Io sono l’amore

Aristocrate stapt uit diepvriezer

Io sono l’amore

In het stijlvolle, operatekse drama Io sono l’amore stort een met een Italiaanse industrieel getrouwde vrouw (Tilda Swinton) zich in een onmogelijke liefdesrelatie.

Je moet maar durven in een tijd dat rauw realisme de wet is in de artfilm. Hoe expliciet-realistischer hoe beter. ‘Throw it in your face’, is het motto. De Italiaanse regisseur Luca Guadagnino heeft er geen last van.

In zijn derde speelfilm Io sono l’amore – de vorige waren niet in Nederland te zien – trekt hij zoveel melodramatische en operateske registers open, dat realisten gillend weg zullen rennen. Dat moeten ze dan maar doen, maar iedereen die gelukkig werd van Il divo (2008), de filmopera over de Italiaanse politicus Andreotti, moet Io sono l’amore niet overslaan.

De film opent met een besneeuwd Milaan. Omdat Guadagnino niet bang is voor symboliek, weet de kijker meteen welke kant het opgaat: de sneeuw bedekt geheimen. Ze bevinden zich in de boezem van de steenrijke textielfamilie Recchi, die bij elkaar komt in een villa om de verjaardag van de familiepatriarch te vieren. Terwijl het keukenpersoneel strest om alles op tijd op tafel te krijgen, schept de oude man op over zijn prestaties: “We hebben onze naam in de geschiedenis van ons land gekerfd.” Op zijn aankondiging dat hij met pensioen gaat, kijken de familieleden met een blik van: eindelijk. Omdat de oude zichzelf eigenlijk onvervangbaar vindt, draagt hij de leiding over aan twee familieleden, zijn met een Russin getrouwde zoon en de volwassen zoon van dit stel. Het is het begin van het einde van het imperium. De twee weten niet hoe snel ze de fabriek moeten verkopen.

Roes
Het instortende familie-imperium vormt de achtergrond van het eigenlijke verhaal. Dat gaat over de in de familie ingetrouwde Russische vrouw die altijd haar gevoelens heeft moeten wegdrukken in deze ijzige familie, waarin alles decorum is. Als ze erachter komt dat haar dochter een geheime lesbische verhouding heeft, stimuleert dat haar om voor het eerst in haar leven ook haar hart te volgen. Ze belandt in de tuin (en de armen) van de vriend van haar zoon en dompelt zich als Lady Chatterley onder in een seksuele roes. Guadagnino toont hun vrijscènes in de natuur met veel bloemen, insecten en gefilterde zonnestralen. Ja, dat is edelkitsch, maar het werkt in de prachtig rusteloos gefotografeerde film. Later overspeelt de maker wel zijn hand met een uit de lucht vallende dramatische gebeurtenis, die de opmaat vormt voor het slotakkoord.

Io sono l’amore is geen perfecte film, maar de minpunten vallen alleen al weg tegen het geweldige optreden van Tilda Swinton. Prachtig hoe zij als Russin uitstraalt dat zij zich niet thuis voelt in het kille Italiaanse elitebestaan en verlangt naar een zintuiglijk leven, waarin gevoelens niet in een diepvriezer hoeven te worden opgeborgen. Io sono l’amore is een kruising tussen de aristocratische grandeur van Visconti’s werk en de sensualiteit van Lady Chatterley’s Lover. Barok? Nou en? Leve Italiaanse filmmakers met lef.