MIDNIGHT IN THE GARDEN OF GOOD AND EVIL

Drag queens en voodoo-aanhangers

Josephine Baker en John Cusack lossen een moord op

In zijn nieuwe film Midnight in the garden of good and evil begeeft Clint Eastwood zich in het precaire schemergebied tussen feit en fictie. De film is gebaseerd op een boek over een waar gebeurd verhaal, maar bevat zoveel rare en sprookjesachtige zijsprongen, dat het ten koste gaat van de geloofwaardigheid van de film zelf.

De relatie tussen fictie en werkelijkheid is in veel films niet meer wat het geweest is. Met de verfilming van het waar gebeurde verhaal uit de gelijknamige bestseller van John Berendt voegt regisseur Clint Eastwood wel een heel bijzondere variant toe aan het verschijnsel. Zo schroomde hij niet om op locaties in Savannah zelf te filmen, de stad waar in werkelijkheid de moord uit het boek plaatsvond. Verder liet hij enkele inwoners uit het rustieke stadje meespelen, waaronder de rechter die bij de echte rechtszaak betrokken was. Ook de travestiet die in de film drag queen Lady Chablis vertolkt, speelt zichzelf en heeft ondertussen in de Verenigde Staten al een zekere media-status verworven.
Het wordt allemaal nog verwarrender wanneer blijkt dat schrijver John Berendt geen moeite heeft gedaan om zijn echt bestaande karakters te romantiseren, omdat de levende voorbeelden zelf volgens hem al een hoog literair gehalte hadden. Het boek van een schrijver die denkt geen personages meer te hoeven creëeren, omdat hij ze in levende lijve ontmoet heeft, wordt verfilmd door een regisseur die geen acteurs meer nodig denkt te hebben, want de betreffende figuren kunnen ook nog eens acteren.

Kennis van kunst
Midnight in the garden of good and evil begint als een veelbelovend verhaal over de ietwat ordinaire roddeljournalist John Kelso (John Cusack) die in de excentrieke wereld van kunstverzamelende miljonairs belandt. Hij dwingt respect af door zijn grote kennis van de kunstgeschiedenis — vader was kunsthandelaar — en sluit vriendschap met de puissant rijke, homoseksuele dandy Jim Williams (Kevin Spacey). Wanneer deze Williams wordt beschuldigd van moord op zijn artistieke minnaar, komt de naïeve Kelso terecht in een wereld van vage levensgenieters, voodoo-aanhangers en travestieten.
Vanaf dat moment zwabbert het verhaal alle kanten op en gaat Kelso als een detective het sprookjesachtige stadje rond op zoek naar aanwijzingen om zijn nieuwe vriend vrij te pleiten. Samen met een soort waarzegster zwerft hij over de plaatselijke begraafplaats en praat hij met de doden. "Want om iets over de levenden te weten te komen moet je met de doden in gesprek gaan", nietwaar. Met Lady Chablis bezoekt hij een soort exclusieve feestavond voor keurige negerstelletjes en danst met haar/hem een uitdagend bedoelde pas de deux. Zijn ontmoeting met de plaatselijke schone Mandy zorgt voor het romantische element in dit stuurloze verhaal. Met de saaie rechtbankscènes aan het eind van de film krijgt het geheel de definitieve anti-climax, waar zelfs het sterke acteren van John Cusack niet meer tegenop kan.

Sneak preview
Doorgaans zie je als recensent een nieuwe film in de rustige en bedaarde omgeving van een perspremière. Samen met een handjevol collega’s, waarbij zo nu een zuchtje, een kuchje of hooguit een onderdrukte lach hoorbaar is. De objectieve beleving van een werk staat voorop en onze oprechte emoties bewaren we toch het liefst voor achter de pc. Midnight in the garden of good and evil zag ik echter tijdens de vaste sneak preview-avond in de Amsterdamse bioscoop Kriterion en geen publiek is zo onbarmhartig als de sneak preview-bezoeker. Het gedrag op zo’n avond heeft iets kinderachtigs en een enkeling zal ook wel aangeschoten zijn, maar filmliefhebbers zijn het over het algemeen wel. Eastwoods melige film hield het, gezien deze extreme omstandigheden of misschien juist daarom, nog redelijk lang vol. Het ontevreden gemurmel tijdens het tweede deel van de film en de lacherige reacties na afloop doen mij echter niet veel goeds vermoeden over het gemiddelde cijfer dat uit de enquete zal komen. Persoonlijk houd ik het op een dikke onvoldoende.

François Stienen