Klanken van oorsprong

Wat best nog even hardop gezegd mag worden

  • Datum 30-05-2018
  • Auteur
  • Gerelateerde Films Klanken van oorsprong
  • Regie
    Hetty Naaijkens-Retel Helmrich
    Te zien vanaf
    01-01-2018
    Land
    Nederland
  • Deel dit artikel

Onze popmuziek is sterk beïnvloed door Indonesische Indo-rock, laat Hetty Naaijkens-Retel Helmrich zien in haar eerbetoon aan ‘de pioniers van de Nederlandse popmuziek’.

U wist vast niet dat Maleisië ooit serieus heeft overwogen om van Anneke Grönlohs Brandend Zand het volkslied te maken. Er is zelfs op regeringsniveau over gestemd. Waarom het uiteindelijk niet doorging wordt niet duidelijk in de documentaire Klanken van oorsprong van Hetty Naaijkens-Retel Helmrich maar dat hoeft ook niet. Belangrijk is dat de grotendeels via crowdfunding tot stand gekomen film vol zit met zulke verborgen verhalen. Want wist u dat de Blue Diamonds, toen ze vanwege hun enorme populariteit als eerste Nederlandse artiesten samen met Grönloh waren uitgenodigd om in Indonesië op te treden, door de Nederlandse regering werden verzocht om zich daar een beetje als ambassadeurs te gedragen? Omdat de relatie tussen beide landen zacht gezegd nogal beroerd was?
De film is opgedragen aan de pioniers van de moderne popmuziek. Dat wil zeggen: Indonesische muzikanten die na de Indonesische onafhankelijkheid het land uit werden gebonjourd, zoals iemand het in de film zegt, en naar Nederland kwamen. Zij hadden al door welke enorme culturele schok eraan kwam met de rock ’n roll en importeerden die muziek in hun eigen variant naar Nederland. Nog voordat Europeanen goed en wel beseften wat er gebeurde.
Dat is iets wat zelden hardop gezegd wordt in de Nederlandse popgeschiedenis. Dat is nog een groter verborgen verhaal. De tragiek van Indische Nederlanders is dat na de onafhankelijkheid nooit naar die verhalen geluisterd werd. In Nederland wilde men niet herinnerd worden aan de eigen wandaden in Indonesië, en bovendien had men genoeg aan de eigen trauma’s want de nazi’s waren net vertrokken. Maar de pijn was groot, blijkt in de tweede helft van de film. Mensen kwamen naar Nederland met herinneringen aan uitstoting en Japanse concentratiekampen. Maar niemand luisterde.
Het heeft iets wrangs dat het publiek niet naar die verhalen maar wel naar de muziek wilde luisteren. Maar je kunt ook zeggen dat de identiteit die men zowel hier als in Indonesië niet kreeg, misschien een beetje werd gevormd en gesterkt door die muziek. Want, zegt een van de sprekers in de film, elke straat in Den Haag had in die tijd wel een Indo-bandje.
Er zijn nog veel meer verhalen die de film niet vertelt, proef je, maar Naaijkens-Retel Helmrich moest zich beperken want het budget was bescheiden. Soms mis je een iets strakkere hand in het vertellen maar tegelijk is het mozaïek aan ervaringen de grote kracht van deze film. Een film die weer eens laat zien dat de Nederlandse (pop-)cultuur veel multicultureler is dan sommige mensen ons willen doen geloven.

Ronald Rovers