MARCH OF THE PENGUINS

Kraamkamers bij min 40 graden

  • Datum 09-12-2010
  • Auteur
  • Gerelateerde Films MARCH OF THE PENGUINS
  • Regie
    Luc Jacquet
    Te zien vanaf
    01-01-2005
    Land
    Verenigde Staten
  • Deel dit artikel

Nooit geweten dat pinguïns zo romantisch zijn. En dat ze oranje blosjes op hun wangen hebben, de enige kleur op de witte vlaktes van Antarctica, te zien in de natuurdocumentaire March of the penguins.

Op het koudste punt van de wereld voltrekt zich onder de pinguïns ieder jaar opnieuw een bizar voortplantingsritueel. In lange rijen waggelen duizenden pinguïns uit alle windrichtingen naar dezelfde plek, waar ze op de één of andere manier allemaal tegelijk aankomen. Daar gaan ze op zoek naar een partner, liefkozen ze elkaar gedurende acht maanden en als het klikt, paren ze. In de periode die dan aanbreekt zorgen vader en moeder om beurten voor het ei, terwijl de ander de barre terugtocht naar zee maakt om te eten. Bioloog Luc Jacquet filmde deze cyclus een jaar lang in de ijzige kou.
Het resultaat, de documentaire March of the penguins, is bijzonder geworden. Dat komt deels door het verhaal zelf, dat de pinguïns volgt tijdens hun overlevingstocht. In de maanden waarin de vaders voor het ei zorgen terwijl de moeders eten gaan halen, volgt winterstorm na winterstorm. Bij -40 graden moeten de vogels zorgen dat het ei warm blijft en dus kruipen ze dicht tegen elkaar aan. In een vast patroon wisselen ze steeds van plek en mag iedere vaderpinguïn een keer op de warme, begeerde plek in het midden van de groep staan.

Scheur
De kracht van March of the penguins, die de best bezochte natuurdocumentaire aller tijden is, zit niet alleen in het verhaal. De close-ups van de liefkozende vogels zijn schitterend, net als de beelden van het uitkomen van het ei en het dansen van het zuiderlicht aan de hemel. De camera gaat mee onder water als een zeeluipaard een pinguïn mee de diepte in sleurt. Later, als de vrouwtjes weer terug gaan naar hun kraamkamers, biedt Jacquet de kijker een blik in de gedachten van de pinguïns wanneer de stoet een scheur in het ijs moet overbruggen en duidelijk aarzelt. In een flits zien we de opengesperde bek van het zeeluipaard uit de vorige scène recht op de camera afkomen, als een gedachteschim van de pinguïns. De vrouwtjes wagen de stap en vervolgen hun weg zonder schade.
Suikerzoete liedjes van Emilie Simon maken de documentaire sprookjesachtig. De voice-over in de Vlaamse vertaling is van Urbanus. Het commentaar van de Belg is soms theatraal en grappig — ‘dit is een verhaal over overleven, maar ook over… liefde!’ —, maar soms helaas ook flauw — ‘deze drie babypinguïns hebben in hun broek gedaan’, bij een shot van kuikens met een onderste natte laag vacht.
Jacquet is geen filmmaker maar bioloog. Vier jaar geleden las hij een advertentie waarin gevraagd werd naar ‘bioloog zonder angst, bereid om veertien maanden aan het eind van de wereld te vertoeven’ om een serie beelden van de keizerpinguïns te maken. Bij een tiendaagse cursus leerde hij hoe hij met een 35mm-camera om moest gaan. Zijn onervarenheid met de camera is niet aan de film af te zien. De natuurfilm is een lastig genre voor een filmmaker — hij heeft te maken met niet te casten en te sturen ‘acteurs’ — maar het is Jacquet gelukt een anderhalf uur durend spektakel te maken, ook toegankelijk voor de niet direct in natuur geïnteresseerde bioscoopganger.

Lotte de Wit