To Sang Fotostudio en Leven met je ogen

Gieling filmt Van der Keuken filmt To Sang

To Sang Fotostudio

Het moet een merkwaardig gezicht zijn geweest: de ene cameraman volgt de andere filmploeg door de straten van de Pijp. Terwijl Johan van der Keuken een Chinese fotostudio in deze Amsterdamse volksbuurt filmde, maakte Ramón Gieling in diens kielzog een documentaire over cineast Johan van der Keuken.

De fotostudio van To Sang is wereldberoemd in de Pijp. Al twintig jaar maakt de Chinese fotograaf glossy, felgekleurde familieportretten, meestal tegen de achtergrond van overdadig natuurschoon. Zijn zwart-witportretten zijn weinig soberder: die kleurt hij in tot sepia-getinte nostalgische prentjes.

Het is niet verwonderlijk dat cineast Johan van der Keuken gefascineerd raakte door deze innemende portretfotograaf. Als een soort filmregisseur vertelt To Sang zijn klanten precies hoe ze moeten staan of zitten. De voeten iets meer bij elkaar, het hoofd een beetje gedraaid. En als iedereen precies de goede houding heeft aangenomen – “meisje heel mooi zo” – drukt hij af.

Op verzoek van Van der Keuken maakte To Sang voor de documentaire fotoportretten van een aantal buurtwinkeliers. Na zijn stadsepos Amsterdam, Global Village heeft Van der Keuken met deze documentaire over de winkeliers van de Pijp daardoor eigenlijk het vergrootglas gelegd op een klein stukje van dat wereldse dorp. In een kort gesprekje krijgen we iets te weten over de achtergrond van de – veelal allochtone – middenstanders. Vervolgens volgt de cineast hun oversteek naar de studio van To Sang, waar ze voor een decor van een bruisende waterval of een sfeervol berglandschap worden gefotografeerd.

Leven met je ogen

Poor man’s speelfilm
Wat de toeschouwer van deze aardige verzameling portretten dan nog niet weet, is dat Van der Keuken en zijn (geluids)vrouw Noshka van der Lely op hun beurt weer op de hielen worden gezeten door Ramón Gieling. Gieling heeft een vruchtbare vorm gekozen om een documentaire over zijn bewonderde filmmaker te maken. Hij kijkt over de schouder van de meester mee hoe Van der Keuken al bijna veertig jaar te werk gaat.

Al snel blijkt dat Van der Keuken zijn schijnbaar losjes gefilmde documentaires zorgvuldig ensceneert. Leven met je ogen rekent radicaal af met het naïeve idee dat een documentairemaker Het Leven spontaan zou betrappen. “Dus u kijkt dromerig naar buiten”, instrueert Van der Keuken fotograaf To Sang. En de regisseur laat een van de buurtwinkeliers zo vaak de wandeling naar de fotostudio maken, dat hij hem niet durft te vragen om het nog een keer over te doen.

Van der Keuken omschrijft zijn project als een ‘poor man’s speelfilm’ en legt daarmee inderdaad de charme van To Sang Fotostudio bloot. We zien gewone mensen uit de hele wereld die in dezelfde straat wonen en daarom in deze film verzeild geraakt zijn. In een echte speelfilm zullen ze waarschijnlijk nooit terecht komen, maar net als op de foto’s van To Sang ontstaat een mooie spanning tussen de spontaniteit van de gefotografeerde en de plannen van de fotograaf of filmer.

Droste-effect
Om zijn documentaire wat meer academisch gewicht te geven, liet Gieling helaas een heel regiment binnen- en buitenlandse Van der Keuken-watchers aanrukken. Aardig zijn de uitspraken van Van der Keukens echtgenote en vaste geluidsvrouw over haar aandeel in de films van haar man. Eerder in de film hadden we al gezien hoe ze Van der Keuken bij zijn middel pakt en hem voorzichtig in een bepaalde richting laat filmen. Maar de overdaad aan andere filmcritici, vrienden en collega’s doet weinig goed. Soms met enkele woorden (‘Meester van de kadrering!’) bewieroken zij Van der Keuken, zonder dat ze veel opzienbarends over diens werk kunnen meedelen.

De definitieve Van der Keuken-documentaire is Leven met je ogen bij lange na niet geworden. Maar de twee documentaires zorgen wel voor een bijzonder Droste-effect: Ramón Gieling filmt de filmende Johan van der Keuken die de fotograferende To Sang filmt. Het tweeluik roept bovendien interessante vragen op over fictie en werkelijkheid in een documentaire. Want in hoeverre moet de kijker van Van der Keukens film er zich bewust van zijn dat in dat piepkleine fotostudiootje niet één, maar twee cameraploegen aanwezig zijn? Vervolgens ga je je afvragen hoe waarheidsgetrouw Gielings documentaire is. Hoe vaak heeft hij Van der Keuken gevraagd om op de juiste manier – als een echte regisseur – aanwijzingen te geven? En als Khalid, de brommerkoerier uit Amsterdam Global Village plotseling langsscheurt, is het moeilijk te geloven dat Gieling dat níet in scène heeft gezet.