FUNNY BONES

Verbetenheid in de piste

  • Datum 22-11-2010
  • Auteur
  • Gerelateerde Films FUNNY BONES
  • Regie
    Peter Chelsom
    Te zien vanaf
    01-01-1995
    Land
    Groot-Brittannië
  • Deel dit artikel

"Ik heb nog nooit iets leuks gezien dat geen pijn deed", zegt Bruno Parker ergens in Funny bones. En dan heeft hij het niet alleen over een slagroomtaart in je gezicht. Ook op geestelijk vlak blijken humor en pijn uitstekend samen te gaan. Dit is bij uitstek het vlak waarop deze film zich beweegt: humor met een schrijnende ondertoon. Funny bones geeft het begrip zwarte komedie nieuwe inhoud.

In de wedstrijd voor het meest krankzinnige scenario maakt Funny bones een goede kans. De verschillende verhaallijnen laten zich slechts samenvatten in meerdere man bijt hond-zinnen. Blackpool wordt opgeschrikt door een aangespoelde voet op het strand. Een mislukte komiek ontdekt het duistere verleden van zijn succesvolle vader. Twee gepensioneerde clowns hervinden jeugdig elan dankzij exotisch onsterfelijkheidspoeder. Drie Franse zeelieden ontvoeren drie Engelse politiemannen om hun vermoorde vriend te wreken. En: twee halfbroers ontmoeten elkaar en verzoenen zich met elkaars bestaan.
De aan Disney gelieerde distributeur brengt Funny bones pas na enige aarzeling en heel bescheiden uit. De plot kan onmogelijk in één zin worden weergegeven en is dus commercieel oninteressant. Moeilijk te verkopen, maar des te intrigerender. Alle bizarre verhaallijnen lopen naar dezelfde grand finale. Het knappe van dit scenario is dat alle personages gelijkwaardig zijn: geleidelijk worden hun geheimen ontrafeld en blijken ze elkaar te ondersteunen. Het is niet één hoofdlijn met een hoop franje, het is een web dat met rijke fantasie en zichtbaar plezier is geweven.

Gelukkig kindje
Om toch maar ergens te beginnen: na een dramatisch mislukt optreden als stand-up comedian in Las Vegas keert Tommy Fawkes (Oliver Platt) terug naar de plaats waar hij tot zijn zesde heeft gewoond: Blackpool. Ooit was de badplaats aan de Engelse westkust een theater voor topkomieken, nu is het een verzamelplaats voor derderangs artiesten en verlopen bingo-vrouwtjes. De kennismaking met Blackpool, door de ogen van Tommy, is fascinerend: cirkelend met een vliegtuigje over de strandboulevard en de nep-Eiffeltoren, rijdend met een auto langs de kleurrijke koppen die in slow-motion voorbijglijden. Ooit was Tommy hier een gelukkig kindje, wat wordt bevestigd door de idyllische home movie-beelden.
Tommy is op zoek naar fysieke humor — "funny people, no jokes!" — die hij kan kopen. Heel Blackpool, van koekblik-tapdanser tot neus-ballonblazer, gooit zich in de strijd. En passant eert de film het verloren ambacht van het variété. In een café ziet Tommy een act van een jongen die een geluidsband met verschillende bronnen — bokswedstrijd, yogacursus — voorziet van bijpassende mimiek en motoriek. Het hele café ligt plat en inderdaad is het, ook los van de film, een waanzinnige act. De jonge Engelse komiek Lee Evans, die in deze film debuteert als acteur, is Jim van der Woude in het kwadraat. Zijn lijf is rubber, zijn blik is triest.
Weinig opwekkend zijn ook de twee oude mannen die Tommy via Jack leert kennen, de gebroeders Parker. Ze verdienen de kost door in het spookhuis rond een lijk te zitten en met hun starende blik de bezoekers de stuipen op het lijf te jagen. Ooit waren de broers briljante clowns, maar die tijden zijn voorbij. Langzaam ontdekt Tommy hun geheim, en de geheimen van Jack en diens moeder, van zijn eigen vader en dat van de aangespoelde voet op het strand. De kijker ontdekt mee, dus daar mag niets over worden verklapt.

Doodsverachting
Funny bones is de tweede film van de in Blackpool geboren Peter Chelsom, die verrassend debuteerde met de zing-en-bedrieg-komedie Hear my song. Het is verbluffend wat Chelsom allemaal in zijn zelfgeschreven film heeft weten te stoppen. Vóór alles straalt zijn film heel veel lef en plezier in het filmmaken uit. Pas in tweede instantie blijkt dat ten koste te gaan van het evenwicht, zoals in de wel erg lang uitgevallen finale. Maar wat maakt dat uit bij iemand die zijn film opent met een proloog die James Bond en Monthy Python combineert? Die zo’n prachtige collectie van melancholieke, The singing detective-achtige liedjes bij elkaar weet te brengen? Die de kijker keer op keer weet te verrassen met de meest maffe vondsten?
Wat Funny bones zo mooi maakt is de combinatie: het is allemaal even bizar als tragisch. Wat Chelsom presenteert is geen geïsoleerde, vrijblijvende fantasie. Het is een verhaal dat wel degelijk raakt aan de realiteit en daardoor ook ontroert. De verbetenheid en doodsverachting waarmee Jack aan het slot van de film de piste betreedt zijn om te huiveren. Even daarvoor moesten we nog lachen om het misplaatste schoeisel van als Egyptenaren vermomde Fransen. Steeds is er die combinatie die de kijker aangenaam op het verkeerde been zet: humor met een wrange ondertoon.
Alle acteurs zijn uitstekend, maar de eigenlijke ster van Funny bones is Jerry Lewis als George Fawkes. Net als in Scorsese’s The king of comedy geeft Lewis een meesterlijke pastiche van zichzelf als op handen gedragen komiek. Voor iemand wiens gloriedagen reeds lang achter hem liggen, vergt het heel wat zelfspot om zo’n rol te kunnen spelen. Lewis is geweldig als de zelfingenomen kwal die alle aandacht en applaus minzaam over zich heen laat komen. Het is Fawkes die de onvertaalbare clou van de film levert: er zijn twee soorten komieken. De funny bones comedian ís leuk, de non-funny bones comedian doet leuk. Funny bones ís leuk.

Mark Duursma