Het bombardement

Naakt bij de hooischuur

Jan Smit als Rotterdamse volksjongen? Het moest niet gekker worden. Maar die controversiële casting blijkt een van de minste problemen van het mislukte Het bombardement.

Mag je een film maken over een traumatische gebeurtenis als het bombardement van Rot­ter­dam? Of preciezer, mag je er een film als Het bombardement over maken, waarin overduidelijk vooral op entertainment gemikt wordt? Mag je, zoals de film doet, een drama dat zulke sporen heeft nagelaten naar de achtergrond schuiven om een avonturenverhaal vol bakvis-sentimentaliteit te vertellen?

Die vragen houden de gemoederen al bezig sinds Ate de Jongs Het bombardement werd aangekondigd en zal ook na de release nog wel even doorsudderen. Een groep Rotterdammers kondigde een week tevoren via Facebook alvast protestacties aan; de film zelf probeert op voorhand te sussen door bijrollen te geven aan ere-Rotterdammers als Gerard Cox en Koos Postema.

Maar los van die vraag kun je je na het zien van Het bombardement afvragen of er in ieder geval niet een goede film over had kunnen worden gemaakt. De controversiële casting van Jan Smit in de hoofdrol blijkt uiteindelijk nog het minste probleem. De rol van amateurbokser Vincent de Graaf staat zo dicht bij de zanger dat hij zich degelijk staande weet te houden als centrum van de film. De chemie tussen Smit en Roos van Erkel, die in haar speelfilmdebuut even onervaren oogt als Smit, houdt hun scènes op de rails. Van Erkel speelt Eva, een Duits meisje dat is uitgehuwelijkt aan de Rotterdamse zakenman Dirk, maar door omstandigheden in de armen van Vin­cent geworpen wordt. “We leefden in twee verschillende werelden”, legt een bejaarde Vincent (met de stem van Aart Staartjes) behulpzaam uit: “Eva in luxe, ik met gaten in mijn sokken.”

Karakter en plot zijn vaak even opzichtig functioneel als die uitleggerige voice-over, die het eerste halfuur van de film overheerst. De Duitse Eva spreekt Nederlands omdat haar moeder uit Rotterdam komt (maar vooral zodat ze met Vincent kan praten). Volksjongen Vincent kan autorijden omdat zijn vader taxichauffeur was (maar vooral zodat hij Eva op sleeptouw door bezet Nederland kan nemen). En als ze stranden op een boerderij nadat hun auto door een Duits vliegtuig van de weg wordt geschoten, is dat vooral zodat ze elkaar halfnaakt kunnen bespieden bij de hooi­­­schuur.

Bovendien weet de film zijn epische pretenties niet waar te maken. Niet dat er iets mis mee is om een groots drama klein te houden, dicht bij de personages, maar in Het bombardement voelt het te vaak als een keuze uit beperking. Telkens weer zijn de begrenzingen van budget en techniek pijnlijk zichtbaar — vreemde camerastandpunten ingegeven door te moderne locaties; ontploffingen die consequent nét buiten het kader plaatsvinden. Voor een epische film is het te weinig episch; voor een klein karakterdrama is er te weinig karakter. De Jongs zelfverwoorde opzichtige gooi naar Titanic nodigt eerder de vergelijking uit met Michael Bay’s drakerige Pearl Harbor.