A History of Violence en Lord of War

Geweldshonger

History of Violence

David Cronenbergs A History of Violence schetst samen met Andrew Niccols Lord of War een door geweld beheerste samenleving.

Een pater familias zwaait op de veranda met zijn geweer naar de ongewenste vreemdelingen. Maak dat je wegkomt, schreeuwt hij tegen hen. En als ze dat niet doen, tsja, dan regent het kogels en bloed, maar blijft het bange gezin in ieder geval ongedeerd.

Nog een scène waar de filmgeschiedenis vol mee zit: in een morsige hotelkamer opent een keurig geklede man zijn slanke, zwarte koffer voor enkele zwaar crimineel ogende gasten. In de koffer wacht een vuurwapen glanzend op zijn nieuwe eigenaar.

Elke film over geweld, geweld dat gezaaid wordt of geoogst, gaat ook altijd over filmgeweld. Over de conventionele filmische verbeelding van geweld, maar ook over de geconditioneerde reactie van de toeschouwer op dat geweld. Het geweer en het gezin, de triomf die je met de pater familias voelt wanneer hij de slechteriken heeft gevloerd; de spanning die hoog oploopt in de hotelkamer, terwijl de handen van de dealer koesterend langs de Uzi glijden en de Slavisch ogende koper steeds ongeduldiger lijkt te worden. Een filmwapen moet knallen, en je kunt stiekem telkens wéér niet wachten tot het gebeurt. De ene film maakt je bewust van dat geconditioneerde ongeduld, zodat je je voor je geweldshonger gaat schamen, of er op zijn minst over gaat nadenken; de andere veroordeelt alle geweld maar bevredigt je behoefte eraan ten volle, zoals een achtbaan dat doet door het karretje eindeloos lang omhoog te voeren voordat het de afgrond inschiet.

Lord of War

Kruimelmoordenaar
Aan het begin van Andrew Niccols Lord of War krimpt de achtbaan in tot de lopende band in een wapenfabriek, met een kogel als karretje. Je wordt opgetild door arbeiders, in een met cyrillische letters bedrukte kist gestopt, en als die kist weer opengaat ben je ergens in Afrika. Van het vrachtschip beland je in iemands munitiegordel; aan het einde van de rit schiet je in het hoofd van een kindsoldaat, die je net voor zijn dood nog aankijkt. Directer kan een aanklacht tegen de wapenindustrie niet zijn. Een briljante openingsscène, die eigenlijk alles zegt waar de vervelende voice-over van Nicolas Cage, alias wapenhandelaar Yuri Orlov, nog eens twee uur voor nodig heeft.

David Cronenbergs A History of Violence, de nieuwste visualisering van de gewapende gezinsvader op de veranda, vormt met Lord of War een fascinerend koppel. Samen schetsen ze een samenleving waarin op elke straathoek, in elke snackbar of woonkamer, het meest extreme geweld kan losbarsten. Van mondiaal niveau tot de microkosmos van het gezin, van kruimelmoordenaar tot georganiseerde misdaad, overal wordt het geweer getrokken. Direct klaar om te doden. Of het nu in bezit komt van de dictator van Monrovia of van een jongen die op school door iedereen wordt uitgekotst. Zolang iemand ze maar levert. Zolang er maar een reden is om ze tevoorschijn te halen. En pas met het geweer in de hand, of met onschuldig bloed klevend aan zijn gezicht, toont hier de mens zijn ware aard. Wapenhandelaar Orlov kan zijn gezin niet langer wijsmaken dat hij hout verkoopt. En de door iedereen op handen gedragen middenstander uit A History of Violence, tevens de ideale vader en echtgenoot, blijkt een sadistische maffioso. Zijn aardige gezicht verkrampt tot er een maniak overblijft die zijn vrouw best in het gezicht durft te slaan.

Kledderig
De wapenwereld van Lord of War en A History of Violence is een erg Amerikaanse wereld. De Verenigde Staten, zo laat de aftiteling van Lord of War weten, is immers niet alleen een van de belangrijkste leden van de VN, maar ook een van de grootste leveranciers van wapens en oorlogstuig. Een standpunt dat het regisseur Niccol onmogelijk maakte om de film in Hollywood te draaien. Dat huis met die veranda staat natuurlijk ergens in een slaperig Yankee-stadje, waar diner-eigenaar Tom Stall (Viggo Mortensen) als ‘real American hero’ wordt gevierd sinds hij zijn klanten van een stel bloeddorstige overvallers wist te redden.

Komt het dan eindelijk van knallen en killen, dan kiest elke film voor een andere afstand, ook letterlijk. Anders dan bij de dodemansrit uit Lord of War zie je in A History of Violence de kogels op de gebruikelijke afstand inslaan, in medium of close-up. Tegelijkertijd blijft Cronenberg seconden lang plakken aan het kledderige, walmende eindresultaat. Effecten die veel ranziger zijn dan je in zo’n film zou verwachten; shots die te lang duren voor een ongecompliceerde, geweldsgeile kijkervaring. A History of Violence tilt zichzelf hiermee telkens uit boven de mainstream-thrillers die hij perfect imiteert. Hoe meer Stall de rol van familieman van zich afschudt en het ene archetype inruilt voor het andere, hoe meer je merkt dat A History of Violence gebaseerd is op de gelijknamige graphic novel van John Wagner en Vince Locke. Het geweld wordt steeds cartoonesker, zodat je jezelf om het ergste, smerigste en gemeenste bloedbad warempel hoort lachen. Omdat het zo akelig grappig is.

In Lord of War bestelt de zoon van de dictator van Monrovia het geweer van Rambo. ‘Rambo 1, 2 of 3?’, vraagt Orlov droog. Elders in de film ratelen de mitrailleurs in prachtig Dolby Surround om je oren. Een ‘action adventure movie’ noemt de persmap de film, terwijl bijgesloten folders van Amnesty International en Oxfam er een activistisch pamflet van maken. En zo roept Lord of War op om de straat op te gaan, terwijl A History of Violence veilig in de bioscoop blijft. Maar schieten films op die plek niet pas echt raak?