Infancia clandestina

Opgroeien tussen de vuurwapens

  • Datum 06-06-2013
  • Auteur
  • Gerelateerde Films Infancia clandestina
  • Regie
    Benjamín Ávila
    Te zien vanaf
    01-01-2011
    Land
    Argentinië/Spanje/Brazilië
  • Deel dit artikel

De twaalfjarige Juan leeft een dubbelleven in het Argentinië van 1979: zijn ouders zijn bij het verzet en zijn schoolvriendjes kennen hem als Ernesto, in het uiterst persoonlijke debuut Infancia clandestina.

In de openingsbeelden van zijn speelfilmdebuut Infancia clandestina (‘clandestiene jeugd’) plaatst regisseur Benjamín Ávila ons direct vaardig in de schoenen van zijn twaalfjarige hoofdpersoon. In puntig gemonteerde beelden volgen we de ingewikkelde, illegale tocht van Juan, zijn ouders en zijn babyzusje, van hun toevluchtsoord Cuba terug naar thuisland Argentinië. De informatie komt in flarden, en wij voelen de onwetendheid van Juan mee. Want waarom moet hij zijn Cubaanse accent afschudden, en gaat hij voortaan als Ernesto door het leven?
Gaandeweg wordt duidelijk dat zijn ouders lid zijn van het ondergrondse verzet tegen dictator Videla. Dus hoewel Ernesto onder zijn nieuwe schuilnaam gewoon naar school gaat, groeit hij op in een huis waar politieke pamfletten en vuurwapens aan de orde van de dag zijn, waar hij bij het minste of geringste met zijn zusje de schuilplaats in de schuur in wordt gestuurd is, en waar een gewoon verjaardagsfeestje een eindeloos ingewikkelde operatie wordt. Gelukkig is zijn oom Beto er nog. De levensgenietende tegenhanger van Ernesto’s dodelijk serieuze vader benadrukt vooral dat er plezier in het leven moet zijn. Waar vechten ze anders voor?
Zo schakelt Ávila tussen een in essentie bekend coming of age-verhaal — Ernesto/Juan maakt vrienden en wordt verliefd op gymnaste María — en het politieke geweld dat in de jaren van de ‘vuile oorlog’ óók dagelijkse kost was. Ook daarin houdt hij vast aan het onschuldige perspectief van Juan/Ernesto: gewelddadige gebeurtenissen worden weergegeven in fragmentarische, bloeddoorlopen animaties, die vooral de reacties van Juan/Ernesto weergeven en het geweld zelf abstract houden.
Bij het zien van de film helpt het overigens te weten dat Ávila veel elementen van de film baseerde op zijn eigen kindertijd. Dat mes snijdt aan twee kanten. Het geeft hem uniek inzicht in zijn onderwerp, hoogst actueel en nog weinig besproken in het Argentinië waar kinderen als Juan/Ernesto inmiddels volwassen zijn. Maar het maakt ook dat hij hier en daar te weinig afstand kan nemen, en Ernesto’s leven in al te pastelkleurige softfocus nostalgie doopt. Dat was niet nodig.

Joost Broeren