GETTING HOME

Een trouwe schooier

  • Datum 23-11-2010
  • Auteur
  • Gerelateerde Films GETTING HOME
  • Regie
    Zhang Yang
    Te zien vanaf
    01-01-2007
    Land
    China/Hongkong
  • Deel dit artikel

In de komische road movie getting home sleept Zhao zijn dode vriend langs de absurde situaties op het Chinese platteland op weg naar zijn geboortedorp.

Een overval. Dreigend stapt een crimineel de bus in en strijkt met een metaaldetector over de borst, het kruis en de benen van de inzittenden. Is er buit dan piept het ding. Alles moeten ze inleveren, behalve een kunstbeen. Zhao geeft zijn eigen geld af, maar niet het geld van zijn vriend, die niet slaapt maar dood blijkt te zijn. Zijn geld heeft Zhao nodig voor diens begrafenis.
De Chinese regisseur Zhang Yang (1965) toont in getting home (luo ye gui gen) de geschiedenis van de trouwe schooier Zhao, die de laatste wens van zijn dode vriend vervult door hem in zijn geboorteplaats te laten begraven. Deze komische roadmovie speelt zich overwegend af op het West-Chinese platteland en is een roadmovie pur sang. Men verplaatst zich in bus of auto, maar ook als een zak rijst op de rug, of rollend in een tractorband. Zhao’s inventieve pogingen om het lijk van zijn vriend te verplaatsen zijn komisch en lijken op the trouble with harry (Alfred Hitchcock, 1955), waarin uiteenlopende mensen tobben met een lijk dat maar niet wil verdwijnen. De film doet ook denken aan de slapstickfilms van Stan Laurel en Oliver Hardy, waarin het ook denkbaar zou zijn dat iemand een autoband met de billen een berg op duwt.

Molshopen
De humor in getting home is subtiel en absurdistisch, door Zhangs spel met kleur en camera. Wanneer Zhao zich bijvoorbeeld in een op Viscontiaanse wijze geïntroduceerde begrafenisbijeenkomst binnen heeft weten te huilen, is de met rood satijn gevulde doodskist plotseling geel en leeg en zit de overledene naast hem om te vragen of hij goed gegeten heeft.
Het landschap schijnt net als het lijk steeds verder af te takelen, van bergen die als molshopen uit idyllisch graslandschap steken tot ingestorte rotsen die de weg versperren. Zhangs kracht zit hem in zijn vermogen om het natuurlandschap te erotiseren. De stad biedt hem die gelegenheid niet. Zhao’s belevenissen in Hongkong zijn daarom helaas een stuk minder interessant dan die op het Chinese platteland. Het platteland is getekend door kortstondige contacten met mannen die ook onderweg zijn; in Hongkong staat het leven stil. Het lijk verdwijnt tijdelijk uit beeld en Zhao houdt even op met trekken. En juist de trektocht maakt getting home bijzonder.
Ook al wordt er gesleept met een lijk, de film is niet gevoelloos. Integendeel, het contrast tussen de meestal opgewekte schooier die voor zijn vriend tot alles bereid is, en de mensen die hem bestelen, geen lift aanbieden of willen ontmoedigen door hun koe harder dan hij te laten lopen, is groot. Daarmee levert Zhang ook kritiek op mensen bij wie het niet opkomt zich om anderen te bekommeren. Hopelijk blijft Zhao voorttrekken.

Laura van Zuylen