Pola X

Ademloze hellevaart

Pola X

Léos Carax’ Pola X zag ik alweer bijna een jaar geleden op het Filmfestival Rotterdam en in mijn hoofd verdringen herinneringen aan de film elkaar om te vertellen waar hij over gaat.

Over het donkergroene bos bijvoorbeeld waar de zwarte nacht je meesleept in een draaikolk van geuren en geluiden, waar takken zo hoog in de hemel rijken dat ze de maan verduisteren en je van het pad afdwaalt. Uit die duisternis wordt een jonge vrouw geboren die de held van de film, de welgestelde Pierre die uit een rijk van licht komt, aanspreekt op zijn diepst verborgen angst en verlangen om in het leven te verzinken. Een leven dat vrij is van uiterlijkheden en onduidelijkheden, verlost van de ambiguïteiten waar het boek Pierre, or the Ambiguities (1852) van Herman Melville—waar Léos Carax zijn film op baseerde—zijn titel aan ontleent.

De film raast even onbezonnen als de succesvolle schrijver Pierre (Guillaume Depardieu) op zijn motor, even roekeloos als hij van het kasteel waar hij met zijn moeder-zuster Catherine Deneuve woont naar het landgoed van zijn verloofde-zuster Lucie (Delphine Chuillot) rijdt om haar het gelukkige nieuws van hun aanstaande huwelijk te vertellen. En hij raast als een motortocht die voorbij de grenzen van licht, geluid en materie verder gaat als Pierre van zijn weg afdwaalt en met zijn zuster-minnares Isabelle (Katerina Golubeva) afdaalt in een Parijse onderwereld. Vrouwen als gratieën, vrouwen als furies, vrouwen als zusters die hem begeleiden, verleiden en afleiden.

De kracht van Pola X ligt in z’n suggestie, in de vragen die hij onbeantwoord laat (en dat zijn er vele), in z’n pompeuze zwaktes, in z’n compromisloze atmosfeer van twijfel en wanhoop, in de rijkdom van associaties en aanknopingspunten die hij biedt. Het is typisch zo’n film die je als toeschouwer pas in je hoofd kunt voltooien en die steeds een beetje anders wordt naarmate de tijd verstrijkt. Naarmate je ook eens op een verlaten industrieterrein bent verdwaald, of in een nachtmerrie van bloed, kots en stront ontwaakt of hebt liefgehad zonder woorden.

Pola X garandeert geen instant bevrediging of risicoloze identificatie. Het is eerder een ademloze hellevaart, die zich parallel aan die van de hoofdpersonen afspeelt. Het is een van die films waarvan ik moet zeggen dat hij over mij gaat, zonder helemaal te kunnen doorgronden waarom. Over dat deel van mij dat vroeger vuurtjes stookte op de modderige oever van een riviertje in de Betuwe, regenachtig Wales doorkruiste, soms zo hard moet lachen dat ik even op de grond wil liggen om de aarde te voelen. Die rare mix van weemoed en zwelglust die Pola X oproept is hopeloos romantisch en herkenbaar. Maar sfeerschilder Carax levert ook een verwarrend statement af over een generatie die elke generatie weer zingt ‘I hope I die before I get old‘ en die om zich heen duizenden oorlogen ziet vechten, zonder precies te weten welke strijd de zijne is.