LEVE HET BRUINE MONSTER

Voetbal geeft je kracht en pit

  • Datum 07-12-2010
  • Auteur
  • Gerelateerde Films LEVE HET BRUINE MONSTER
  • Regie
    Sherman de Jesus
    Te zien vanaf
    01-01-1998
    Land
    Nederland
  • Deel dit artikel

Het eerste elftal van Ajax in 1900. Elf jaar later zouden de rood-wit gestreepte shirts de spelers sieren

Het is volkssport nummer één en tijdens hoogtijdagen verandert heel mannelijk Nederland in de spreekwoordelijke bondscoach op een driezitsbank. De clichés over voetbal zijn overvloedig. Dat was vroeger niet veel anders, laat Sherman de Jesus zien in zijn documentaire Leve het bruine monster. Maar bovenal werken de historische beelden waaruit zijn film is samengesteld heel aanstekelijk.

Toen jongens nog korte broeken droegen voordat ze een man werden en er altijd als voetballers uitzagen met van die omgeslagen sportkousen, toen droegen voetbalsupporters nog regenjassen en gleufhoeden en stonden er nog geen hekken om de voetbalvelden. Maar het waren ook de dagen waarin Professor Oudewijf in het stichtelijke bioscoopfilmpje Benny heeft het aan zijn hart tot het volk over de "gevaren van het voetballen" sprak. "Het spijt me, uw zoon heeft het aan z’n hart. Hij voetbalt zeker te veel."

Opgeruimd
Het is bijna onmogelijk om naar Leve het bruine monster te kijken zonder een onmiskenbaar gevoel van nostalgie. Ook als je geen tot volwassen man uitgegroeid voetballend knaapje bent. En ook als je veel te jong bent om ook maar enige, al was het maar een overgeleverde herinnering te hebben aan het legendarische duel tussen het nationale elftal en de Duitse ‘Mannschaft’ op 17 februari 1935 ("de dag dat voetbal oorlog werd"). Dat Professor Oudewijf krankzinnig werd van al die voetballende gezonde Hollandse jongetjes, die hem op het laatst dribbelend vanaf de stoelen toegrijnsden, moet zelfs de grootste voetbalhater als een opluchting voorkomen. Want zo aanstekelijk als in "het mensenleven" tussen 1879 en 1958 (de introductie van het betaalde voetbal) is volkssport nummer één zelden meer in beeld gebracht.
Documentairemaker Sherman de Jesus verzamelde een schat aan archiefbeelden uit die periode en stelde er een associatieve en poëtische, maar vooral humoristische documentaire uit samen. Getrouw de chronologie volgend van de veertienjarige Fries Pim Mulier die in 1879 de eerste Nederlandse voetbalclub oprichtte, HFC, tot de gloriedagen van Abe Lenstra en Faas Wilkes in de jaren veertig en vijftig, wisselt hij historische journaalbeelden af met opgeruimde kantoormeisjes die in onberispelijke Nederlands vanachter hun typemachine zingen: "Voetbal geeft je kracht en pit, voetbal houdt je ‘body’ fit." Dat is nog eens wat anders dan het geknepen gekweel van André Hazes.

Hoge hoed
Het is met Leve het bruine monster (een koosnaampje voor de genaaide bruinleren voetbal van vroeger), die niet voor niets als ondertitel heeft ‘Een ode aan het voetbal’, als met een sterk verhaal. Het liefst wil je alle details met je toehoorders delen. Zoals de drie bomen die er op het speelveld van die eerste, Haarlemse voetbalclub stonden en waarmee de spelers allerlei onverwachte één-tweetjes aangingen. Of dat er even sprake van was dat de hoge hoed deel uit zou gaan maken van het officieel wedstrijdtenue voor voetballers (in navolging van de formele Engelse sportkleding). Totdat iemand opmerkte dat dat wel eens lastig zou kunnen worden bij het koppen.
Al dit soort komische details versterken de indruk dat voetbal voor de liefhebbers een uiterst serieuze zaak is en was. Juist omdat we er nu om kunnen lachen wordt duidelijk dat we er niet mee kunnen spotten. Dat blijkt ook uit de commentaarteksten (al even plechtig ingesproken door Huub Stapel en Gijs Scholten van Aschat) waarin wedstrijdcommentaren, gedichten van Cees Buddingh’, Willem Wilmink en Jules Deelder moeiteloos overgaan in bijbelse verwijzingen naar de strijd van David tegen Goliath.
Hoezeer vandalisme, clubcards, torenhoge transfersommen en salarissen, commercie en agressie vandaag de dag het beeld van de voetbalsport ook mogen domineren, onder die hoeden en achter die sigarenrokende supporters van vroeger school eenzelfde fanatisme als vandaag. Een verloren wedstrijd was een persoonlijke nederlaag. Al zouden wij nu nooit meer zo’n relativerend filmpje kunnen maken als het fragment over Kees de melkboer, ‘sponsor’ van het plaatselijke team. Als zijn club verliest gaat hij volgens de verteller met zo’n bedrukt gezicht zijn wijk rond dat het lijkt alsof hij zure melk verkoopt.

Dana Linssen