Interstellar

Liefde in tijden van zwarte gaten

Wanneer de aarde op is, reist een groep astronauten door een wormgat naar het andere einde van het universum in de hoop een nieuwe bewoonbare wereld te vinden. Ze ontdekken een plek waar alles anders loopt.

Het allermooiste aan Interstellar is dat je op aarde blijft, ook al ben je met de personages door een wormgat naar het andere einde van het universum gegaan. Of waar ze dan ook belanden. Dat komt omdat de film eigenlijk gaat over de schaarse tijd die we als mensen met elkaar hebben en niet over monsters en special effects, al zitten er genoeg speciale effecten in de film. Je voelt iedere seconde die de hoofdpersonen door die ruimtereis van elkaar verwijderd zijn pijnlijk verstrijken. Als iets het monster is in deze film dan is dat de tijd. Een monster dat gekoesterd moet worden.

Christopher Nolan heeft namelijk een science fiction film gemaakt over de liefde. Op z’n Hollywoodstudioistisch, zou de Britse criticus Ronald Bergan zeggen, dus Nolan kreeg na de eerste screenings nogal wat kritiek te verduren over het hoge sentimentele gehalte van de film. Het is waar: er zit veel en vet en keurig afgerond drama in en de plot rammelt soms net zo hard als dat ruimteschip bij de lancering doet dat Matthew McConaughey en Anne Hathaway op weg stuurt om voor de mensheid een nieuwe bewoonbare planeet te zoeken. En misschien had Nolan die plot wat meer aandacht moeten geven en wat minder aan de correcte weergave van Kip Thorne’s astrofysische theorieën over wormgaten en zwarte gaten. Maar eigenlijk maakt het niet uit. De reis die Interstellar je laat afleggen wordt er niet minder om. Niet echt.

Grote gebaren
Die reis is er een van onvoorstelbare afstanden en ontzagwekkende vergezichten. Laat je daardoor verrassen. Een plotbeschrijving maakt het allemaal te concreet nu, hier op papier, en het gaat juist niet om die concrete twists and turns. Die zijn ouderwets Hollywood. Het gaat om het je verloren voelen in ruimte en tijd. Om het besef dat de lengte- en tijdseenheden van het universum niet voor ons bedoeld zijn, en dat de krachten die daar heersen zo verpletterend zijn — dit is een plek waar planeten sterven en geboren worden — dat we daar misschien helemaal niks te zoeken hebben. Laat staan te vinden. Maar wat moet je als de planeet niet meer wil?

Toch waren dat de krachten en eenheden waarmee Nolan moest werken en de kunst is dan om de film klein te houden. Om die oneindig uitgestrekte duisternis te laten voelen, maar er niet in te verdwijnen. In Hollywoodland is er maar een kracht die alles overwint — behalve winstdeling — en dat is de liefde. Sommige mensen en nogal wat critici vinden films die drijven op grote gebaren poseurs, maar dat is een calvinistisch sentiment waar je beducht op moet zijn. Laat Jessica Chastain maar tranen met tuiten huilen — en mij trouwens ook — en laat die slotakte maar lekker onwaarschijnlijk zijn. Voor het kleine gebaar zijn er weer andere films.

Knullig
Ik durf zelfs te stellen dat Nolan er met opzet een zekere knulligheid in stopte. Nolan is een verklaard liefhebber van film, van het materiaal dus. En dat materiaal heeft grenzen, beperkingen. Je kunt er niet alles mee tevoorschijn toveren zoals je dat met digitale effecten kunt. Niet zo gek dus dat Interstellar in alle opzichten een film over grenzen is. Dat is de reden dat Nolan zoveel aandacht besteedde aan de weergave van Gargantua, het zwarte gat in het midden van de film. Hij moest het onvoorstelbare voorstelbaar maken en wilde zich aan de regels houden, aan de grenzen, in dit geval de theorieën van de Amerikaanse astrofysicus Kip Thorne. En omdat de geschiedenis van de sciencefictionfilm in zekere zin ook een geschiedenis van de knulligheid van special effects is, laat Nolan die knulligheid ook zien. Daarom zijn de robots zo belachelijk onhandig vormgegeven — ook omdat ze zo verwijzen naar de zwarte monoliet uit 2001: A Space Odyssey en dat is niet de enige verwijzing naar Kubricks klassieker — en daarom lijkt het soms dat de ruimteschepen modellen zijn. En juist daarom heeft het verhaal een paar van die onwaarschijnlijke twists. Omdat sciencefiction het genre van de onwaarschijnlijke twists is.

Toch heeft Interstellar naast die overdaad ook een zekere soberheid, en misschien is dat deels de invloed van de Nederlandse cameraman Hoyte van Hoytema. Stel jezelf als je weer op aarde geland bent na het zien van de film maar ‘ns de vraag wat nou echt buitenaards was, wat nou echt vreemd was? Echt vreemd, wezensvreemd, denk ik, waren niet de hoge golven op die ene planeet en het zwarte gat Gargantua — dat je ook fijn metaforisch kunt duiden — maar de keuze van de vaders en dochters om van elkaar weg te gaan. Om de schaarse tijd niet samen te delen. Want van die tijd is er maar één. Dat is de grens. De echte final frontier.