Love Actually

Liefde boven alles

Love Actually

Met Love Actually laat de als regisseur debuterende Richard Curtis zien dat het leven vol zit met kleine momenten van liefde en genegenheid.

Richard Curtis kennen we als scenarist van Blackadder, Bean, Four Weddings and a Funeral, Notting Hill en diverse andere tv-series en films. Van regisseurs als Mike Newell en Roger Michell leerde de 47-jarige Brit de fijne kneepjes van het regievak, met als gevolg dat Love Actually net zo soepel in elkaar steekt als de romantische komedies waarvoor hij alleen het scenario schreef. Curtis stond er natuurlijk niet alleen voor: het voor veel grote Britse filmhits verantwoordelijke Working Title heeft de zaken productietechnisch altijd prima voor elkaar.

Toch is het geen geringe prestatie die Curtis hier levert, want Love Actually is de Magnolia onder de ‘romcoms’, de romantische komedies. Het scenario bevat negen verschillende verhaallijnen, waarvan de meeste elkaar ergens raken, en niet minder dan tweeëntwintig voor de plot relevante personages. Overdaad kan in zo’n geval gemakkelijk schaden, maar de film voelt juist als een nooit uit balans rakende eenheid.

11 september
Dat Curtis over de beste Britse acteurs kan beschikken, werkt ook in het voordeel van de film. Hoe schetsmatig sommige personages ook worden uitgewerkt, het is niet moeilijk om ze in het hart te sluiten. Hugh Grant als de koene minister president die de Amerikanen op hun nummer zet en verliefd wordt op een volkse dienstmeid. Emma Thomspon als diens zus, die op pijnlijke wijze met het potentiële overspel van haar man wordt geconfronteerd. Alan Rickman als haar echtgenoot die er tot zijn eigen verbazing achter komt dat hij niet ongevoelig is voor andere charmes. En Liam Neeson als een rouwende weduwenaar, die door het lot gedwongen is om de opvoeding van zijn stiefzoon alleen voort te zetten.

Sommige verhaallijnen worden als pure komedie gespeeld, zoals de lelijke jongen die naar Wisconsin afreist omdat hij er heilig van overtuigd is dat de meisjes daar onmiddellijk voor zijn Britse accent zullen vallen. En omgekeerd: waar Curtis in Four Weddings een melancholieke ondertoon van verlies opriep door tussentijds die befaamde ‘funeral’ in te lassen, laat hij hier een personage de kans op een grote romantische liefde mislopen, omdat deze persoon voor iemand anders moet zorgen die er nog veel slechter aan toe is.

Hoewel de film schaamteloos romantisch eindigt, is het duidelijk dat niet alle personages in Love Actually krijgen waar ze op hopen of waar ze recht op hebben. Niettemin laat Curtis op innemende wijze zien dat het leven, mits je er oog voor hebt, vol kleine momenten van liefde en genegenheid zit. De aankomsthal op Londen Heathrow zal ik na het zien van deze film in elk geval met andere ogen bekijken.

Curtis neemt een groot risico door zijn film te beginnen met een verwijzing naar 11 september 2001. Als het geheel in vals sentiment was verzandt, zou dat onvergeeflijk zijn geweest. Maar Love Actually werkt. Niet alleen omdat Curtis er oprecht van overtuigd is dat liefde belangrijker is dan geld of macht, maar vooral omdat hij het talent heeft zijn gevoelens om te zetten in scherpzinnige dialogen en charmante personages. "Let’s go and get the shit kicked out of us by love", zegt één van hen ergens. Op basis van deze film kun je niet anders dan concluderen dat dit een verdomd goed advies is.