MARIAN

Petr Václav: Soms was ik bang voor mijn eigen onderwerp

  • Datum 29-09-2010
  • Auteur vanons
  • Gerelateerde Films MARIAN
  • Regie
    Petr Václav
    Te zien vanaf
    01-01-1996
    Land
    Tsjechië/Frankrijk
  • Deel dit artikel

Op de filmschool van Praag koos hij voor de richting documentaire, omdat hij zichzelf te jong voelde voor het maken van speelfilms. Na vier korte documentaires over sociaal-maatschappelijke thema’s en een voorbereidingsperiode van twee jaar vond de jonge Tsjechische regisseur Petr Václav dat hij klaar was voor zijn speelfilmdebuut. Marian is een realistisch en aangrijpend drama over een ontheemde zigeunerjongen die zijn hele leven verblijft in weeshuizen en gevangenissen. De film was eerder dit jaar te zien op het Filmfestival Rotterdam, waar ook de maker zelf aanwezig was.

Petr Václav (foto: André Bakker)

De openingsscène van de film zet meteen de juiste toon. Twee jonge mannen staan naast elkaar in een gevangenisruimte. Op dat moment vraagt een personeelslid naar de naam Kovacs. Beide mannen draaien zich om en voelen zich aangesproken. In de verbaasde blik die ze elkaar toewerpen lijkt een klein teken van herkenning te liggen, maar erg lang duurt de belangstelling niet. Uit de gemonteerde flashback beelden blijkt dat ze, zonder dat ze het zelf weten, broers zijn. Ze hebben elkaar waarschijnlijk zo’n twintig jaar geleden voor het laatst ontmoet. Beide zijn toen weggehaald bij hun moeder en zijn hun leven lang onder de bevoogdende hoede van tuchthuisopvoeders opgegroeid.
Petr Václav (1967) bezocht zelf op zeventienjarige leeftijd voor het eerst een tuchthuis. "Een vriend van me mocht van de communisten niet gaan studeren en hij besloot daarom om buiten Praag te gaan werken. Hij ging in een klein hutje wonen en fietste elke dag zo’n tien kilometer naar een tuchthuis, dat in een oud kasteel gehuisvest was. De kinderen die er woonden waren tussen de tien en zeventien jaar oud. Ik werd daar voor het eerst van mijn leven geconfronteerd met mensen die een totaal andere levensinstelling en manier van denken hadden dan ik. Vooral het bij vlagen wrede gedrag was voor mij erg schokkend om mee te maken."

Biografisch
Václav bezocht in de jaren die volgden talloze weeshuizen en jeugdgevangenissen en tijdens zijn zomervakanties ging hij er ook werken. Het verhaal van Marian is voor een belangrijk deel gebaseerd op het leven van een jonge zigeuner die Václav tijdens het vakantiewerk ontmoette. Hij raakte gefascineerd door deze jongen, die als extreem gewelddadig geregistreerd stond, maar vanwege zijn trotse houding door de medebewoners met de eretitel ‘de Baron’ werd aangesproken. Vlak voordat Václav besloot om zijn levensverhaal te gaan verfilmen, ontsnapte ‘de Baron’ uit de gevangenis en pleegde zelfmoord. Voor Václav betekende het een extra motivatie om het plan voor een film toch door te zetten. Hij koos voor een psychologische benadering, waarin de klassieke vraag naar de vorming van het karakter — aangeboren of aangeleerd — centraal staat.
"Tijdens mijn verblijf in de tehuizen leerde ik hoe belangrijk het is om als kind een normaal gezinsleven te hebben en wat de betekenis van een moeder voor een kind is. Ik ben zelf opgegroeid in een harmonieus gezin en dan is het bijna onmogelijk om je in te leven in de gevoelens van kinderen die dat niet hebben meegemaakt. Ik leerde ook dat we als mens voor een groot deel door de omstandigheden in onze jeugd gevormd worden. Het verklaart waarom heel veel van die jongeren misdadigers worden en in staat zijn om iemand te vermoorden of zelfmoord plegen. Maar toch hebben sommigen van hen zo’n sterk karakter dat ze ongeacht hun negatieve jeugdervaringen toch een goed mens blijven. Volgens de marxistische leer worden mensen alleen door hun omgeving gemaakt, maar dat klopt niet, want je weet nooit hoe iemand zich zal ontwikkelen. Marian is een sterke persoonlijkheid en van nature goed, maar door zijn extreme achtergrond is hij een vreemdeling in zijn eigen leven geworden. Hij kan zich daardoor met niemand identificeren en zijn eigen gevoelens niet uiten."
Voor de rol van de hoofdpersoon en de jongeren in de tehuizen gebruikte Václav uitsluitend jongeren die zelf in dat soort instellingen verbleven. De jongen die Marian als tienjarige speelt ontmoette hij in een weeshuis en de oudere Marian vond hij in een jeugdgevangenis. Voor één van de mooiste scènes in de film bezocht hij zelfs een voortvluchtige jongen op diens onderduikadres, draaide met hem de scène en zag hem daarna nooit meer terug. Met opvallend gemak vertolken de niet-professionele acteurs hun rollen. Het scheelde dat ze grotendeels op hun eigen levens gebaseerd zijn en dat er weinig gesproken wordt. Het meest opvallende is dat er bijna geen gesproken dialoog in de film zit.

Eigen angsten
Marian is het soort film dat je niet in de koude kleren gaat zitten. Het leven in de tuchthuizen is hard, op het meedogenloze af. Onder de jongeren geldt het recht van de sterkste. Ze gaan er regelmatig op uit om kleine diefstallen te plegen in de directe omgeving van het tehuis en een oudere lerares wordt overhoop gestoken omdat ze zo’n diefstal dreigde te ontdekken. De momenten van vriendschap en waardigheid zijn schaars, maar ze zijn door Václav met een subtiel gevoel voor beeldtaal verfilmd.
Al tijdens de schrijffase voelde hij zich vaak ongemakkelijk bij de thematiek van zijn eigen film. Hij schreef het scenario overigens samen met de vriend die hem voor het eerst meenam naar een tehuis en er nu als psychiater werkzaam is. Václav: "Ik heb erg veel over het onderwerp gelezen en het vak psychologie is een van mijn hobbies, maar er waren in het begin momenten dat ik zelfs bang was voor mijn eigen onderwerp. Ik kon er soms ’s nachts niet van slapen en het confronteerde me met mijn eigen existentiële angsten. Als je met zelfmoord en moord te maken hebt is dat niet gemakkelijk. Toen we de scène draaiden waarin Marian zijn lerares tracht te vermoorden, voelde ik me erg slecht. Het werd namelijk opgenomen op een plek waar dergelijke dingen ook in het echt gebeurden. Ik wist dat het een onderdeel van de realiteit was en ik was bang hoe de kinderen er op zouden reageren."
"Tijdens de research-fase heb ik moordenaars ontmoet. Dat waren soms hele jonge kinderen. Ik ben ook gevallen tegengekomen die ik nooit in een film zou kunnen gebruiken, omdat ik ze zelf niet begrijp. Ik kan Marians beweegredenen begrijpen, maar het geval van een zestienjarige jongen die een vrouw vermoordde omdat zij hem een sigaret weigerde, is voor mij onbegrijpelijk. Ik heb twee jaar aan de film gewerkt want er waren momenten dat ik een rustperiode moest inlassen. Soms twijfelde ik zelfs of ik wel door kon gaan, omdat de verantwoordelijkheid me te zwaar viel. Ik twijfelde constant of ik wel in staat was om recht te doen aan het onderwerp".
Toen de opnames al achter de rug waren en de film afgemonteerd was, kon Václav met moeite de ervaringen van zich afzetten. "De scènes in de gevangenis zijn in een grote gevangenis gefilmd die midden in Praag ligt. Nog maanden later dacht ik vaak aan het geluid van de open- en dichtslaande deuren in die gevangenis. Het was een rare exotische ervaring om daar te zijn en te zien hoe mensen daar gewoon leven. In het alledaagse leven sta je er nooit bij stil, maar het idee dat diezelfde mensen die ik toen ontmoet heb, daar nu nog steeds zitten, vind ik erg vreemd en moeilijk te accepteren."

Tsjechische cinema
Václav is een duidelijke exponent van de revival van de filmindustrie van Tsjechië en Slowakije. Niet alleen bieden beide landen door hun gunstige arbeidsomstandigheden een ideale uitwijkmogelijkheid voor buitenlandse produkties —- ook enkele Nederlandse films werden er gedeeltelijk opgenomen — maar ook de eigen filmprodukties baarden recentelijke nogal wat opzien. Hoogtepunt was zondermeer de Oscar voor beste buitenlandse film die dit jaar aan Kolya van de Tsjech Jan Sveràk werd toegekend.
Uit het focus-programma van het afgelopen Internationaal Filmfestival van Vlaanderen (Gent), dat was samengesteld rond films uit Tsjechië, Slowakije en Hongarije, blijkt dat het filmaanbod uit deze drie landen zeer divers is. De nieuwe film van Janos Szász, getiteld The Witman boys, zat in het competitie-programma en won uiteindelijk zelfs de hoofdprijs van het festival. Verder was in Gent de nieuwe film Orbis pictus van de Slowaak Martin Sulik te zien. Een regisseur die vorig jaar, ook in ons land, nog redelijk succescol was met The garden. In Orbis pictus schetst hij opnieuw een sprookjesachtig verhaal. Dit keer is het een jong meisje dat op een lange zwerftocht een aantal zonderlinge en fantastische personages ontmoet. Net als The Witman boys is de film voor het volgende festival in Rotterdam geselecteerd.
Met zijn realistische en in een documentaire-stijl gedraaide film neemt Václav toch een aparte positie in tussen zijn tijd- en landgenoten. Zelf voelt hij zich ook meer verwant met zijn Tsjechische voorgangers die begin jaren zestig voor een korte Tsjechische nouvelle vague zorgden. Václav: "Een van mijn grote voorbeelden is altijd Robert Bresson geweest. Ik bewonder vooral de manier waarmee hij dingen zonder woorden uitlegt en uitsluitend de camera het werk laat doen. Ik zal zelf ook niet zo snel een roman bewerken, omdat ik zo veel mogelijk zonder literaire dialogen of verhaalstructuren wil werken. Het zijn toch vooral de beelden die het verhaal moeten vertellen en de emoties moeten overbrengen."

François Stienen