RUNDSKOP

Gekloot zeit ge altijd

  • Datum 28-04-2011
  • Auteur
  • Gerelateerde Films RUNDSKOP
  • Regie
    Michaël R. Roskam
    Te zien vanaf
    01-01-2011
    Land
    België
  • Deel dit artikel

Een misdaadplot rond hormonendeals in de Limburgse veehouderij is de achtergrond voor een broeierige karakterstudie in Michaël R. Roskams Vlaamse hype rundskop.

Bij veehouderij Van Marsenille worden de runderen al generaties lang met hormonen opgepompt, en ook zoon Jacky zelf slikt gulzig steroïden uit zijn goedgevulde koelkast. "Gekloot zeit ge altijd", zo vat Jacky (Matthias Schoenaerts) zijn wereldbeeld samen in een korte voice-over aan het begin van rundskop. Zijn woordkeus is saillant: rundskop draait namelijk, de hoofdgerichte titel ten spijt, vooral om kloten.
En dan voornamelijk de kloten van Jacky, die ze nodig heeft om de Vlaamse hormonenmaffia het hoofd te bieden. Die dient zich via een louche veearts (Frank Lammers, met vlekkeloos Vlaams-Limburgs accent) en Jacky’s jeugdvriend Diederik (Jeroen Perceval) op zijn boerderij aan in de vorm van zwarthandelaar De Kuyper (Sam Louwyck). Dat plotje is losjes gebaseerd op de moord op ‘hormonenjager’ Karel van Noppen in 1995. Maar gaandeweg duikt regisseur Michaël R. Roskam meer en meer in het hoofd van de gesloten, zwijgzame Jacky. Een langgerekte flashback in het hart van de film zet het personage in een nieuw licht, en verschuift de intentie definitief van het misdaadverhaal naar de broeierige, impressionistische karakterstudie die de film eigenlijk is.

Sneer
"Het is fijn om eens in een, eeehm, goede film te spelen", antwoorde Frank Lammers op de vraag hoe het was om in een Vlaamse film te staan, tijdens de Nederlandse première van rundskop op het International Film Festival Breda. De niet-zo-subtiele sneer naar de Nederlandse filmwereld is niet helemaal eerlijk: rundskop kreeg ook geld van het Nederlands Fonds voor de Film — anders had Lammers er waarschijnlijk überhaupt niet in gezeten.
Maar toch: de vraag dringt zich weer eens op waarom dit soort films in Nederland niet echt gemaakt wordt, zeker aangezien ook Koen Mortiers 22 mei dezelfde week in première gaat. Beide films zijn duistere karakterstudies die hun wortels hebben in de actualiteit, maar zonder schroom en met verve de extreme stilering opzoeken. ‘Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg’ is bij de Vlamingen ver te zoeken, en dat werpt zijn vruchten af. 22 mei durft daarbij zwarter, mismoediger en doelgerichter te zijn en is daardoor de betere film; Roskam schiet zichzelf in de voet met iets teveel bijkarakters en verhaallijntjes, met als dieptepunt twee Luikse garagisten die voor een komische noot moeten zorgen, maar te ver buiten de film noir-toon van de rest van de film vallen.
Roskam levert niettemin een overdonderend speelfilmdebuut af. Net als in zijn kortfilm carlo toont hij een ingeleefde schets van het Limburgse plattelandsleven (Roskam is zelf afkomstig uit de streek) en geeft hij en passent wat subtiele speldenprikken naar de Belgische taaltwisten. Maar het grootste succes van rundskop is de centrale rol van Schoenaerts, voor wie de film wel eens een internationale doorbraak zou kunnen betekenen.

Joost Broeren