LANDSCHAPPEN WAAR NIEMAND VAN WEET

Melle eert Melle

Het woord perspectief heeft zoals zoveel woorden een letterlijke en een figuurlijke betekenis. Een uiterlijk, concrete en een innerlijk, abstracte. Het landschap dat we zien krijgt betekenis door ons innerlijk landschap, het perspectief van waaruit we tegen de wereld aankijken. De filmer Melle van Essen onderzoekt het perspectief van zijn oudoom Melle Oldeboerrigter en zet daar zijn eigen perspectief naast. Een ontmoeting van beelden.

Melle van Essen heeft het vak geleerd zoals dat vroeger ging, toen er nog geen filmacademies bestonden. Sjouwen met kabels en lampen, een beetje camera-assistentie, enzovoort. Geen slechte methode blijkt dan weer. Bij de Freek de Jonge-shows heeft hij met licht leren toveren en bij Johan van der Keuken heeft hij geleerd dat de camera ‘een meneer’ is, een meneer die zijn plaats weet, maar toch aanwezig is. Een keiharde werker, die ondanks zijn jonge leeftijd aan meer dan dertig documentaires heeft meegewerkt. Als cameraman en co-regisseur leverde hij zijn aandeel aan de documentaires over Midden-Amerika van Frank Diamand en deze tekent nu op zijn beurt voor de produktie van Landschappen waar niemand van weet.
Melle Oldeboerrigter (1908-1976) was een tamelijk geruchtmakende Amsterdamse schilder. Door zijn precies geschilderde, sensuele en wat macabere schilderijen joeg hij veel autoriteiten tegen zich in het harnas, maar verzamelde hij ook een schare volgelingen om zich heen. Hij was net als zijn achterneef autodidact, een anarchistisch familietrekje zou je kunnen zeggen, want de jonge Melle Oldeboerrigter kwam uit een gezin dat het anarchisme vol toewijding omarmde. De film is voornamelijk gebaseerd op interviews met de zuster (Liberta!), de ex-vrouw en de ex-vriendin van de schilder. Deze drie vrouwen scheppen het beeld van de man die zich ontwikkelde van een jonge wereldverbeteraar tot een oude cynicus.
Vooral de schaarse woorden van Liberta zijn zo pregnant, dat veel van de ontroering die deze mensengeschiedenis teweeg brengt, daaraan opgehangen kan worden. Het pleit voor de interviewer die zijn relatie met de ondervraagde (zijn oma) gevoelig en toch ingehouden neerzet. Liberta blijkt net als haar broer afstand genomen te hebben van de oude idealen, maar zonder wrok en met veel humor. De tijden zijn veranderd, maar de vonk van de vrijheid voel je nog smeulen in haar woorden. Haar man Joop leest aan het eind van de film een brief voor, die hij eens aan zijn zwager schreef. Een uitweiding die voor de filmlengte en het ritme iets te ver gaat, maar ook veel duidelijk maakt over de schilder Melle: hij had de ellende van de wereld gewoon nodig om te kunnen schilderen.

Beeldrijm
De interviews worden doorsneden met geschilderde beelden van bizarre landschappen vol gedrochten die dreigen of bedreigd worden; hun seksueel verkeer maakt de zaak er niet vrolijker op.
Melle van Essen zet daar zijn eigen filmbeelden tegenover, deels geënsceneerd, deels materiaal uit VPRO’s ‘Diogenes’. Hij heeft ook een voorliefde voor het leed en het bizarre en hij laat deze twee elementen bijna ongescheiden door elkaar optreden. Een kijk op de wereld zonder meteen te oordelen, die zijn samenwerking met Johan van der Keuken verraadt. Als een soort beeldrijm lichten deze stukjes werkelijkheid op uit het zwart en faden daar weer naar terug, een subtiele werkwijze die de poëzie van de film versterkt. Prachtig van licht zijn de geënsceneerde beelden en vaak heel fragmentarisch, bijna alleen vorm en kleur.
Hij sluit hiermee aan op punten in het levensverhaal, de oorlog bijvoorbeeld. Wat maar weinig mensen weten of willen weten is dat de Amsterdamse bevolking vrijwillig aan boekvernietiging deed, maar dan niet door middel van vuur maar door middel van water. Volgens vriendin Marth lag de Amstel vol met boeken. Melle van Essen zet hier hele mysterieuze water- en boekbeelden tussendoor, maar de naakte lichamen aan de wallekant zijn een wat al te letterlijke vertaling van de vernietiging van het lichaam die op de vernietiging van de geest volgt. Zoals bij vele generatiegenoten is de oorlog cruciaal geweest voor de schilder Melle. Toen wist hij pas zeker dat hij in deze wereld niets te zoeken had en begon hij aan een eigen universum te bouwen. Aan landschappen waar niemand van weet en waar hij het voor het zeggen had. Uiteindelijk was Melle alleen, ondanks het huwelijk dat hij sloot naast zijn ‘vrije huwelijk’ met Marth, ondanks zijn vrienden en ondanks zijn leerlingen en het beetje erkenning dat hij als kunstenaar kreeg. Hij wilde geen uitleg bij zijn schilderijen geven, zoals blijkt uit de beelden van de televisiedocumetaire uit 1972. Het waren mysteries waar hij soms zelf van huiverde, maar toch de baas over probeerde te zijn. Landschappen waar niemand van weet laat dat mysterie van de schilder Melle heel en ontroert door het heroïsche in dit leven dat gedoemd is te sneuvelen.

Eddy van der Meer