Marvin ou la belle éducation

Isabelle Huppert als rolmodel

Het gemankeerde coming-of-age-melodrama Marvin ou la belle éducation toont de jeugd van een homoseksueel theatertalent op het ‘onontwikkelde’ Franse platteland en diens latere artistieke succes in het mondaine Parijs.

De piepjonge Marvin Bijou (Jules Porier) kijkt tijdens de wekelijkse les schoolzwemmen heimelijk en vol verlangen naar de in het water glinsterende borstkas van een oudere schoolgenoot. Het jochie is zich nog niet volledig bewust van de aanleiding voor zijn spontane sensaties. De lokale pestkop daarentegen wel: in de wandelgangen en op het schoolplein wordt Marvin uitgemaakt voor ‘het flikkertje’. Van zijn familie kan hij evenmin op weinig begrip rekenen: in de beduimelde gezinswoning, gelegen in een dorpje in de Franse Vogezen, wordt homoseksualiteit als ‘onnatuurlijk’ gezien. In deze arbeidersomgeving waar alcohol rijkelijk vloeit en frituren behoort tot de dagelijkse bezigheden, is weinig ruimte voor vrijdenkers, zo wordt gesuggereerd.

Gelukkig geeft de nieuwe schooldirectrice Marvin de ruimte om zich bij een cursus theaterimprovisatie te etaleren als acteertalent. Met verve speelt hij de dagelijkse banale perikelen van zijn alcoholistische vader en lankmoedige moeder na. Deze episode vormt de opmaat naar het volgende hoofdstuk des levens: een studie aan een gerenommeerde theateropleiding in Parijs, waar de theatermaker in spé een stuk schrijft dat is gebaseerd op zijn getroebleerde jeugd. Maar eerst flirt de in armoede opgegroeide protagonist (nu vertolkt door Finnegan Oldfield) nog met een rijkere oude man en de bijbehorende decadente levensstijl. Waarop hij zijn tweede vrouwelijke rolmodel leert kennen: Isabelle Huppert (Huppert speelt Huppert).

Filmmaker Anne Fontaine (Coco avant Chanel) schakelt in haar nieuwe film telkens tussen de jonge Marvin en zijn oudere zelf, die zijn naam uiteindelijk verandert in Martin Clément — dat klinkt chiquer en past beter bij Parijs. De film draait ook om het ontvluchten van je afkomst, of van je klasse. In Parijs discussieert men over het wezenlijke, over Samuel Beckett, terwijl ze in de Vogezen maar wat aanrotzooien.

Fontaine, die het scenario schreef met Pierre Trividic, schroomt niet de verschillen tussen stad en platteland op cartooneske wijze uit te lichten. Dit resulteert in een potsierlijk coming-of-age-melodrama waarin dooddoeners over het opgroeien als homoseksueel niet worden geschuwd.