Leave No Trace

‘Het is illegaal om in de openbare ruimte te wonen’

Geen melodrama en geen psychologisering in Debra Graniks Leave No Trace, over een vader en een dochter die afgezonderd van de wereld overleven in de bergen.

Het zijn al die fragiele kleine handelingen die Leave No Trace vanaf het begin af aan zo liefdevol en verdrietig maken. Hoe prille Tom en haar vader in de bossen buiten Portland houtjes splitten en krullen zodat ze beter vlam zullen vatten. Hoe ze fijngemaakte eierschalen rondom een slabedje strooien, zodat de slakken er niet van zullen eten. Daaraan zie je meteen dat die twee niet zomaar aan het wildkamperen zijn. Ze leven daar. Ver weg van alles.

Dat het een zelfgekozen isolement is blijkt ook uit de ‘drills’ die ze af en toe houden: zich snel uit de voeten maken zonder sporen na te laten. Ze willen niet gevonden worden.

Maar net zoals ze soms toch voetafdrukken nalaten in de vochtige bosgrond, zo trekt hun voorgeschiedenis ook een pad door de film. Vader Will is ex-militair met PTSS, die helikopters hoort ook als ze er niet zijn. Zijn medicijnen haalt hij braaf op in een futuristisch ziekenhuis voor veteranen, maar verkwanselt hij vervolgens aan een groepje daklozen dat lager in de bergen leeft. Zo komen hij en zijn dochter aan geld om de broodnodige aanvullingen op hun dieet van wilde paddenstoelen en planten te kopen. Hoe groot zijn trauma is blijkt later als Tom tussen zijn papieren een krantenknipsel vindt dat nog iets meer over zijn verleden onthult.

Over het algemeen is de film spaarzaam met het geven van achtergrondinformatie. Regisseur Debra Granik (de ‘ontdekker’ van Jennifer Lawrence in het voor een Oscar genomineerde indiedrama Winter’s Bone) is niet uit op groot drama. Dat is niet waar haar op een waargebeurde geschiedenis uit het boek My Abandonement van Peter Rock gebaseerde film om draait. Geen melodrama, geen psychologisering. Wat ze eigenlijk wil laten zien, is dat het feit dat mensen veerkrachtig zijn niet betekent dat hun situaties zomaar geaccepteerd moeten worden.

Net als in al haar films focust ze ook nu weer op mensen, en dan met name vrouwen, die in de marges van de maatschappij leven. Een leven dat soms overleven is. Maar in haar films laat ze ook altijd zien dat dat een leven is dat een vrije keuze kan zijn, en waardig en gracieus geleefd kan worden. Vandaar al die aandacht voor detail.

Bovendien: hoe kun je beter laten zien wie mensen zijn dan in hun handelingen? Woorden hebben Will en Tom niet nodig. Hun alledaagse routines voltrekken ze in harmonie met elkaar en met de natuur.

Dat alles wil niet zeggen dat Leave No Trace een geromantiseerd beeld geeft van een leven dat zich zowel op als voorbij de grenzen van de burgermaatschappij afspeelt. Geen ‘checking out’ à la de hippies of de post-digitals. Geen Henri David Thoreau’s Walden om het lot te vergoelijken van degenen die door Amerika in de steek gelaten zijn. Ook geen rechtse idealisering van zelfredzaamheid of het leven van de ‘freemen’, de laatste ‘kolonisten’ die zich alleen naar eigen goeddunken aan de wet willen houden. Maar het zijn wel allemaal echo’s en aardlagen van haar verhaal.

Leave No Trace vertelt net zoveel over de verstoorde relatie tussen land en wet als de westerns van John Ford, The Man Who Shot Liberty Valence in het bijzonder. Ook hier heb je die botsing tussen verschillende soorten vrijheden. Ze worden verwoord door sociaal werkster Jean, die werkelijk het beste met Will en Tom voorheeft (zoals ze eigenlijk alleen maar mensen ontmoeten die het beste met hen voorhebben). Het zijn de paradoxen waar het neoliberale kapitalistisme geen uitweg voor heeft: “Het is geen misdaad om dakloos te zijn, maar het is illegaal om in de openbare ruimte te wonen.” En: “Het is belangrijk dat jullie je aan de regels houden zodat je onafhankelijk kunt blijven.” Ze worden zomaar even terloops uitgesproken. En je kunt je eindeloos emotioneel involveren met het coming of age verhaal van Tom (dat misschien niet helemaal toevallig samenvalt met haar naderende lichamelijke volwassenwording). Maar je kunt het nooit begrijpen zonder deze twee zinnetjes te horen.