IN DE GREEP VAN DE TANGO

Verslingerd aan de tweekwartsmaat

  • Datum 01-12-2010
  • Auteur
  • Gerelateerde Films IN DE GREEP VAN DE TANGO
  • Regie
    Leendert Pot
    Te zien vanaf
    01-01-1991
    Land
    Nederland
  • Deel dit artikel

Passie voor muziek is moeilijk onder woorden te brengen. Muziek is zo abstract. Als een bepaalde melodie of een beweging van een strijkstok een snaar bij je raakt is de ontroering het enige uiterlijke bewijs. Je adoratie voor muziek in woorden vangen blijft altijd behelpen. Maar omgekeerd geldt het ook. Met muziek iets zeggen gaat vaak makkelijker dan met woorden. Zoals Dennis Potter het onlangs nog in een interview met de Radio Times uitdrukte: "Music has a way of hitting a nerve in the popular imagination that no amount of dialogue can convey".

De twee hoofdfiguren in de films De korenslag en In de greep van de tango zijn verslingerd aan muziek. De vorm waarin zij hun hartstocht goten gaf documentarist Leendert Pot de mogelijkheid voor elk van zijn films een andere benadering te kiezen.
De korenslag volgt de uitwerking van het impulsieve idee van Geert van Tijn een zogenaamde openbare zangles voor tachtigduizend mensen te organiseren. Zo’n voorstel kan weliswaar charmant zijn en het fanatisme van de bedenker nog zo aanstekelijk, er zijn bepaalde minimumvoorwaarden waaraan een hoofdpersoon moet voldoen. En verstaanbaarheid is daar een van. Geert van Tijn praat helaas erg binnensmonds. Hij is de levende uitvoering van de ‘ridder van de doevige figuur’. Je staat dan ook niet gek te kijken als zijn plan, het Guinness Book of Records te halen, mislukt. Zijn naïeviteit komt in botsing met de bureaucratie, wanneer er daadwerkelijk iets moet worden georganiseerd. Het chaotische gerepeteer van zangliefhebbers die op de publiciteit afkomen, is tekenend voor Pots regiebenadering.

Blik bekende Nederlanders
Wie wil niet in het Olympisch Stadion in Amsterdam uit volle borst meezingen met de massa? Aan het begin van de film illustreert de regisseur Van Tijns uitspraken met beelden van een stadion vol voetbalsupporters. Van Tijn herinnert ons fijntjes aan de saamhorigheid die van zo’n massa mensen uit kan gaan. Beginnen supporters niet vaak gewoon, zomaar spontaan te zingen en zijn dat niet vaak operafragmenten, van Verdi bij voorbeeld?
Van Tijns eigen enthousiasme maakt hem blind voor de organisatieproblemen. Hij heeft iets bedacht en wil daar de artistieke kant van bewaken. En dan moeten de mensen van het in de arm genomen organisatiebureau niet aan komen zetten met rare publiciteitsvoorstellen. Een blik bekende Nederlanders opentrekken is echt uit den boze. Reclame is goed, maar daar zorgt Van Tijn liever persoonlijk voor. Het idee moet trouwens voor zich spreken. Theo Loevendie heeft zich er ook door laten inspireren. De krankzinnigheid van zoiets massaals gaf hem het idee voor een compositie.
De film laat alleen flarden van de voorbereiding zien en die zijn niet altijd even duidelijk. De tragiek en de ingehouden woede van de initiator geven de film zijn scherpe randjes. Wanneer Van Tijn te horen heeft gekregen dat het hele project — althans in Amsterdam — is afgeblazen vanwege financiële moeilijkheden, fietst hij kwaad weg. Maar niet alvorens zijn tas zenuwachtig onder de snelbinders te hebben gepropt. Eerder vertelde hij over de kleine mislukkingen in zijn leven, die hem tot eenvoudige muziekleraar degradeerde. Gelukkig vindt hij troost bij zijn cello.

Inspiratiebron
Dan heeft Carel Kraayenhof, de hoofdpersoon uit In de greep van de tango een heel andere instelling. Wij krijgen hem in het eerste shot op de rug te zien. In een straatje in Buenos Aires is hij op zoek naar het huis van tango-tekstschrijver Miguel Angel Olivera. Op de achterkant van Kraayenhofs t-shirt staat de vraag ‘How far can you get?’ Nou, het kan voor deze Nederlandse bandeonist nooit ver genoeg zijn.
De film wordt als een spannend geheel gepresenteerd. De camera volgt hem op reis naar zijn grote voorbeeld en inspiratiebron, de bejaarde maestro, Osvaldo Pugliese. Toen Kraayenhof Puglieses tangovorm hoorde werd hij acuut verliefd. De zogenaamde yumba bleek een nieuw ritmisch concept, want het had twee beats in plaats van de gebruikelijke vier. Kraayenhof legt uit dat er binnen de tangomuziek verschillende opvattingen heersen. Naast de moderne interpretatie zoals wij die van Astor Piazolla kennen tovert de oude Pugliese met zijn veelkoppige band al jaren melancholieke tonen in tweekwartsmaat te voorschijn.
Kraayenhof heeft zichzelf, met grote discipline, alle mogelijkheden van het bandoneon-instrument bijgebracht. De autodidact ziet duidelijk verband met de figuur van Pugliese en diens muziek: "Er schuilt verzet tegen de dingen in het leven, ook tegen de teleurstellingen". Hoe de oude Argentijnse communist en vakbondsinitiator de ups en downs van het leven vertaalde in meeslepende muzieknoten, dát sprak Kraayenhof aan. Puglieses liefde voor anderen, zijn solidariteit met mede-onderdrukten, bracht de componist en bandleider meerdere malen in het gevang. Tijdens optredens van zijn orkest werd consequent een rode anjer op zijn stoel gelegd ten teken van respect. De mensen zeiden dan "De tango is gevangen".
De sfeer die uit de film naar boven borrelt is liefdevol. Een dialoog in muziek. Of die nu komt van Kraayenhofs Tango Cuatro, van Roberto Alvarez of van de gelegenheidsband van Nederlandse en Argentijnse musici. Kraayenhof zegt te communiceren met zijn klankvolle toetseninstrument. Het is een taal die wij, mede dankzij de montage van de film, duidelijk verstaan.

Esther Kerkhof