LAND OF THE DEAD

Springlevende zombies

  • Datum 06-12-2010
  • Auteur
  • Gerelateerde Films LAND OF THE DEAD
  • Regie
    George A. Romero
    Te zien vanaf
    01-01-2005
    Land
    Verenigde Staten
  • Deel dit artikel

Met zombiefilms worden we tegenwoordig doodgegooid. Pionier George A. Romero sloeg terug met Land of the dead.

De zombiefilms van George Romero behoeven eigenlijk geen introductie meer. Dit feit wordt door de film zelf onderstreept: tijdens de titelsequentie wordt namelijk alle expositie gegeven die nodig is. De doden komen tot leven, de zombies nemen de wereld over. Wie door hen gebeten wordt, verandert zelf ook in een zombie. Land of the dead is Romero’s vierde film in de reeks, die in 1968 begon met Night of the living dead — de klassieke film die het zombiegenre tot leven wekte. Ondanks het bekende gegeven is Land of the dead een onderhoudende en vooral humoristische film geworden.
De zombies zijn in de meerderheid. Wat er nog over is van de (Amerikaanse) mensheid verschuilt zich in de stad Fiddler’s Green. Hier leeft de elite in een ivoren toren onder toezicht van de meedogenloze zakenman Kaufman (Dennis Hopper). Een wankel status-quo dat bedreigd wordt zodra de zombies zich organiseren en hun leider Big Daddy (Eugene Clark) volgen. Hun doel is simpel: de stad overnemen en de elite van de troon stoten.
In recente horrorfilms komen vooral hypersnelle levende doden voor, zoals in de remake Dawn of the dead (Zack Snyder, 2004). Romero blijft gelukkig trouw aan zijn traag bewegende zombies, hoewel deze wel mentaal zijn opgevoerd. Dit keer ontwikkelen de zombies namelijk een bewustzijn, waarbij ze hun oude bestaan proberen na te leven. Ze leren van hun fouten en ontwikkelen een primitieve vorm van communicatie. De plot krijgt een marxistische draai als de arbeiders/zombies hun gereedschap als wapen inzetten tegen de onderdrukking door de elite. Zo stopt Romero universele thema’s in een horrorjasje.
Net als in de andere delen levert hij flinke kritiek op de hedendaagse sociaal-politieke situatie. De verwijzingen naar Jihad, terrorisme en de bedreiging van de American Dream zijn niet te missen. Hopper schreeuwt dat hij niet met terroristen onderhandelt en dat ‘ze’ niet het recht hebben om hun rijkdom af te pakken. Dat de leider der zombies een grote zwarte vent is die Big Daddy heet mag ook geen toeval zijn. Het is altijd de Ander die voor de witte Amerikaanse elite een bedreiging vormt. Juist omdat het hier om zombies gaat, krijgt het gegeven een wat sarcastische lading en wordt de angst voor de ander belachelijk gemaakt. Ook de idee dat de rijken leven over de ruggen van de onderklasse die in de sloppenwijken van de stad wonen is niet nieuw. Uiteindelijk is het deze onderklasse die door de huurlingen gered wordt. Zo is er toch nog hoop voor de mensheid, al vraagt Baker zich hardop af of de voormalige afvalligen niet gewoon een nieuwe elite zullen vormen, en alles weer van voren af aan begint.

Smakkend
Land of the dead dient de verplichte ingrediënten van het genre smakelijk op. De film bevat een paar mooie shots van zombies die uit het water rijzen en een subliem, bijna abstract beeld in vogelperspectief van honderden zombies die over straat lopen. Er valt voor de fans genoeg te genieten van ontploffende lichamen, afgerukte ledematen en smakkende zombies die zich tegoed doen aan mensenvlees. Ook gevatte oneliners ontbreken niet. Hopper heeft de mooiste als hij zegt: "In een wereld waarin de doden terug tot leven komen, verliest het woord ‘probleem’ een hoop van haar betekenis."
Helaas functioneren de schetsmatige personages slechts als typetjes. Zo is Simon Baker de antiheld, John Leguizamo de psychotische rechterhand en Asia Argento het hoertje met het gouden hart. Hierdoor blijft de film wat in het ideeënstadium steken. Toch is het fijn om te constateren dat Romero nog steeds met zijn zombies weet te boeien en een film maakt die dieper gaat dan de reeks recentelijk geproduceerde tienerzombiefilms. Romero houdt met Land of the dead het genre levend en biedt tussen alle splatter en gore ruimte voor (lichte) overpeinzingen.

Michael Minneboo