Los lunes al sol

Spaanse havenarbeiders in vrije val

Los lunes al sol

Naast de magisch-realistische filmtraditie kent Spanje een kleine realistische stroming. Los lunes al sol is daar een prachtig voorbeeld van.

We bevinden ons in een bar in de Spaanse havenstad Vigo in Gallicië. Rond de tap hangen werkloze scheepsarbeiders: Santa (Javier Bardem) is een broeiende vulkaan, José is bang voor de toekomst, Lino doet aan zinloos solliciteren, Amador zuipt zich elke dag de vergetelheid in en de melancholieke Rus Sergei houdt zich met dromen op de been. Met tweehonderd anderen zijn de vijf op straat gezet toen de scheepswerf de poort sloot. De reden van de sluiting is niet dat de werf met verlies draaide, maar dat de eigenaar de grond duur kon verkopen aan projectontwikkelaars.

Filmmaker Fernando León de Aranoa laat in Los lunes al sol zien wat het verlies van werk voor deze mannen, veertigers en vijftigers, betekent. Belangrijker dan financiële zorgen is de sociale vernedering. De mannen voelen zich overbodig. Je kunt het ouderwets arbeiderisme noemen, maar de film maakt invoelbaar wat het betekent om naar de sociale marge te worden geschoven. De identiteit van deze mannen ligt aan diggelen. Zonder werk dolen ze rond. Beetje hangen in een bar, slap ouwehoeren en het knagende gevoel dat het nooit meer goed komt.

Struisvogel
Over Santa maken we ons de minste zorgen. De vrijgezel draagt het hart op de tong. Hij is het type man dat tussen neus en lippen door een vrouw kan versieren in een supermarkt. Kwinkslag hier, charmante opmerking daar. Een sociaal intelligent dier dat nooit buigt voor autoriteiten. Zorgen maken we ons over binnenvetter Amador, die zich elke dag in het café klem drinkt. Hij is het type man dat in een vrije val verkeert. Zijn gemompel lijkt afkomstig uit een andere wereld.

José laat zich leiden door angst. Hij is doodsbang dat zijn huwelijk zijn werkloosheid niet overleeft. Bij zijn vrouw, die in een visfabriek werkt, staat het water tot aan de lippen. José voelt intuïtief dat ze een ontsnappingsroute zoekt uit het leven met hem. De zachtmoedige Lino is een struisvogel. De vijftiger blijft geloven dat het goed komt. Om zijn kans op werk te vergroten verft hij zijn grijze haren zwart. Het levert een intens treurige scène op waarin de zwarte verf tijdens een sollicitatie uitloopt in zijn nek. Sergei kan het best met de situatie overweg, waarschijnlijk omdat hij in Rusland met bestaansonzekerheid is opgegroeid. Met een bittere grap vat hij de situatie in de kapitalistische landen samen: een Russische ex-communist klaagt tegen een andere dat het regime altijd heeft gelogen over de communistische heilstaat. De ander beaamt het, maar voegt eraan toe dat veel erger is dat het regime de waarheid sprak over het kapitalisme.

Spaanse Loach
Fernando León de Aranoa wordt wel de Spaanse Ken Loach genoemd. De vergelijking gaat ten dele op. De maker windt zich net als Loach op over kapitalistische misstanden, maar zoekt het anders dan de Engelsman niet in groot drama. In Los lunes al sol gebeurt weinig. Het maakt de film overtuigender, want het doelloze geslenter en gehang weerspiegelt perfect de vastgelopen levens van de personages. Het maakt de boodschap niet minder schrijnend.