Museum Hours

We moeten de wereld in. Ga je mee?

  • Datum 04-07-2013
  • Auteur
  • Gerelateerde Films Museum Hours
  • Regie
    Jem Cohen
    Te zien vanaf
    01-01-2012
    Land
    Oostenrijk/Verenigde Staten
  • Deel dit artikel

Bruegel leeft in de Weense straten in Museum Hours: een ontmoeting tussen twee vreemdelingen, tussen kunst en het leven, liefde en dood, politiek en poëzie die deze zomer te zien is in het Previously Unreleased-programma van EYE.

Door Dana Linssen

Zouden schilderijen ’s nachts ook slapen? Of komen als de laatste bezoekers verdwenen zijn hun beelden tot leven in de lege museumzalen, en misschien wel ver daarbuiten? Hoe ziet de wereld eruit als er niemand is om ernaar te kijken? Bestaat hij dan nog wel?
Een mogelijk antwoord op die vragen wordt opgeroepen in de film Black Mirror at the National Gallery (2011) die deze zomer te zien is in het kader van een grote Mark Lewis-tentoonstelling in het Van Abbe Museum in Eindhoven. In Black Mirror beweegt een enorme zwarte spiegel op een motion-control-machine door een zaal met Hollandse en Vlaamse landschappen in de Londense National Gallery na sluitingstijd. Het is een spookachtig onaards wezen met een spiegel als oog, dat niet ziet maar laat zien. Aan het einde van het filmpje ontmoet de spiegel een ander oog. Dat van de camera dat hem, bevestigd op eenzelfde apparaat, al die tijd gevolgd en geobserveerd heeft.
Een vergelijkbare ontmoeting tussen kunst en kijken vindt plaats in Jem Cohens Museum Hours, het hoogtepunt van het Previously Unreleased-zomerprogramma in EYE. Museum Hours is een film over ontmoetingen. Tussen kunst en het leven, tussen het camera-oog en het menselijke oog, tussen schilderijen die terugkijken en beelden die buiten de museummuren leven. De film kijkt naar mensen en naar kunst en naar mensen die naar kunst kijken. Maar de belangrijkste ontmoeting is die tussen suppoost Johann die zijn dagen doorbrengt in de Bruegel-zaal van het Kunsthistorisches Museum in Wenen, en Anne, een Canadese vrouw die de oceaan is overgestoken om een verre verwante bij te staan tijdens haar laatste dagen.
Er ontstaat een bijzondere vriendschap, een onuitgesproken Wahlverwandtschaft tussen beiden, een niet-seksuele maar diep gevoelde band, even luchtigjes benoemd door Johann die in de voice-over tijdens de film veel van zijn gedachten met ons deelt: "Waarom beroert de ene mens ons en de andere niet?" Er is geen antwoord, geen ratio, maar dat is geen reden om niet geraakt te worden.

Osmose
Museum Hours is de ontroerendste film die ik ooit heb gezien over die ontmoeting met kunst en de ander. Over de ontmoetingen die door kunst teweeg worden gebracht en de vraag wat kunst voor het leven betekent en zelfs hoe we na de kunst verder moeten leven. We hoeven niet veel te weten over Anne’s motieven om haar nicht in het ziekenhuis te bezoeken, of Johanns redenen om zich over deze eenzame reizigster te ontfermen. Zijn het niet simpelweg voorbeelden van zachtmoedigheid en naastenliefde? Moeten we niet de zieken verzorgen, de hand uitsteken naar de ander, gastvrij zijn en troost bieden? Moeten we niet de stervenden begeleiden, zelfs als ze zich dat niet (meer) bewust zijn, zodat ze niet ongezien verdwijnen? Moeten we ze juist niet helpen om ‘gentle into that good night’ te gaan? Die overwegingen maken de film teder en poëtisch, maar ook politiek op een fundamenteel menselijk niveau.
Museum Hours is daardoor geen museumfilm in traditionele zin. Voor Cohen zijn de museummuren als celwanden waardoor een voortdurende osmotische uitwisseling plaatsvindt tussen kunst en de wereld. Via vogelgeluiden buiten worden we een geschilderde vogelvlucht in getransporteerd. Een karakteristieke kop op een schilderij komt later op straat tot leven.
De keuze voor Bruegel als centraal perspectief is dan ook niet toevallig, hoe toevallig de ontmoeting tussen Cohen en de schilder ook gegroeid mag zijn. Er is een grote verwantschap tussen de zestiende-eeuwse lagelandse schilder en het foto-, film- en videowerk van New Yorker en globetrotter Cohen. Beiden doorbreken de traditionele kijkhiërarchie door de verhouding tussen centrum en periferie in hun werk te verleggen. Essentieel is daarom een nogal confronterende rondleiding van een gastgids halverwege de film die aan een groepje ietwat cynische bezoekers uitlegt hoe op het schilderij De bekering van Paulus (1567) het niet de latere ‘apostel der heidenen’ is die centraal in het beeld staat, maar een klein jongetje achter een boom dat het allemaal aanziet. Het is het scharnierpunt, of de hefboom die de film z’n tweede helft in tilt. Deze manier van naar Bruegel kijken kent een Nederlands bioscooppubliek natuurlijk ook al uit The Mill & the Cross (2011) van Lech Majewski die hier vorig jaar in de filmtheaters gedraaid heeft.

Outsiders
Je zou kunnen zeggen dat in al Jem Cohens films de kijkrichting wordt verplaatst van de dominante ‘powers that be’ naar de leefstijl van outsiders (de documentaires Instrument over de band Fugazi, 1999, en Benjamin Smoke, 2000, over de gelijknamige zanger) en de wereld die zich gewoonlijk aan de rand van het kader afspeelt. In films als Lost Book Found (1996), Chain (2004) en de vele, vele kortfilms die hij het afgelopen decennium maakte, zoomt hij in op veronachtzaamde details die alleen een scherp en geduldig observator kan vinden.
Ook in Museum Hours zijn ze talrijk. Van de verregende strips en boeken op een rommelmarkt, de memorabilia aan de muur van een volkscafé, terug naar de museale artefacten. De film leent ons Bruegels oog. Het is een blik vol mededogen, die niet de kunst tussen de museummuren ontheiligt, noch de visueel verwaarloosde verschoppelingen op straat inkadert en er triviale, gemakkelijke ready mades van wil maken. Want dat zijn de laatste jaren bijna clichébeelden van de moderne stadsfilm geworden. Dat Cohen daaraan kan ontsnappen is deels het mysterie van zijn kunstenaarschap, maar vaker komt het neer op simpele dingen als montage, kader en het kiezen van de juiste afstand en een betrokken perspectief.
Het beste wordt dat verbeeld door een terloops shot van de Stephansdom, midden in de historische stad die op zichzelf ook al een museum is. De kathedraal is wegens bouwwerkzaamheden ingepakt in een enorm, semi-transparant doek waar een afbeelding van de kerk op geprint is. Het is een sleutel tot de gelaagdheid van de film, tot de transformerende werking van kunst, zowel ten aanzien van de het begrijpen van de werkelijkheid als in menselijke relaties. De stad, het museum en het ziekenhuis zijn als transformatorhuisjes. Het leven en de kunst gaan erdoorheen en worden in een andere energie, een andere frequentie omgezet. Dat biedt inzicht, troost en gezelschap.

Erotisch
Vanuit dat oogpunt is het dramaturgisch gezien ook tamelijk briljant dat al snel in het verhaal duidelijk wordt dat er zich tussen Anne en Johann geen traditionele (liefdes)verhouding zal ontspinnen. Het gaat om een ander soort intimiteit, die zelfs erotiserend kan zijn — net zoals kunst dat is, maar zonder van het beeld een afgod of een fetisj te maken. Zo zit er bijvoorbeeld een scène in de film (een knipoog naar een vergelijkbaar moment in Jean Vigo’s À propos de Nice uit 1930) waarin de museumbezoekers zelf in ‘naakten’ veranderen.
Want als Museum Hours een ding niet is, dan is het een zuiver cerebrale film, hoezeer hij ook aanzet tot de opwindende ervaring van het denkend-kijken. Hij is net zo concreet en aards en modderig als de straten, en de materialiteit van de kunst. En dat wordt op talrijke momenten met veel fijnzinnige humor duidelijk. Of het nu in de droge voice-over van Johann is die aan een jongere, idealistische collega terugdenkt die vond dat musea gratis zouden moeten zijn en stillevens als uitstalkasten van decadente rijkdom zag, of in de honderden associaties en beeldrijmen die de film rijk is.
Via al die beelden betoogt en toont de film niet alleen, maar werkt hij op de toeschouwer in. Hij doet wat hij beweert. Met ons. Je gaat met Johann opnieuw kijken naar zijn stad, en dan met diezelfde nieuwe ogen naar je eigen steden. De film biedt door Anne’s aanwezigheid aan het doodsbed van haar nicht troost voor je eigen doden. Daardoor wordt je eigen oog ontvankelijk voor de noden van anderen.
Bruegel leent ons zijn oog. Jem Cohen geeft ons Johann tot gids. De film is een handreiking (en je moet wel heel lomp zijn wil je die niet aannemen). Dan is het aan ons. We moeten de wereld in. Wandelen. Samen met iemand met wie we een luchtig gesprek over onze gedachten heen kunnen voeren. En voldoende stiltes kunnen laten vallen om de rest niet uit te hoeven spreken. Museum Hours gaat namelijk ook over de verhalen die we zelf bij de wereld verzinnen. Bij de voorbijgangers. En terwijl ze zo aan het lopen zijn passeren we misschien ook die gesloten uitdragerij (een beeldschoon stilleven in verval) die we aan het einde van de film voorbij zien komen. Hij is slechts twee uur per week geopend. Vrijdag van 16 tot 18 uur. Zou dat niet een perfect moment zijn om naar de film te gaan? Naar Museum Hours bijvoorbeeld. Binnen of buiten. Ga je mee? Laten we het (tot) leven brengen.

Museum Hours zal op 15 augustus in EYE worden ingeleid door Dana Linssen. Hou filmkrant.nl en eyefilm.nl in de gaten voor precieze details over aanvangstijden | Mark Lewis Pull Focus is nog te zien in het Van Abbe Museum in Eindhoven tot 13 oktober.


Previously Unreleased
Ook deze zomer programmeert EYE weer een reeks opmerkelijke festival­successen die niet eerder in de Nederlandse filmtheaters te zien waren.

The Loneliest Planet
Julia Loktev | Verenigde Staten, 2011 | 113 minuten | vanaf 4 juli
"Julia Loktev bewees zich een krachtig observator met haar vorige film Day Night Day Night (2006), Ook in The Loneliest Planet eisen visuele hints de hoofdrol op, zoals de non-verbale signalen tussen het jonge Amerikaanse stel Alex (Gael García Bernal) en Nica (Hani Furstenberg) en gids Dato, die samen een trektocht door de Kaukasus maken."
(***** Niels Bakker in Filmkrant 354)
op 4 juli een inleiding door Joost Broeren

Twilight Portrait
Angelina Nikonova | Rusland, 2011 | 105 minuten | vanaf 11 juli
Indringend portret van de dwaaltochten van sociaal werkster Marina door de achterkant van Moskou nadat ze door drie politieagenten is verkracht. Geprezen om z’n geraffineerde kritiek op de apathische Russische bureaucratie, controversieel om z’n nietsontziende blik op (seksueel) geweld tegen vrouwen.
op 11 juli een inleiding door Jos van der Burg

Tetro
Francis Ford Coppola | Verenigde Staten, 2009 | 127 minuten | o.v. vanaf 18 juli
In expressionistisch zwart-wit gefilmd, semi-­autobiografisch en surrealistisch  familieportret van de regisseur van The Godfather. Een jonge zeeman zoekt zijn geniale broer Tetro op in Buenos Aires waar de schaduwen die hun vader, een egocentrische dirigent, net als Coppola’s eigen vader, over hun jeugd wierp tot leven komen. "Alles wat je hebt gezien, is bedacht, en tegelijkertijd is het allemaal waar", aldus Coppola.
op 18 juli een inleiding door Dana Linssen

Stateless Things
Kim Kyung-mook | Zuid-Korea, 2011 | 115 minuten | vanaf 1 augustus
Poëtische grotestadsvertelling over de ontmoeting tussen twee jonge homoseksuelen in Seoul stipt meteen de problematiek aan van de vele uit Noord-Korea gevluchte illegalen die in het zuiden in illegaliteit een nieuw bestaan proberen op te bouwen.
op 1 augustus een inleiding door Joost Broeren

Aquí y allá
Antonio Ménedez Esparza | Mexico, 2012 | vanaf 8 augustus
Na jaren in de VS te hebben gewerkt keert Pedro terug naar het Mexicaanse bergdorp waar hij zijn vrouw en dochters achterlaat, maar de vereniging verloopt minder voorspoedig dan gehoopt. Grotendeels plotloos, observerend familiedrama, vol gevoel voor de eindeloze fatalistische spiralen waar mensen in hun leven in gevangen kunnen zitten.
op 8 augustus een inleiding door Ronald Rovers

Diverse films uit het programma gaan na vertoning in EYE toeren langs de filmtheaters. Houd voor data en tijden eyefilm.nl en de sites van uw lokale vertoners in de gaten.