen met een fles whiskey en een brandende sigaret van de duikplank springt, om zich daarna gehurkt op de bodem van het zwembad te verschuilen voor zijn mislukte leven. Scènes als deze laten zien dat Wes Anderson meer in zijn mars heeft dan alleen flauwe grappen. Dat wordt nog eens onderstreept door de mooie, tijdloze vormgeving en de aanstekelijke soundtrack die bol staat van de Engelse sixties-muziek.


Rectificatie 6/10/2020: In de oorspronkelijke versie van deze recensie werd onterecht gerefereerd naar ‘de broers Wes en Owen Anderson’, in plaats van Wes Anderson en Owen Wilson.