Infiltrant

André Hazes was een Marokkaan

Infiltrant

In de voor Toronto geselecteerde psychothriller Infiltrant worstelt Nasrdin Dchar als agent die binnendringt in een Marokkaanse bende met dubbele loyaliteiten.

Wanneer een verdachte tijdens zijn arrestatie nog even een snoeiharde kopstoot uitdeelt aan een vrouw, knapt er iets bij politieman Sam (Nasrdin Dchar). Hij sleurt de verdachte mee en tuigt hem af. Het komt hem op een schorsing te staan, waardoor hij zijn glanscarrière als smeris kan vergeten. Vanwege zijn Marokkaanse achtergrond krijgt hij van de narcoticabrigade toch nog een kans. Hij moet binnendringen in een Marokkaanse bende die zich bezighoudt met het kweken en verhandelen van softdrugs. Criminelen die er lustig op los meppen en makkelijk hun pistool trekken. Maar de meest gewelddadige van het stel toont ook een verrassende andere kant. In de auto draait hij André Hazes en galmt mee. “Hazes is een Marokkaan, vriend. Geboren in het verkeerde lichaam.” Het omgekeerde zou je over Sam kunnen zeggen: een Hollander in het verkeerde — want Marokkaanse — li­chaam. Als zoon van een Nederlandse moeder en een Noord-Afrikaanse vader groeide hij op in een Hollands dorp. De ambtenaar die hem rekruteert als infiltrant, herinnert hem er nog even fijntjes aan dat hij om erbij te horen altijd harder moest studeren en beter moest voetballen dan zijn Hollandse leeftijdgenoten.

De moeilijkste klus voor een undercoveragent — zo weten wij dankzij genreklassiekers als Infernal Affairs en Donnie Brasco — is het winnen van vertrouwen. Na aanvankelijk te zijn begroet met gewapend wantrouwen wordt Sams alter ego Said door de familie van drugsbaron Abdel (Walid Benmbarek) warm ontvangen. Het is het begin van Sams loyaliteitsconflict, dat gelukkig nergens wordt uitgesproken, maar dat wel mooi valt af te lezen aan Dchars gezicht en lichaamstaal. Bij zijn nieuwe Marokkaanse ‘familie’ wordt hij onthaald op warmbloedige feesten, compleet met ritueel geslachte schapen. Bovendien valt hij voor Abdels nicht, een moderne jonge vrouw met een medisch beroep. Sams verbinding met de Nederlandse bovenwereld staat daarmee in schril contrast. In een wat gezochte verhaallijn zien we hoe zijn moeder door ziekte vervreemd raakt van haar zoon. Ondertussen blijken zijn Hollandse superieuren steeds opnieuw manipulatief en onbetrouwbaar.

Prachtig is de scène waarin Said en zijn misdaadpartners in de Ardennen de oogst binnenhalen van hun wietplantage. Said lijkt te zijn vergeten dat die plantage is opgezet als een valstrik, en viert samen met zijn kompanen het resultaat van maanden hard werken in de illegale tuinbouw.

Effectief gebruik makend van anti-spectaculaire filmlocaties leidt Shariff Korver zijn geloofwaardige misdaadkroniek met vaste hand naar de onvermijdelijk ontknoping. Het superieure acteerwerk van Dchar doet de rest.