Magic in the Moonlight

Alleen magie kan ons redden

  • Datum 03-07-2014
  • Auteur
  • Gerelateerde Films Magic in the Moonlight
  • Regie
    Woody Allen
    Te zien vanaf
    01-01-2014
    Land
    Groot-Brittannië
  • Deel dit artikel

Woody Allen hoopt dat magie bestaat, maar de ratio zit hem in de weg. Hij hitst verstand en gevoel tegen elkaar op. In cinema vindt hij een uitweg voor zijn toverkunsten. Het is een rode draad in zijn werk, van Stardust Memories tot zijn nieuwste, Magic in the Moonlight.

Door Laura van Zuylen

Soms werkt de illusie beter dan een medicijn. Tot die slotsom komt de verteller in Woody Allens You Will Meet a Tall Dark Stranger (2010). De vrouw die in deze film als enige gelukkig wordt, is degene die ervan overtuigd is dat de wereld mysterieuzer en complexer is dan hij lijkt. Zo is ze beschermd tegen tegenslagen. De andere personages worden teleurgesteld, omdat het alledaagse getob weinig hoop biedt. Allen is gefascineerd door deze thematiek. Verstand, wetenschap, ratio en realiteit nemen het in zijn films vaak op tegen gevoel, fantasie, magie en romantiek. In zijn nieuwste film Magic in the Moonlight bevraagt Allen opnieuw zijn twijfels en afwegingen over illusie en werkelijkheid.

Logica versus fantasie
In het in de jaren twintig gesitueerde Magic in the Moonlight wordt de succesvolle goochelaar Stanley (Colin Firth) uitgenodigd in een villa aan de Franse Côte d’Azur om de illusionaire geesten van het medium Sophie (Emma Stone) te bezweren. Allen speelt twee benaderingen van tovenarij tegen elkaar uit: de wetenschappelijke en de spirituele. De materiële trukendoos versus de immateriële geestenwereld. Het rationele tegen het irrationele. Bekrompen cynisme tegenover verhulde naïviteit. Verstand vis-à-vis gevoel. Spiritualisme wordt door de wetenschap door gebrek aan bewijs afgedaan als oplichterij. Logica verliest zijn kracht in gevoelskwesties, want rationele argumenten halen niets uit als het om emoties gaat.
Allen lijkt in zijn films vaak een rationalist, omdat hij aan alles twijfelt en de ’talking cure’ van de psychoanalyse als methodiek hanteert. Maar diep in zijn hart hoopt hij op het bestaan van magie. In een interview met de BBC-radio zei hij al in 2002: "Voor mijn gevoel kan alleen magie de oplossing brengen voor menselijke problemen. […] Niets kan ons redden van het wrede lot van het bestaan, behalve een zekere vorm van magie. Anders zijn we gedoemd om het leven te zien zoals het werkelijk is: een moeizame en pijnlijke ervaring. Ik hoop dus dat er een soort toverkunst bestaat, die ingrijpt in ons leven. Maar wetenschappelijk gezien vraag ik me dat ten zeerste af."

Bovennatuurlijk
Als kind wilde Allen goochelaar worden en het verlangen naar tovenarij illustreert hij voor het eerst in Stardust Memories (1980). Een regisseur (gespeeld door Allen zelf) wordt tijdens een retrospectief van zijn werk geconfronteerd met de leegheid van zijn oeuvre. Hij denkt terug aan het iele jongetje dat hij vroeger was, toen al met een bril met een dik montuur. Zijn grote armbewegingen lieten een bal opstijgen en toonden het publiek iets bovennatuurlijks. Nu brengt hij als filmmaker slechts oppervlakkig vermaak. Een regisseur is in die zin minder waardevol dan een illusionist, concludeert Stardust Memories.
Dat fantasie essentieel is om te overleven, toonde Allen recent nog in Blue Jasmine (2013). Ook Cate Blanchett probeert als Jasmine haar dagelijkse sores met droombeelden te verbloemen. Ze verkiest de betovering van de illusie boven het ware, ruige arbeidersleven. Die begoocheling wordt haar niet gegund en door haar omgeving kapot gemaakt. Daar gaat ze uiteindelijk aan ten onder. In The Purple Rose of Cairo (1985) lukt het Cecilia (Mia Farrow) wél om haar dagelijkse gezwoeg te ontvluchten. Allen laat zien welke waarde film kan hebben. In het New Jersey van de jaren dertig verschuilt zij zich in de bioscoop. Eén van de personages uit de speelfilm die ze telkens opnieuw bekijkt, wordt verliefd op haar. Hij loopt van het scherm af, de echte wereld in. Cecilia redeneert over haar nieuwe geliefde: ‘Hij is fictief, maar je kunt niet alles hebben.’ En gelijk heeft ze. Wie bepaalt dat het echte leven beter is dan het fictieve?

Dansscène
Bijna niemand kan zich verzoenen met een leven dat niet echt is. Ons verstand weerhoudt ons ervan. Maar via het witte scherm kunnen we de fantasie en betovering, die we normaliter zouden wegredeneren, wel toelaten. Kijk maar naar de dansscène aan de Parijse Seine in Everyone Says I Love You (1996). Goldie Hawn zingt ‘I’m through with love’, terwijl Allen haar bij de hand neemt en met haar danst. Hawn zweeft sierlijk in de lucht en balanceert met de punt van haar teen op Allens handpalm. Zonder film zouden we deze mogelijkheid niet accepteren, omdat de wetten van de zwaartekracht die gedachte zouden dwarsbomen. Tegelijkertijd kunnen we het gevoel dat je vliegt als je verliefd bent wel herkennen. Allen toont aan dat precies daarin het potentieel van film ligt. Magie kan hand in hand gaan met cinema.