Frances Ha

Iemand worden

Wanneer Frances bij een etentje wordt gevraagd wat ze zoal doet, antwoordt ze dat dat moeilijk uit te leggen is. Moeilijk uit te leggen omdat het iets ingewikkelds is? “Nee. Omdat ik het niet echt dóe.”

Frances Ha is een film van kleine gebeurtenissen, veel gesprekken, veel vriendschap, en heel veel Frances (Greta Gerwig). Frances is een 27-jarige, ietwat klungelige aspirantdanseres en -choreograaf in New York. Ze werkt als stand-in bij een professioneel dansgezelschap en hoopt op een vaste plek. Vrij onbezorgd leidt ze haar postpuberale leven en deelt lief en leed met haar beste vrien­din en huisgenoot Sophie (Mickey Sumner). Wanneer Frances’ vriend voorstelt om — met door hem reeds aanbetaalde katten — te gaan samenwonen, overvalt dat haar. Ze kan toch niet gaan samenwonen? Ze woont al, met Sophie.

Frances is een wonderlijk, onbedachtzaam en niet-berekenend wezen. “Ik ben nog niet een echt iemand”, zegt ze op een goed moment. Als ze praat (vaak over zichzelf, maar zonder nou heel introspectief te zijn), switcht ze snel en gemakkelijk tussen het serieuze en het onbelangrijke. Haar voelsprieten lijken niet te registreren dat het leven heel geleidelijk en haast ongemerkt verandert. Wanneer verhuizing van Sophie voor een reality check zorgt (er komt een man in haar leven, er volgt ruzie), voegt de dromerige Frances zich verrassend onverslagen en veerkrachtig naar wat de werkelijkheid haar voorschotelt. Ze past mouwen aan, neemt lullige baantjes en verhuist wat af.

Het in zwart-wit geschoten Frances Ha, dat herinnert aan Woody Allens Manhattan en de Nouvelle Vague, is een hommage aan de vriendschapsliefde, maar ook een film over vriendschapsverraad, armoe en het proberen je te redden in het (New Yorkse) leven. Dat mag narratief misschien wat middelpuntvliedend klinken, de sterke rol van Frances (prachtig natuurlijk gespeeld door Gerwig, die onder meer te zien was in Allens To Rome with Love en in Baumbachs Greenberg) en de soms onbedaarlijk geestige, absurde scènes, dialogen en observaties en rijkheid aan details dragen de film met speels gemak.

Het gevatte scenario schreef het stel Gerwig en Baumbach (Margot at the Wedding) samen. Met Frances Ha maakte het duo een aimabele en zachtmoedige film over een innemend personage, waarvan prettig in het midden blijft wanneer ze iets grappig bedoelt en wanneer ze iets meent; en of ze vooral niet wil of vooral niet kan meedoen met de mensheid. Toch kan er soms ook lichte verzadiging optreden wanneer personages continu slim, onconventioneel, ongekunsteld en neurotisch zijn — want dat dat, zeker in New York, geen volledig onontgonnen terrein meer is, is duidelijk. Baumbachs fascinatie en sympathie voor eenlingen die niet makkelijk meedoen en weinig (of hooguit vage) ambities hebben, die tussen A en B nauwelijks sadder of wiser worden, strijken niettemin prettig in tegen de haren van deze tijd.