INFERNAL AFFAIRS

Gevangenen van de skyline

  • Datum 01-12-2010
  • Auteur
  • Gerelateerde Films INFERNAL AFFAIRS
  • Regie
    Wai Keung Lau, Siu Fai Mak
    Te zien vanaf
    01-01-2002
    Land
    Hongkong
  • Deel dit artikel

Infernal affairs: De pijn van de diepste hel

De Infernal affairs-gangstertrilogie was twee jaar geleden in Hongkong de eerste grote kaskraker van plaatselijke makelij in vele jaren. Dat is opmerkelijk, want de films zijn geen doorsnee actiethrillers. Eerder analyseren zij op meesterlijke wijze de schizofrenie van de moderne mens.

In Infernal affairs spelen veel scènes zich af op de daken van wolkenkrabbers of op groene heuvels met als achtergrond de glimmende skyline van de stad. De personages wanen zich in de hemel, maar in werkelijkheid hebben deze locaties een wrange betekenis. De Chinese titel van de films is namelijk Wujian dao, of ‘de weg van de Wujian’, die in het boeddhisme refereert aan het diepste soort hel, een plaats waar het lijden geen einde kent. De hel is de grote stad, waar design, architectuur en hoge technologie het dagelijkse leven overheersen. In deze wereld komen de hoofdpersonen, Chan (Tony Leung) en Lau (Andy Lau), tegenover elkaar te staan. Beide zijn politieagenten, Chan undercover bij de triaden en de corrupte Lau als infiltrant bij de recherchedienst namens de gangster Hon Sam (Eric Tsang). Centraal staat een verlossingsvraag: valt er te ontsnappen, met een ongeschonden ziel, aan de hel van het moderne leven?

Melancholiek
Het is geen frivole vraag en deze werken betreffen eveneens geen doorsnee Hongkongse actiefilms. Des te meer daarom viel twee jaar geleden het succes op van Infernal affairs in Hongkong. Het was namelijk de eerste grote kaskraker van plaatselijke makelij in vele jaren. Inmiddels zijn er twee vervolgfilms gemaakt, Infernal affairs II en III. Alledrie zijn het beeldschoon gefotografeerde werken. De gestileerde beelden wisselen elkaar snel af, zodat de regisseur eerder een sfeer of een gevoel op het scherm creëert dan dat hij een lineair verhaal vertelt. Als in een muziekvideo is stijl alles – tot aan de acteurs toe, die iconen zijn van de populaire Hongkongse cinema. Vooral Tony Leung heeft zich ontwikkeld tot supersteracteur. In de laatste jaren schitterde hij in twee Kantoneestalige meesterwerken: Zhang Yimou’s krijgskunstepos Hero en Wong Kar-wai’s liefdesverhaal In the mood for love. In deze films heeft Leung een soort trieste aantrekkelijkheid die vooral ook perfect past bij de melancholieke sfeer van Infernal affairs.
Deze sfeer is bepalend in het genre van de policier, van het werk van Jean-Pierre Melville, bijvoorbeeld Le cercle rouge (1970) en Bob le flambeur (1955), tot dat van de Amerikaanse regisseur en producent Michael Mann, bijvoorbeeld de televisieseries Miami Vice (1984) en Robbery homicide division (2002) en de film Heat (1995) met Al Pacino en Robert De Niro. In het bijzonder herinnert Infernal affairs aan het werk van Mann. De wijze waarop Sonny Crockett in Miami Vice als stille smeris bijna ten onder gaat aan de verlokkingen van cocaïne en snelle auto’s toont grote overeenkomsten met het lot van Chan: beide rechercheurs weten niet meer of zij bij de helden horen of bij de schurken.

Gespletenheid
Gaat het bij Mann om een crisis van mannelijkheid, de Infernal affairs-films draaien om gevoelens van gespletenheid bij zowel Chan als Lau. Boeiend is hoe de trilogie en het oeuvre van Mann, een van de belangrijkste cineasten van deze tijd, elkaar aanvullen. Manns mooiste werken zijn lofredes voor sterke mannen die strijd voeren met hun morele instincten. Bij het zien van Infernal affairs verschijnt vooral het adembenemende Miami Vice weer voor het geestesoog, bijvoorbeeld de aflevering waarin Sonny Crockett op het laatste filmbeeld een koelbloedige moord pleegt. Het meest schokkende is nog dat de makers in de daaropvolgende afleveringen op geen manier terugverwijzen naar Crocketts misdaad. Dat soort moorden, is de suggestie, is nu eenmaal deel van zijn leven.
De geest van Crockett keert terug in Manns recente, ondergewaardeerde Robbery homicide division waarin acteur Tom Sizemore de rol vertolkt van een rechercheur die nauwelijks nog nadenkt over ethische dilemma’s. Voor hem telt alleen het resultaat. Hij huivert niet dezelfde regels te overtreden als de boeven die hij achter tralies brengt. In foute mannen vindt Mann schoonheid, behalve in Crockett en Sizemore ook in de lange-afstandsloper in Manns prachtige televisiefilm The Jericho mile (1979) en in de maniakale rechercheur Vincent Hanna (Al Pacino) en de eenzame boef Neil McCauley (Robert De Niro) in Heat. Dit zijn melodramatische antihelden die in niets anders geloven dan zichzelf. En dat is Andy Lau ten voeten uit in Infernal affairs. In zijn ultramodieuze appartement vol communicatie- en multimediale apparatuur vertelt Lau’s vriendin over het boek dat zij aan het schrijven is. Het onderwerp: de schizofrene persoonlijkheid. Het ziektebeeld symboliseert het gefragmenteerde karakter van de personages in zowel de Mann-werken als in Infernal affairs I, II en III.

Architectuur
Waanzin en paranoia zijn in deze trilogie vooral af te lezen aan de setting. Sterker, zelden heeft architectuur een grotere rol in een film gespeeld dan in Infernal affairs. De wijze waarop de regisseurs de personages plaatsen binnen vreemd gevormde gebouwen en vertrekken vol futuristisch ogende meubelen herinnert aan Invasion of the body snatchers (1978), waarin Philip Kaufmann moderne architectuur gebruikt als metafoor om het uitmergelende effect van het kapitalisme te illustreren. Op dezelfde manier leven de mannen van Mann en die van Andrew Lau en Alan Mak in een omgeving die ontmenselijkt. Een gevoel van vervreemding is in bijna alle scènes aanwezig: personages zijn constant bezig óf hun identiteit te verbergen óf alles in het werk te stellen die identiteit terug te winnen. Chan, bijvoorbeeld, pleit bij zijn bazen om terug te keren naar een normale baan bij de politie. Dat is voor hem de enige manier om zijn ziel te redden. En dat zit er niet in. Hij en zijn corrupte collega Lau zijn gepijnigde zielen; ze zijn gevangen in de glimmende wereld waarin zij bewegen, van de neonverlichte straten tot de daken van de glazen wolkenkrabbers waar de hemel verdwijnt. De dood en de stad zijn alomaanwezig. In Infernal affairs III — het beste deel van de trilogie — is er een magistrale scène die de centrale thematiek van hemel en hel en de vervlogen mogelijkheid tot verlossing het beste illustreert: ergens buiten de stad ontmoeten Lau en dr. Lee, de vrouwelijke psychiater van Chan, elkaar op een begraafplaats. De compositie is zodanig dat de rechthoekige, witte grafstenen qua vorm corresponderen met de wolkenkrabbers op de achtergrond. De suggestie is dat er voor de personages geen uitweg bestaat; in hun dagelijkse werkelijkheid heerst de dood. Zij zijn nauwelijks meer wezens van vlees en bloed.

Siamese tweeling
Leven en dood, hemel en hel en heden en verleden zijn de tegenstellingen die het verloop van het verhaal bepalen. Doden en levenden lopen door elkaar heen en de kijker laveert tussen heden en verleden, tussen werkelijkheid en droom. In deel III ontwikkelt zich de verhaallijn van Chan die hulp krijgt van een psychiater, de mooie dokter Lee. Door zijn dubbelleven als gangster en rechercheur is deze spreekkamer de enige plaats waar hij rust kan vinden. Daar raakt hij verliefd op Lee. Jaren later, na zijn dood, ontmoeten Lee en Lau elkaar op de begraafplaats bij het graf van Chan. Terug in de spreekkamer verschijnt de dode Chan in spiegelbeeld, liggend op een bank naast Lau. Alleen Lau kan Chan zien.
Het is een complexe scène: ten eerste gaat het om een kenmerk van de ‘wujian’, de diepste soort hel, namelijk nimmer eindigende herhaling, zodat zich na twintig jaar precies hetzelfde afspeelt op precies dezelfde locatie; ten tweede ontwikkelt zich het idee van gespletenheid: Chan en Lau als twee delen van een geheel, als de Siamese tweeling in David Cronenbergs Dead ringers, die niet zonder elkaar kunnen leven. Ten derde, de mooiste betekenis is de zelfreflexieve kwaliteit die de hele film kenmerkt. Deze uit zich in de vorm van Lau als ‘auteur’ en als schizofreen: net als de kunstenaar, in dit geval de regisseur van de film, iets creëert door voor zijn geestesoog karakters binnen een verhaal te verzinnen, zo zit Lau in de spreekkamer van Lee en droomt hij over Chan. Hij ziet Chan naast hem liggen. Voor hem is Chan net zo echt als dokter Lee. De scène is in werkelijkheid het gevolg van de waanvoorstelling van een schizofreen. Lee zegt: "Als je blijft liegen, kan ik je niet helpen." Maar dat is het punt niet. Want als Lau niet liegt, dan bestaat deze film niet. Want wat is het maken van een verhaal anders dan liegen?

Lift
Is verlossing mogelijk op deze manier? Door middel van de psychotherapie? Door middel van het maken en analyseren van narratieve kunst? Dat is de vraag. En het antwoord komt al in deel II, wanneer de regisseurs de filosofie van de ‘wujian’ uitleggen met tekst op het scherm: in de avici-hel is tijd oneindig en is ruimte onbegrensd. Het lijden is derhalve grenzeloos. Dit is het lot voor hen die volgens het boeddhisme de vijf doodzonden overtreden. Ontsnappen aan de pijn in de diepste hel kan niet. Het enige wat Lau rest is berusten in het feit dat hij slecht is, en dat de ‘goede kant’ van zijn persoonlijkheid, gesymboliseerd door de dode Chan, nooit weer zal terugkeren. De strijd tussen goed en kwaad is beslecht. En het kwaad heeft overwonnen. Hier is geen ontsnappen aan. Zelfs de dood als uitweg is niet meer mogelijk. En derhalve sluiten de deuren van de lift zich in de wolkenkrabber. Het is donker. En de weg naar beneden ligt open.

Gawie Keyser

De hele trilogie is in Azië uitgekomen op uitstekend geproduceerde dvd’s, met anamorf beeld, DTS-geluid en Engelse ondertiteling.