Land of Plenty

Los Angeles als oorlogszone

De Amerikaanse Droom zwoer Wim Wenders al af in Paris, Texas, maar de droom van wereldvrede koestert hij in Land of Plenty als nooit te voren. Klef? Alleen als je tot het einde blijft zitten.

Volgens de heersende opinie is Wim Wenders al jaren lang de weg kwijt, en velen verklaarden hem zelfs artistiek failliet. Wenders verschafte zijn critici de nodige ammunitie met de topzware ideeëndrama’s The End of Violence en The Million Dollar Hotel, terwijl flinterdunne muziekfilms Buena Vista Social Club en The Soul of a Man evenmin aanknopingspunten boden om te hopen op een creatieve wederopstanding.

Maar toch. Het is een tamelijk onverteerbare gedachte dat de maker van gekoesterde favorieten als Der amerikanische Freund, Paris, Texas en Der Himmel über Berlin voorgoed moet worden afgeschreven. In Land of Plenty herkennen we gelukkig iets terug van de oude Wim Wenders. De snel gedraaide dv-productie heeft af en toe zelfs de gehaaste urgentie van Alice in den Städten. Nu is het de Amerikaanse Lana (Michelle Williams) die uit Israël terugkeert naar haar vaderland, om in Los Angeles op zoek te gaan naar de broer van haar overleden vader. Daar belandt Lana opnieuw in een oorlogszone, als de jonge idealiste vrijwilligerswerk gaat doen voor een christelijke daklozenopvang in het tot een getto verworden centrum van L.A., “the hunger capital of the USA“.

In een parallelle montage leren we haar oom Paul (John Diehl) eveneens kennen als een wereldverbeteraar, maar dan ter rechter zijde van het politieke spectrum. Zijn als Vietnam-soldaat opgelopen trauma is na de aanslagen van 9/11 opgeblazen tot hamburgervette paranoïa. Als een eenmans-CIA probeert de op technologie gefixeerde patriot Los Angeles te behoeden voor terroristische aanslagen door verdacht (oftewel: Arabisch) ogende types.

Naastenliefde
De softe missionaris en de harde terroristenbestrijder vinden elkaar na een brute straatmoord op een Pakistaan. Terwijl Paul een allesomvattend complot vermoedt, wil Lana alleen maar een daad van naastenliefde verrichten door het lijk terug te bezorgen bij de broer van het slachtoffer. Onderweg discussiëren ze over de betekenis van Amerika in de wereld, en over de rol die ze zelf willen spelen.

Het interessantste deel van de film is dan al voorbij. Sterk zijn vooral de dynamisch gemonteerde scènes waarin de hoofdpersonen nog volstrekt langs elkaar heen leven in het jachtige L.A. Vooral John Diehl overtuigt als de compleet maffe terroristenjager, die al zijn gedachtekronkels in militair jargon toevertrouwt aan een bandrecordertje.

Wenders zet de humor soms iets te kluchterig aan door Pauls operaties te begeleiden met A-Team-achtige filmmuziek, maar Diehl geeft zijn personage voldoende menselijke tragiek mee om daar tegenop te kunnen. Na de begrafenis van de Pakistaan is alles wat nodig is gezegd en gedaan. Helaas gaat Wenders dan nog even door met bevlogen dialogen waarin hij een positieve draai probeert te geven aan de gebeurtenissen van 9/11, waarbij het stichtelijke lied ‘Land of Plenty’ van Leonard Cohen de toon zet. Maar als je direct na die begrafenis weg gaat heb je zowaar een hele aardige nieuwe Wenders gezien.