ROCK’N ROLL JUNKIE

De vier verslavingen van Herman Brood

  • Datum 11-01-2011
  • Auteur
  • Gerelateerde Films ROCK’N ROLL JUNKIE
  • Regie
    Eugène van den Bosch, Frenk van der Sterre, Ton van der Lee, Jan Eilander, Rogier van der Ploeg
    Te zien vanaf
    01-01-1994
    Land
    Nederland
  • Deel dit artikel

Mick Jagger schijnt tegenwoordig iedere morgen kilometers te joggen en Keith Richards schijnt verzot te zijn op verse sinaasappelsap. Twee ex-verslaafden. De kans dat we Herman Brood ooit in joggingpak zullen tegenkomen is zo goed als nul. Seks, drugs en rock ’n roll beheersen inmiddels enige decennia zijn leven en zullen dat waarschijnlijk blijven doen tot hij er bij neervalt. De documentaire Rock ’n roll junkie schetst een portret van een man bij wie mythe en werkelijkheid niet meer zijn te scheiden.

"Rock ’n roll junkie is een monument voor Nederlands grootste en invloedrijkste rockfenomeen Herman Brood", lezen we in de persinformatie. Het is het soort tekst dat gewoonlijk over doden wordt uitgesproken en dat doet vermoeden dat de film ons een modern heiligenleven zal voorzetten. Gelukkig is dat niet het geval. Brood is niet dood en de film is geen hagiografie. Vooral het eerste verbaast. Vijftien jaar een dagelijks rantsoen van twee gram speed (volgens deskundigen een zware dosis), aangevuld met een flinke hoeveelheid sterke drank hebben weliswaar hun sporen nagelaten — Brood wordt een oude man — maar hebben het bereiken van een 47-jarige leeftijd niet verhinderd. Hoe die dat gefikst heeft? Brood, zoals altijd gewapend met veel junkie-ironie: "Je moet waakzaam zijn. Als ik voel dat het gif de overhand neemt, moet ik dimmen." Dimmen? "Dan hou ik een korte pauze en eet sinaasappels en drink melk." Hoe lang die pauze duurt? "Nee, niet een paar dagen, een paar uur."
Met dit soort teksten bouwde Brood in het verleden zijn reputatie op van vrolijke drugs-diehard. Als geen ander — alleen Jules Deelder komt misschien in de buurt — wist hij daarmee de media te bespelen. Vooral voor de roddelpers was Broods levenswijze gefundeness Fressen. Zijn drie verslavingen — seks, drugs en rock ’n roll — stonden altijd garant voor een vettig verhaal. Achter alle deze media-exposure school Broods vierde verslaving: zijn obsessieve hang naar aandacht. "Het liefst zou ik de hele dag gefilmd worden", laat hij zich in Rock ’n roll junkie ontvallen.

Schuldgevoel
De vier makers van Rock ’n roll junkie, Frenk van der Sterre, Ton van der Lee, Eugène van den Bosch en Jan Eilander, vonden in Broods handige omgang met de media hun grootste obstakel. Brood is er altijd op belust om te voldoen aan het imago dat hij van zichzelf heeft gecreëerd. Hij weet welk kunstje de media van hem verlangen en dat geeft hij ze ook. Maar de makers van Rock ’n roll junkie waren daarin niet geïnteresseerd; zij wilden een realistisch beeld schetsen van zijn leven en werk. Daartoe volgden zij Brood een jaarlang.
Brood regisseerde flink mee aan zijn eigen beeldvorming door de makers te bellen als hij meende dat hij een aardig item voor de film had: een bezoekje aan de kermis met zijn dochtertje Lola ("Ik zou het liefst altijd mijn dochter bij mij houden", sentimenteelt hij), het beschilderen van een aantal danseressen, een wandeling langs een gevangenis. Allemaal leuke onderwerpjes. Een slimme Brood: "Nee, natuurlijk belde ik niet als in de put zat."
Als de film alleen uit dergelijke door Brood geëntameerde scènes had bestaan, dan was hij niet boven het niveau van een soort ‘showtime met Herman Brood’ uitgestegen. Dat de film meer is geworden, is niet te danken aan Brood, maar aan een aantal personen dat nauw bij zijn leven betrokken is of was. Uit interviews met zijn moeder, manager, ex-bandleden en ex-vriendinnen borrelt een beeld omhoog van een zeer egocentrische en impulsieve man die bij voorkeur elke verantwoordelijkheid voor zijn eigen daden uit de weg gaat. Bandleden kunnen van de ene dag op de andere worden ontslagen en vriendinnen moeten er vooral geen eigen mening op nahouden. Of Brood zich wel eens schuldig voelt over het "spoor van vernieling" (zijn woorden) dat hij her en der heeft aangericht? "Ik kan mij niet permitteren een schuldgevoel mee te slepen." Brood houdt het graag gemakkelijk.

Monogamie
Geeft Rock ’n roll junkie een welkome aanvulling op het mediabeeld van Brood, toch laat de film ook kansen liggen. We krijgen bijvoorbeeld niets te horen over de recente, kortstondige breuk in de anderhalf decennia lange samenwerking tussen Brood en zijn manager. Wat dreef de twee uit elkaar? Wilden zij daarover niet praten? Ook onthoudt de film de kijker soms informatie die Brood prachtig typeert en die wel vermeld staat in de persinformatie. Zo bevat de film een scène waarin Brood jaren zeventig heldin Nina — ‘unbeschreiblich weiblich’ — Hagen bezoekt. De onaangekondigde, voor de film in elkaar gezette, visite leidt tot zichtbare ongemakkelijkheid bij de overvallen Hagen en ook Brood weet zich nauwelijks een houding te geven. Wat we niet te horen krijgen, is dat Brood al snel zei even naar de wc te gaan, waarna hij niet meer terugkeerde. Drie uur later trof de crew hem aan op het vliegveld. Ook missen wij een interview met Broods nieuwste vriendin, een liefde die volgens Brood zijn seksuele leven danig heeft veranderd: "Grof gezegd van hoerenloper naar monogamie." Horen we daar zijn ex-vriendinnen schateren?

We zouden het bijna vergeten, maar Brood is in de eerste plaats muzikant. Daarin ligt zijn kracht, met name in zijn stuwende, ritmische pianogebeuk, en niet in zijn schilderwerk, dat de tijd niet zal overleven. De film wisselt fragmenten van twee recente optredens af met vroegere, zoals vastgelegd in Herbert Curiëls Cha cha uit 1979. En ook al haalt Brood in zijn nieuwe werk niet meer het niveau van klassiekers als Saterday night, Doreen, Still believe, Dope sucks en Love you like I love myself, nog steeds is te horen waarom hij een unieke plaats in de Nederlandse popwereld inneemt.
Daarom verdiende hij een betere en vooral een orginelere film dan Rock ’n roll junkie, want die maakt volstrekt niet duidelijk waarom hij in de bioscoop moet worden gezien. De vormgeving is traditioneel — afwisselend een praatje en een plaatje — en er vallen weing specifiek filmische elementen te ontdekken. Uiteraard krijgt Brood het laatste woord: "Ik heb bewezen dat ik het niet op de juiste wijze kan volbrengen." Natuurlijk grijnst hij erbij.

Jos van der Burg