PART TIME GOD

Paul Cohen: Een romantisch gevoel van eenheid

  • Datum 07-01-2011
  • Auteur
  • Gerelateerde Films PART TIME GOD
  • Regie
    Paul Cohen
    Te zien vanaf
    01-01-1992
    Land
    Nederland
  • Deel dit artikel

"Ik denk dat je door je eigen vrije wil je leven kan sturen in de oceaan van het toeval." Part Time God van Paul Cohen is een film over de schijnbare tegenstelling tussen vrije wil en toeval en tevens een aangrijpend portret van een aantal individuen. Een documentaire over de samenhang in een ogenschijnlijk willekeurige wereld en een verzameling filosofische bespiegelingen in de vorm van een soort interactief computerprogramma. Of zoals de maker het zegt: "Een film over het gevoel dat je hebt als je op een heldere nacht naar de hemel kijkt."

Part Time God ging onder veel belangstelling in première tijdens het laatste International Documentary Filmfestival Amsterdam. Het is de eerste lange documentaire van Paul Cohen (1957). Eerder maakte hij korte films over onder andere de bevolking van Groenland, de Zoetrope Studios van Francis Ford Coppola en de Nederlandse componist Klaas de Vries. Hij studeerde in 1982 af aan de Filmacademie met de documentaire The hamburger theory, een ‘visie op de westerse cultuur, door middel van een choreografie voor een camera en negen tv-monitoren’.
Part Time God kent op het eerste gezicht een veelheid aan thema’s en onderwerpen, ogenschijnlijk willekeurig wordt van het ene naar het andere verhaal gesneden. Van een vrouw met borstkanker leidt de maker ons naar een eendenfokker in Suriname, van de bioloog Richard Dawkins die beweert dat ons hele leven gedetermineerd is gaan we naar een jongen die vertelt over zijn liefdesverdriet. Hoe kwam Cohen op het idee deze uiteenlopende zaken in één film te behandelen? "Het eerste idee voor de film, het was meer een impuls, een soort gevoel, had ik toen ik een man in de Apollolaan zag lopen. Die man liep op een bepaalde grappige manier, hij maakte me nieuwsgierig. Wat zijn mensen toch raar, dacht ik. Nu ging het natuurlijk niet om die man, maar om een groter gevoel: in welke verhouding staat deze man tot de rest van het universum. Hoe moet je de wereld beschouwen? De laatste paar eeuwen is de westerse wetenschap reductionistisch geweest. Alles wordt ontleed in kleine elementen. Aan de hand daarvan probeer je een begrip van de wereld te krijgen. Aan de andere kant heb je het holisme. Daar wordt het geheel beschouwd als bepalend. Voor mij zijn het twee kanten van dezelfde medaille. Net zoals er in het leven complementaire zienswijzen zijn. Voor mij sluit het een het ander niet uit. De synthese tussen die twee gedachten kan erg vruchtbaar zijn. Toen ik een boek over quantummechanica had gelezen zag ik in dat er een grens is aan de materie. Ik ging me afvragen: wat is die grens en wat is dan het geestelijke. Dat zijn vragen die de meesten van ons zichzelf vroeg of laat wel eens stellen. Laat ik eens proberen daar een film over te maken. Laat ik eens proberen een aantal gedachten te koppelen aan poëzie in film. Je zou daar nooit een zinnig boek over kunnen schrijven, maar film is daarvoor heel geschikt. Met beelden kan je op iemands gevoel inwerken en die gedachten aanjagen zonder dat je ze hoeft te bewijzen. Het was vanaf het begin duidelijk dat het geen wetenschappelijke film moest worden. Het is een film — en dat klinkt misschien wat hoogdravend — over gevoelens en de wereld."

"Hoe kan ik zoiets het beste laten zien, het gevoel van eenheid in de wereld? De werktitel van de film was Alles, een soort neiging om alles te willen filmen: een miertje, een auto, een mens, een vliegtuig, een wolk en een boom. Alles hoort bij elkaar. Het is heel romantisch eigenlijk, dat gevoel van eenheid kan je soms hebben als je naar een mooie boom kijkt en denkt: deze boom staat niet alleen. Normaal is een boom gewoon een boom. Maar soms krijg je het gevoel van: Jezus, wat is dit toch iets groots. Een heel puur gevoel is dat. En dat gevoel wilde ik over brengen via de levens van een aantal personen."

Tegenpolen
De twee belangrijkste personen in de film zijn Jersey, een New Yorkse kunstenares die aan borstkanker lijdt en Pepijn, een Nederlandse jongen die na een mislukte liefde zijn verdriet in Frankrijk probeert te verwerken. "Het leuke van deze twee mensen is dat ze totaal verschillend reageren op shockerende ervaringen in het leven. Pepijn heb ik op een moment van stilstand gefilmd. Op een moment van mentale verlamming, hij weet echt niet wat hij moet doen. Toen ik hem filmde zei hij zo weinig voor de camera dat ik dacht: dit is verschrikkelijk, hier heb ik niets aan. Al die stiltes, alhoewel een stilte in film heel mooi kan werken. Maar als er vervolgens nog niks komt… Later begreep ik pas dat het materiaal heel sterk was. Omdat hij niks zegt, zegt hij een hele hoop. Juist zijn zwijgen drukt ontzettend veel uit. Bij Jersey is het precies andersom. Zij kan goed onder woorden brengen waar ze staat in het leven. Waar ze voor vecht en wat haar doel is. Die twee zijn van karakter totaal verschillend. Het zijn twee mooie tegenpolen. Toen we die twee hadden hebben nog wel even gezocht naar een derde persoon met een dergelijk conflict, maar dat was eigenlijk niet meer zo nodig. De andere personen hoefden niet zo conflictueus zijn. Daar kan het meer onder de oppervlakte liggen of daar kan meer een rust van uit gaan. Net zoals je in een schilderij hele primaire kleuren kunt gebruiken naast wat zachtere, rustiger kleuren."

Een van de meest schokkende scènes is die waar Jersey geopereerd wordt. En detail wordt gefilmd hoe haar borst wordt geamputeerd. "Het is een hele zware scène en ik schat dat vijftig procent van de mensen die scène niet kunnen aanzien. Het gekke is dat je tegenwoordig op televisie bij Ria Bremer een zelfde soort snijwerk in lichaamsdelen te zien krijgt, maar meestal is de persoon bij wie dat gebeurt ietsje anoniemer. Ik denk dat de reden dat het voor veel mensen zo aangrijpend is dat je die hoofdpersoon hebt leren kennen. Je weet wiens borst dat is. Doordat je je identificeert is het veel schokkender. De belangrijkste motivatie om het er wel in te zetten was haar geestelijke kracht om die ziekte te overwinnen versus de materie, het lichaam. Een lichaamsdeel wordt geamputeerd, dat geeft voor mij een soort tegenstelling tussen lichaam en geest. Daarom heb ik ook de gesprekken van voor en na de operatie door de operatie heen gemonteerd. Dat was de enige mogelijkheid, anders was het echt banaal geweest. Ik wil de mensen ook confronteren met het shockeffect. Het is niet niks als je borst eraf gehaald wordt. Ik vind zoals het in de film zit hard, zwaar en onherroepelijk. Maar het is niet wreed."

Interactief
Cohen heeft een opvallende en originele vorm gevonden om deze verschillende levensgeschiedenissen te vertellen. Fragmenten van de verschillende verhalen verschijnen in aparte vakjes naast en onder elkaar in beeld. Een anonieme hand kiest één van de vakjes en vervolgens worden we meegenomen naar het volgende verhaalfragment. Dezelfde hand kan ook een bepaald stuk terug of vooruit spoelen, in- en uitzoomen. Zo nu en dan verschijnen onder in beeld een rij hoofden. Wanneer de hand een van die hoofden aanraakt begint het te praten totdat de hand van de ‘part time God’ er weer genoeg van heeft en het pratende hoofd met een tikje tot zwijgen wordt gebracht. Het houdt het midden tussen televisie, een videorecorder en een computerprogramma.
"Het concept was om een raamwerk te maken in de vorm van een zogenaamd interactief systeem. Dat wil zeggen dat je het systeem waar je naar kijkt daadwerkelijk kan besturen en je eigen weg kan bewandelen." Van werkelijke interactiviteit is hier natuurlijk geen sprake, tenslotte is het letterlijk de hand van de maker die de keuzes maakt. "Ja, dat is waar. De hand lijkt het allemaal te besturen waarbij je regelmatig afvraagt welke kant de hand nu weer op zal gaan. Dat heb je als publiek dan maar te accepteren. Als regisseur moet ik er voor zorgen dat waar die hand naar toe gaat interessant genoeg is om naar te kijken. Zo hoop ik het publiek tevreden te stellen."
"Het zijn simultane beelden, je ziet tegelijk verschillende beelden. Het is een soort polyfone film. Daar zijn we steeds meer aan gewend geraakt de laatste tien jaar. Je ziet het steeds vaker op tv. Dat simultane geeft de indruk van een soort verband dat heel anders is dan in conventionele montage. Als je werkt met simultaan multiscreen dan wordt het verband veel ruimtelijker. Omdat je beide beelden tegelijk kan blijven zien werkt het anders in de tijd. De gedachtenassociaties krijgen een andere impuls, je blijft tegelijk naar die beelden kijken waardoor je meer de tijd hebt het verband tussen die beelden te onderzoeken. Dat is het grote verschil."

Een briljante vondst is de rij hoofden die zo nu en dan onder in beeld verschijnt. Deze pratende hoofden leveren als het ware commentaar op wat er in de rest van de film gebeurt. "Het grappige vind ik dat je puur hoofden ziet. Daar staan ze ook voor, het zijn geleerde, filosofisch ontwikkelde mensen. Heel cerebraal. Dus ik laat alleen maar het hoofdje zien. Het zijn metaforen voor het denkend deel van ons mensen. Ik druk daar mee uit dat het denken ook niet alles is want als ze lang genoeg gepraat hebben worden ze weer weggetikt en dan gaan we weer door met het echte leven. Ze geven een soort ironisch commentaar. Ze hebben wat te melden over de oorzakelijke verbanden in het leven. Maar op het grote scherm zie je ondertussen de chaos doorgaan en de pogingen om structuur in de chaos aan te brengen. Net zoals men zijn eigen leven probeert vorm te geven."
"Ik heb weleens het gevoel dat veel mensen verstrikt raken in het denken. Dat is een heel klassiek probleem. Het conflict tussen denken en voelen. Maar soms kom je er met het denken niet uit. We kunnen van alles onderzoeken maar de werkelijke reden waarom iemand dit overkomt en iemand anders niet, daar heeft de wetenschap geen antwoord op. Met het weten alleen kom je er niet achter waarom dingen gebeuren. Daarvoor is de wereld gewoon te ingewikkeld."

Jeroen van Bergeijk