GOODBYE SOUTH, GOODBYE

Hou doet hip

  • Datum 24-11-2010
  • Auteur
  • Gerelateerde Films GOODBYE SOUTH, GOODBYE
  • Regie
    Hou Hsiao-hsien
    Te zien vanaf
    01-01-1996
    Land
    Taiwan/Japan
  • Deel dit artikel

De Taiwanese regisseur Hou Hsiao-hsien is met Goodbye south, goodbye een nieuwe weg ingeslagen. Het lijkt erop dat hij definitief afscheid heeft genomen van zijn reputatie als croniqueur van de Taiwanese geschiedenis. Bovendien is zijn filmstijl veel minder rigide dan we van hem gewend waren. Helaas weet de nieuwe koers van Hou nog niet te overtuigen.

Het was even schrikken toen er in Good men, good women, de vorige film van Hou Hsiao-hsien, ineens een fax-apparaat, schimmige nachtclubs en mobiele telefoons in beeld kwamen. Tot dan toe maakte de Taiwanese regisseur immers vooral verstilde films over het historische Taiwan. Met het autobiografisch getinte jeugdportret A time to live and a time to die (1985) zorgde hij voor de doorbraak van de Taiwanese New Cinema. Vervolgens dook hij dieper in het verleden en maakte hij The puppetmaster en City of sadness, die zich allebei afspeelden tegen de achtergrond van de woelige Chinees-Taiwanese geschiedenis.
Hou’s vorige film blijkt, achteraf bezien, een overgangsfilm. Good men, good women was een intrigerende, maar cryptische vervlechting van twee verhalen. Hou voegde een nieuw hoofdstuk toe aan de persoonlijke geschiedschrijving van zijn vaderland, omdat het de filmopnames laat zien van een historisch drama over de Taiwanese verzetsstrijders in de jaren veertig en vijftig. Tegelijkertijd ging Good men, good women echter ook over het leven van de actrice die in die speelfilm de hoofdrol speelt: een jonge vrouw die duidelijk lijdt aan hedendaagse grote-stadsblues. Ze hing rond in haar moderne appartement zonder dat haar luxe-leventje haar voldoening kon schenken. En omdat ze ooit het liefje van een gangster is geweest, verkeerde ze ook in kringen van de onderwereld in Taipei.

Varkensfokkerij
Kennelijk heeft Hou na Good men, good women de smaak te pakken gekregen. Zijn nieuwste film, Goodbye south, goodbye draait ditmaal geheel om de verloren generatie hedendaagse Taiwanezen en speelt zich ook in het gangster-milieu af. Hou volgt een stel jonge gelukszoekers: Kao, Platkop en diens geliefde Krakeling. Door middel van dubieuze handeltjes proberen zij het grote geld binnen te halen. Ze richten een illegale goktent op, maar die is geen lang leven beschoren. Een omslachtige zwendel rondom een varkensfokkerij heeft wel succes. Maar uiteindelijk worden hun grote ambities genadeloos afgestraft en zien zij in dat ze niet voor het geluk geboren zijn.
Blitse mafiosi zijn deze drie would-be gangsters dus allerminst. Hou benadrukt de peilloze leegte in het leven van de drie hoofdpersonen. Grote dromen blijven onvervuld, Kao, Platkop en Krakeling doden de tijd door een beetje rond te hangen. Zo is Goodbye south, goodbye thematisch verwant aan de films van de nieuwe, succesvolle generatie Oosterse filmers. De grote stadsblues kennen we ook uit het werk van Tsai Ming-liang (Vive l’amour) en Wong Kar-wai (Fallen angels).

Hand-held camera
Hou heeft voor deze modieuze wending zelfs een deel van zijn eigen stijl ingeleverd. Zijn vorige films werden gekenmerkt door eindeloos durende, statische shots en zorgvuldig gecomponeerde beeldkaders. Nu heeft Hou voor Goodbye south, goodbye weliswaar nog niet Christopher Doyle, de virtuoze cameraman van Wong Kar-wai, ingehuurd, maar de fotografie van deze film is een stuk minder rigide. Sommige scènes zijn zelfs met een hand-held camera gedraaid!
Over het algemeen doet Hou’s poging om het hedendaagse Taiwanese ennui te portretteren, echter bijzonder geforceerd aan. Verstilde scènes zijn voornamelijk langdradig en dragen de melancholieke Weltschmerz — anders dan in Good men, good women — niet over. Vanwege Hou’s impliciete vertelstijl kan Goodbye south, goodbye slechts matig boeien. Soms probeert Hou om de tijdelijke levenslust van zijn personages in beeld te brengen, maar ook dan slaat hij de plank mis. Zulke scènes vallen uit de toon, en zorgen er niet voor dat de kijker zich een enkel moment betrokken voelt bij het lot van de personages.
Als Hou wil weten hoe je met harde muziek en hectische bromfietsritjes wel het juiste levensgevoel van euforie en melancholie wil opwekken, moet hij nog maar eens naar de films van Wong Kar-wai kijken. Maar misschien kan hij zich beter beperken tot ingetogen drama’s over tijden die zich ver van het heden afspelen.

Pieter Bots