Loin des hommes

We zijn wel/geen Galliërs

  • Datum 25-02-2015
  • Auteur
  • Gerelateerde Films Loin des hommes
  • Regie
    David Oelhoffen
    Te zien vanaf
    01-01-2015
    Land
    Frankrijk
  • Deel dit artikel

De wetten van eer, wraak, menselijkheid en samen­­leving kruisen elkaars wegen in het Algerijnse Atlasgebergte tegen de achter­grond van de Onafhankelijkheidsoorlog in de existentialistische thriller Loin des hommes.

Door Omar Larabi

Mijn vader, Ali Larabi (61), maakte als kind de Algerijnse Onafhankelijkheidsoorlog mee. Ik keek samen met hem naar Loin des hommes, een film die tegen de achtergrond van die guerrillastrijd vooral over verbroedering, universele waarden en eigenrichting gaat.

Galliërs
Het is 1954, het jaar dat de Algerijnse Onafhankelijkheidsoorlog uitbrak. De oorspronkelijke bewoners van Algerije zijn de Franse bezetter zat. De Algerijnen die voor Frankrijk vochten in de Tweede Wereldoorlog hadden gerekend op nieuwe en betere rechten bij thuiskomst. Die kwamen er niet. In plaats daarvan volgde vanaf 1945 een enorme repressie.
Voor schoolleraar Daru (Viggo Mortensen), zijn deze onlusten een ver-van-mijn-bed-show. Terwijl de zon opkomt boven het Atlasgebergte, in een dal aan de rand van de bewoonde wereld, zien we hoe zijn leerlingen binnendruppelen. Vandaag staat geografie op het programma, de Franse rivieren. Eén voor één wijst Daru ze aan. Zijn leerlingen knikken volgzaam. Later merkt Daru op hoe hij en zijn pupillen allemaal Galliërs zijn. Mijn vader had ook zo’n schoolmeester. Het tafereel levert bij hem een glimlach op. Eerder uit nostalgie dan vanwege de valse gemeenschapszin die erachter schuilt. Het is een opmaat naar de wending die de film zal nemen.

Cachot
Later op de dag ziet Daru in de verte een ruiter. Gendarme Balducci (Vincent Martin) is een gezette Corsicaan, hij lijkt op Napoleon. Achter zijn paard strompelt een vastgebonden arrestant. Daru krijgt de opdracht de zwijgzame vreemdeling, Mohammed (Reda Kateb), naar het cachot te leiden. Het is oorlogstijd en de lokale politiepost is onderbezet. Wanneer Daru bedankt voor deze taak, die volledig indruist tegen zijn principes, vertrekt Balducci zonder zijn gevangene. Daru wordt met Mohammed opgezadeld, die zijn neef blijkt te hebben vermoord. De volgende dag beginnen de twee aan een lange wandeltocht over onherbergzaam terrein, naar de rechtbank.
Daar zal hij onverbiddelijk worden veroordeeld want Algerijnen hadden geen recht op een eerlijk proces. Mijn vader vertelt: "Vanaf het begin werden de Algerijnen indigènes (‘inheemsen’) genoemd; de boodschap was: jij bent een analfabeet en je cultuur deugt niet. Het zette bij veel mensen kwaad bloed. Maar er waren ook Algerijnen die zich aansloten bij de Fransen. Er ontstond een sfeer van wantrouwen. Binnen die sfeer was iedereen verdacht."
Zo ook Daru, die in de nacht voor zijn tocht twijfelt. In het donker lichten zijn blauwe ogen op. Hij wil geen kant kiezen in het conflict.

Caracoles
Daru’s familie vestigde zich generaties geleden vanuit Zuid-Spanje in de streek. In hun thuisland werden ze minachtend Los Caracoles genoemd, de wijngaardslakken. Maar Algerije is Daru’s thuisland. Hij is er geboren en getogen, zijn ouders liggen er begraven. Toch wordt hij door beide partijen in het conflict beschouwd als een kolonist. "Daru is geen typische pied-noir (kolonist). Hij valt tussen wal en schip." Mijn vader legt uit hoe de Fransen de oorspronkelijke bewoners uit elkaar probeerden te drijven: "Je had de Berbers versus de Arabieren, en de Harkis, aangesloten bij de koloniale macht. Het was een politiek van verdeel en heers die uiteindelijk averechts werkte."
De Algerijnen keerden zich massaal tegen de bezetter en iedereen die daarmee geassocieerd werd. De nuance was weg, zoals in de scène waarin Daru zijn oude vriend Slimane (Djemel Barek) ontmoet. Slimane is vastbesloten: ‘We gaan jullie eruit gooien’. ‘Vous‘ krijgt ineens een pijnlijke lading. Het wordt een verwijswoord, een verzamelterm voor alles wat in de ogen van de onafhankelijkheidsstrijders niet inheems is.

Taal
Cineast David Oelhoffen bewerkte voor de film het korte existentialistische verhaal L’hôte (‘De gast’, 1957) van Albert Camus. Met personages als Slimane geeft hij meer achtergrond en diepte aan het conflict. Hij verwijdert de mystieke sfeer uit Camus’ werk, de personages krijgen een gezicht. Het leidt tot een dynamiek waarin verbroedering ontstaat tussen de twee hoofdrolspelers. De gesprekken worden afwisselend in het Arabisch en Frans gevoerd.
Mijn vader is verbaasd over Mortensen, die volgens hem de taal uitstekend beheerst. Het valt ons op hoe contrastrijk de film daardoor wordt. De taal van de religie versus de taal van de bezetter. Oelhoffen scherpt de tegenstellingen aan met kleine visuele details. Daru draagt westerse kleding, Mohammed een woestijnbestendig gewaad. Voor het eten zegt Mohammed bijna fluisterend Bismillah, Daru slaat een kruisje. Het benadrukt hoezeer hij zich bevindt tussen twee werelden, hoezeer hij ogenschijnlijk nergens thuishoort. Tijdens het International Film Festival Rotterdam lichtte Oelhoffen toe: "Overal waar Daru komt, wordt hij verbannen."

Laatste strohalm
De visuele schrijfstijl van Camus is buitengewoon geschikt voor een verfilming dus het is geen wonder dat Oelhoffen zich persoonlijk aangetrokken voelde tot L’hôte. Rekwisieten, zoals de revolver van Balducci, komen terug in de film. Net als de cruciale kantelmomenten, zoals Daru’s dilemma, wanneer hij Mohammed in bescherming neemt tegen een moedjahedien. Hij kan niet anders dan de strijder doodschieten. Mijn vader stipt aan: "Het is een kantelpunt, Daru wordt gedwongen een positie in te nemen, en verliest daardoor zijn onschuld."
We zien duidelijk hoe Oelhoffen met deze toevoegingen aan het verhaal de ziel van de tekst extrapoleert naar het witte doek. Beelden van de oneindige woestenij van het Atlasgebergte en de aangrenzende Saharawoestijn bieden ondersteuning. Hoekige composities zijn prachtig widescreen gefilmd. We zien de mannen bergop en bergaf gaan, totdat ze onderweg in een kloof dreigen te belanden. Mohammed weet de laatste strohalm te grijpen. Daru klampt zich aan hem vast. Het is een iconisch beeld waarin Mohammed symbolisch het lot van Algerije in handen heeft. Later doemt een zandstorm op, tekenend voor de vertroebeling van het conflict. De wereld kan niet harteloos worden ingedeeld in voor- en tegenstanders.

Mens(elijk)heid
Met die visuele notie raakt Oelhoffen de kern van Camus’ korte verhaal. Mijn vader merkt op: "Nu weet ik waar de titel op slaat! ‘Hommes’ verwijst naar de mensheid. En misschien verwijst hommes ook wel naar menselijkheid." Hoe verder je verwijderd raakt van de beschaving, hoe meer je aangewezen bent op eigen inzicht. Alsof de bewoners van dunbevolkte gebieden, zoals het Atlasgebergte, teruggrijpen op de tradities, regels, en weten van vóór de Verlichting. Toen eigenrichting en tribale verhoudingen het landschap bepaalden. In dat paradigma moeten Daru en Mohammed hun nederigheid bewaren. "Daru en Mohammed begeven zich letterlijk loin des hommes, ver van de mensheid."
Mijn vader vertelt hoe zich ze moeten beroepen op hun eigen waarden. Hij steekt een verhaal af over mijn opa, die ook mensen zoals Daru kende. Mijn opa was aangesloten bij de PPA (Parti du Peuple Algérien), een onafhankelijkheidsbeweging die later werd verdreven door de FLN (Front de Libération Nationale). Hij werkte als kaartjescontroleur bij de lokale bioscoop. Toen een Franse militair tegenover de bioscoop werd neergeschoten, drukte de dader het vuurwapen in zijn handen. Mijn opa snelde naar binnen en stopte het pistool in de handtas van de Franse eigenaresse. Daar zou de politie nooit in durven zoeken. Ze heeft er nooit wat van gezegd. Het was een opgave voor sommige in Algerije geboren Fransen om op die manier hun identiteit te verloochenen.

Huisarts
Mijn vader begint over de 90-jarige hoogbejaarde huisarts Riton Lafare. Hij kwam hem onlangs op het spoor via Facebook. Mijn vader vertelt hoe Lafare decennialang werkzaam was in Algerije en hoe hij soms 20 uur per dag werkte. "Arme mensen hoefden bij hem niet te betalen." Inmiddels hebben talloze oud-patiënten hem gevonden op internet. Op zijn pagina wordt hij uitvoerig bedankt voor zijn barmhartigheid. De arts vertelt hoe hij al veertig jaar in Zuid-Frankrijk woonachtig is. "Meneer Lafare is zo’n Fransman die daadwerkelijk wat heeft betekend voor Algerije", besluit mijn vader.
Zo blijkt dat film als medium in staat is herinneringen op te roepen en verborgen verledens te ontmaskeren. Het verhaal van de welwillende Franse Algerijn is door de wreedheden van de oorlog ondergesneeuwd geraakt. Loin des hommes is een cinematografische en historische aanvulling op de steeds breder wordende canon van recente films over Algerije en Noord-Afrika. Gesitueerd tussen Hors la loi, Les hommes libres en Indigènes, over de Tweede Wereldoorlog en Des hommes et des dieux over de onlusten in de jaren negentig.
Het zijn veelal controversiële documenten over roerige tijden en ontwrichte samenlevingen. Het is nooit anders geweest. Denk aan Le petit soldat (1963), en The Battle of Algiers (1966): films die door Parijs enige tijd werden verboden. We zullen nooit allemaal Galliërs zijn.