Gimme Danger — Long Live The Stooges

Muzikale revolutie in 25 woorden

Jim Jarmusch presenteerde op het afgelopen festival van Cannes niet alleen Paterson, maar ook diens luide tegenhanger Gimme Danger. De documentaire over de amateuristische protopunk van Iggy Pop & The Stooges is nu al beschikbaar voor de thuiskijker, maar kan het best ervaren worden op groot scherm met de volumeknoppen wijd open.

Er zit een fascinerende anekdote in Gimme Danger — Long Live The Stooges, de nieuwe Jim Jarmusch-muziekdocumentaire over Iggy Pop & The Stooges, die weet te illustreren waar de recht-voor-zijn-raap proto-­punk van Iggy vandaan kwam. Het rock­icoon leerde de fijne kneepjes van het vak dankzij Soupy Sales, een Amerikaanse televisiepersoonlijkheid en presentator van kinderprogramma Lunch with Soupy Sales (1953-1966). Sales vroeg zijn jonge fans om brieven te schrijven, maar stelde daarvoor een maximumlengte op van 25 woorden. Als je in 25 woorden fanmail kan schrijven, dacht Pop, kan je met hetzelfde woordenaantal net zo goed songteksten verzinnen. Dankzij die filosofie ontstonden klassiekers als No Fun, een nummer met een hook van niet meer dan vijf woorden. Juist deze elementaire benadering van popmuziek zette hem en The Stooges op de kaart.
Eerder vertolkte Iggy al een imbeciele schurk in Jarmusch’ hallucinante western Dead Man. In Coffee and Cigarettes mocht hij een versie van zichzelf spelen die volledig wordt overschaduwd door zijn koffie-, sigaret- en gesprekspartner Tom Waits. In Gimme Danger voelt de relatie tussen Iggy en Jarmusch’ camera dus bijzonder naturel. De punker op leeftijd is genereus in zijn anekdotes en schetst een gedetailleerd beeld van de wilde dagen van zijn rockband: de vroege experimenten met drugs, de niet bij te houden eerste concerten, de prille vormen van roem en de gevaarlijke flirts met heroïne die de band openbraken. Zijspoortjes over weekendjes met zangeres Nico, muziek maken met Bowie en een korte aanvaring met John Wayne maken van Gimme Danger een levendig portret van een band die nieuw leven blies in de Amerikaanse rockmuziek. Met hypermontages van found footage uit Los Angeles, een luide geluidsmixage, een sneer naar Bob Dylan en in your face titels in beeld kan Jarmusch een lange tijd de rauwe energie van de vroege Stooges bijbenen. Een aanrader: dankzij filmdistributeur Splendid is Gimme Danger ook een kleine bioscooproulatie gegund. Op groot beeld en vooral met goede speakers wordt pas echt voelbaar hoe uniek deze band is geweest voor zijn tijd.
Gimme Danger is op zijn best een liefdevolle ode aan de glorieuze amateur die tegen alle verwachtingen in blijft creëren. Daardoor vormt de film een interessant tweeluik met Paterson, Jarmusch’ poëtischer film over amateuristische woordkunstenaars. Maar waar Paterson tegen het einde steeds beter wordt, verliest Gimme Danger in toenemende mate aan zeggingskracht. Tegen de tijd dat Iggy en zijn bandleden een reünie organiseren is er niks glorieus meer aan het verhaal van The Stooges. De losgeslagen jonge amateurs maken plaats voor gecontroleerde professionals op leeftijd. Dan is Gimme Danger zelf ‘No Fun’: steeds minder een punky Jim Jarmusch-­film en steeds meer een schoolse muziekdocumentaire voor The Stooges-­adepten.

Hugo Emmerzael