LUDWIG 1881

De natuur is niet meer te vertrouwen

  • Datum 08-12-2010
  • Auteur
  • Gerelateerde Films LUDWIG 1881
  • Regie
    Donatello & Fosco Dubini
    Te zien vanaf
    01-01-1993
    Land
    Duitsland/Zwitserland
  • Deel dit artikel

Zonder twijfel de grootste attractie van Ludwig 1881 is de aanwezigheid van Helmut Berger, die ruim twintig jaar na zijn titelrol voor Visconti opnieuw aantreedt als koning Ludwig II. Behalve Berger biedt de film oogstrelende opnames van het Zwitserse landschap. Bovenal is Ludwig 1881 echter een elegante verkenning van de begrippen schoonheid en kunstenaarschap.

Het weerzien met Helmut Berger zorgt voor een merkwaardig gevoel van continuïteit. Niet dat de Zwitserse broers Donatello en Fosco Dubini streefden naar een vervolg op Ludwig (1972) van Luchino Visconti. Integendeel, zij vertellen een heel eigen verhaal. Het is de kop van Berger die nog in gelijke mate fascineert en nog steeds dezelfde vorstelijke uitstraling heeft. Het helpt natuurlijk dat Berger in de tussenliggende periode zich nauwelijks in andere rollen heeft laten zien. Een beperkt acteur wellicht, maar wel iemand die één is geworden met zijn rol. De vanzelfsprekende dwang die uitgaat van zijn zachte stem als hij de andere kant opkijkt en zijn bedienden aanspreekt: "Maier, Weber, mir ist kalt". De kraag omhoog, hand hoog aan de jas, een natuurlijke vorst.
Wat Berger zo mooi maakt als Ludwig is dat hij zo weinig nodig heeft. Hij beheerst zijn omgeving zonder zijn stem te hoeven verheffen. In weerwil van de legende, die immers smult van de krankzinnige koning, is Ludwig ook bij de Dubini’s een uiterst beheerst mens. Geen hysterische gek, maar een man die zonder concessies zocht naar schoonheid. Terecht toont Ludwig 1881 ook de positieve kant van de megalomanie: kunsten en wetenschappen werden gestimuleerd. Goedbeschouwd is Francois Mitterand een eigentijdse versie van Ludwig II. Omdat cultuur nu gespreid dient te worden bouwt Mitterand musea en bibliotheken in plaats van kastelen, maar de ambitie is gelijk. Een andere overeenkomst is dat ook Mitterand kort na het einde van zijn regeerperiode zal overlijden.

Perfectionisme
Vijf jaar voordat Ludwig II, koning van Beieren (1845-1886), in een gesticht werd gestopt en verdronk, maakte hij een reis naar het Zwitserse Vierwaldstättermeer. Op en rond het meer bevinden zich de originele locaties van Friedrich von Schillers toneelstuk ‘Wilhelm Tell’. Ludwig liet zich begeleiden door een acteur, Joseph Kainz, die op deze locaties teksten uit het toneelstuk moest voordragen. Ludwig 1881 gaat over deze reis en legt de nadruk op de precaire relatie tussen de koning en de acteur. Waar de koning in kunst en vriendschap het hoogste ideaal nastreeft, lijdt de acteur aan laks- en onbekwaamheid. De reis wordt een mislukking.
En dat terwijl de beschikbare middelen en de voorbereiding overvloedig genoemd mogen worden. Het reizen en reciteren geschiedt volgens gedetailleerde aanwijzingen van Ludwig, die in al hun verspillende perfectionisme leiden tot absurde taferelen. De volledig aan de grillen aangepaste hofhouding geeft geen kik als er ‘incognito’ moet worden gereisd in een aparte trein of de boot dag en nacht door moet stomen om meteen uit te kunnen varen. "Laat er dan één bouwen", zegt Ludwig geïrriteerd als blijkt dat er ergens niet kan worden aangelegd omdat er geen steiger aanwezig is.
De natuur staat Ludwigs streven naar de ultieme schoonheid in de weg. Met de gordijnen dicht laat hij Kainz het landschap beschrijven: het gevoel wordt sterker door de indirecte waarneming. Met kunstmatige middelen tracht hij de natuur te beheersen en te veranderen: wetenschappers met illustere namen als Bayer en Siemens presenteren hun nieuwste vindingen. "De natuur is niet meer te vertrouwen", verzucht Ludwig. Hij geeft hier blijk van een 1881 reeds achterhaalde esthetische opvatting, bijna een eeuw eerder verwoord door de bewonderde Von Schiller: "Het ware geheim van de grote kunstenaar bestaat hierin, dat hij door de vorm de natuur laat verdwijnen."
De tragiek van Ludwig, de autocraat die voelt dat hij zichzelf heeft overleefd, uit zich ook in zijn geschiedopvatting. Staande in het geschilderde Panorama van Luzern: "Je moest alles zo kunnen vasthouden als hier. Wij zijn het midden, en al het gebeuren beweegt voortdurend om ons heen." En de schilder die het Zwitserse verleden vereeuwigt: "Is niet het gave beeld dat wij kunstenaars van de geschiedenis maken belangrijker dan de vermeende waarheid? Een afdruk van hoe het misschien ook had kunnen zijn… een ideale toestand."

Narrenduo
Zo’n citaat slaat ook op de film, zoals veel van het aangeroerde ideeëngoed in Ludwig 1881 in de film zelf meteen wordt uitgewerkt. Vorm en inhoud vallen samen. Het streven naar het sublieme wordt weerspiegeld in de statische, kunstmatige vorm. De Dubini’s delen Ludwigs afkeer van realisme. Het berglandschap rond het meer wordt in beeld gebracht alsof het in een studio is opgebouwd. Ondanks de weelderige buitenlocaties oogt de film intiem en bescheiden. De herhaling van het zeer aanwezige muzikale motief zorgt voor een hechte, voorspelbare structuur.
Veel ideeën, weinig beweging, veel herhaling, dat klinkt zwaar. Toch is Ludwig 1881 een uiterst lichte film, vooral dankzij de muziek van het Kronos Quartet (Wagner komt in de film niet voor) en twee bediendes die een beetje onnozel aan de zijlijn opereren. Een beetje flauw is dat, maar anderzijds wel weer klassiek, zo’n narrenduo. Voor klassiek en tegen de stroom in zijn de Dubini’s niet bang. Met twee heren, een meer en een drakerig toneelstuk maakten ze een elegante en intelligente film die getuigt van liefde voor het verleden. Uit de twee authentieke foto’s die aan het slot van de film samenvallen met de acteurs blijkt dat het verleden nog dichterbij is dan we dachten.

Mark Duursma