FLODDER 3

Laurens Geels: We hebben nog nooit iets alleen voor de poen gemaakt

  • Datum 22-11-2010
  • Auteur
  • Gerelateerde Films FLODDER 3
  • Regie
    Dick Maas
    Te zien vanaf
    01-01-1995
    Land
    Nederland
  • Deel dit artikel

Flodder 3

Dé zomerfilm in de Nederlandse bioscoop heet Flodder 3. Producent Laurens Geels gokt op een miljoen bezoekers. "Als ie een half miljoen bezoekers trekt is het voor mij een absolute flop." Hoog inzetten en risico’s nemen hebben Geels en zijn compagnon Dick Maas geen windeieren gelegd. Ze hebben bewezen dat er met Nederlandse films wel degelijk geld te verdienen valt. Maar ze zijn niet te koop: ze moeten wel vlinders in hun buik voelen.

Zoals De vliegende Hollander moest opboksen tegen hooggespannen artistieke verwachtingen, zo moet Flodder 3 in commercieel opzicht de Nederlandse film uit het slop trekken. Iedereen die de Nederlandse film normaliter links laat liggen, wordt geacht zich nu naar de bioscoop te spoeden. Het enthousiasme van een paar bioscoopexploitanten, die bij vertoning van een werkkopie "twee miljoen bezoekers!" riepen, ging zelfs Geels iets te ver. Maar dat Flodder 3 flopt lijkt vrijwel uitgesloten.
Zelfs zonder de film gezien te hebben — de definitieve versie was pas gereed in het laatste weekeinde voor de première — kan men rustig stellen dat de commerciële kansen zeer gunstig zijn. De eerste Flodder (1986) trok 2,3 miljoen bezoekers, Flodder in Amerika (1992) bijna 1,5 miljoen. De naamsbekendheid van het asociale gezin is maximaal, de nieuwsgierigheid naar hun nieuwe avonturen vermoedelijk groot. Nelly Frijda en Tatjana Simic zijn weer van de partij, opa is tot leven gewekt. Televisiekijkers zijn er inmiddels aan gewend dat Huub Stapel en René van ’t Hof zijn opgevolgd door respectievelijk Coen van Vrijberghe de Coningh en Stefan de Walle. Helemaal onderaan de castlist van Flodder 3 prijkt Hugo Metsers, die zijn opwachting maakt als de vermeende Pa Flodder.

Filmfabriek
Na het succes van De lift (1983) begonnen Laurens Geels en Dick Maas met hun eigen produktiemaatschappij, First Floor Features. Sindsdien waren ze niet alleen verantwoordelijk voor de Flodders, Amsterdamned en videoclips van Maas, maar produceerden ze ook Abel en De noorderlingen van Alex van Warmerdam en nog een handvol minder succesvolle films van andere regisseurs, waaronder The last island van Marleen Gorris en Oh boy! van Orlow Seunke. Sinds 1991 beschikt het bedrijf over een studiocomplex, de First Floor Film Factory. Sinds twee jaar werken Geels en Maas ook voor televisie: Flodder als serie en de comedy ‘Achter het scherm’ worden in Almere gemaakt.
Citaat van Geels uit een interview met de Filmkrant in 1986: "Als je mij een nachtmerrie wilt bezorgen is het die van de filmfabriek. […] Dan word ik badend in mijn zweet wakker. Maar het is godzijdank niet gezegd dat het daar ooit van zal komen." Negen jaar later is Geels een van de sleutelfiguren in de Nederlandse filmwereld. Hij staat aan het hoofd van een bedrijf dat vorig jaar een omzet haalde van 21 miljoen gulden. Opmerkelijk ontspannen voor iemand wiens film een paar dagen later in première gaat zit Geels in het café van hotel Americain. Hij heeft de tijd. Wel ligt zijn telefoon op tafel en wordt de serveerster geroutineerd gewaarschuwd dat er gebeld kan worden.
Is het er toch van gekomen? "Nee hoor, wij zijn nog steeds geen filmfabriek. Dat onze studio zo heet is eerder een grapje. Er is veel veranderd de laatste negen jaar, bij ons en daarbuiten, maar we zijn nauwelijks echt groter geworden. De omvang van mijn permanente staf is niet gegroeid, het werk wordt nog steeds gedaan door veertien mensen, inclusief het beheer van de studio. Ook het produktievolume, het aantal volgedraaide meters celluloid, is nooit veel groter of kleiner geworden. We maken zo’n 6,5 uur televisie per jaar, dus dat valt ook nogal mee."
Werken voor tv, is dat leuk of noodzakelijk? "Je komt in een gebied terecht waar veel vragen over worden gesteld en waar inmiddels ook veel onzin over is geschreven. Het zit zo: elk jaar kan ik kiezen uit twee opties. We gaan door met deze club en we blijven investeren in talent en volgende projecten. Of we stoppen ermee en we trekken ons terug op de voor negentig procent van de producenten gebruikelijke schaal: een kantoortje met een secretaresse, en we maken af en toe een film waar we alles en iedereen voor inhuren. Of, dat is nog een derde optie, Maas en Geels gaan ieder voor zich in het buitenland werken. Tot nu toe hebben we altijd gekozen voor de eerste variant, de First Floor variant. Die kost veel geld: veertien hooggekwalificeerde mensen in dienst is niet goedkoop. Alleen als je continu werkt kun je de kosten van zo’n organisatie dekken. Ik vind het heel logisch dat er tijdvakken zijn met tegenvallers: het duurt bijvoorbeeld iets langer voordat een project van de grond komt. Ondertussen loopt de meter wel door. Dat zou kunnen leiden tot een hele legitieme overweging om dingen te doen die de hybride vorm hebben dat je ze nog steeds leuk vindt om te doen, maar dat ze tegelijk wel geld opleveren."
Dat is wel een hele omslachtige manier om te zeggen dat het af en toe gewoon nodig is. Teleurgesteld: "Waarom zeg je dat nou? Het is niet waar. Tot nu toe hebben we nog nooit iets gemaakt, dat is een echt eerlijk statement, voor de poen alleen. We moesten het altijd wel spannend, leuk, gedurfd, gewaagd, anders, weet ik veel wat vinden. Ik moet er vlinders van in mijn buik krijgen. Zo vaak wordt er geroepen: ze maken Flodder voor tv want dat vult de zakken. Zonder zo feitelijk en inleidend te zijn als daarnet kan ik me daar niet tegen verweren. Als wij het destijds niet leuk hadden gevonden om die serie te maken hadden we het domweg niet gedaan."
Geels vertelt als "stralend voorbeeld" de ontstaansgeschiedenis van Flodder 3. Met Veronica was afgesproken dat er 39 afleveringen van Flodder voor tv zouden komen, drie series van dertien. De derde serie — nog uit te zenden — bleef steken bij tien. "Dick en Wijo Koek waren een beetje aan het pielen met die laatste vijf of zes scripts. Uit twee van die scripts rees iets wat maar groeide en groeide. Dick zegt tegen mij: eigenlijk is het veel leuker om er een speelfilm van te maken. Ja, zeg ik, maar we moeten dertien afleveringen maken. Ik lees het en ik vind het ook leuk. Ik zeg, kunnen we niet met Veronica gaan lullen en dat contract openbreken. Dat geld van die laatste drie afleveringen steken we dan alvast in de speelfilm. Na veel gebel en geregel was iedereen blij en akkoord. Zo is het gegaaan. Niks druk van bankiers om nog een speelfilm te maken, wat moet ik met die verhalen? Veronica wil niets liever dan dat we nog een serie van 36 afleveringen maken. Ik hoef mijn handtekening maar te zetten en je praat dan wel over twaalf miljoen omzet. We doen het niet. Het is op, voor ons is Flodder nu op. En ik denk dat dat illustratief voor ons is."

Explosies
Geels verwacht dat Flodder 3 zich weet te onttrekken aan de teneur van sterk dalend bezoek aan Nederlandse films. Zijn optimisme baseert hij op de commerciële geschiedenis van Flodder. Maar er is meer. "Ik heb nog één ding niet gezegd: ik denk dat we binnen de bestaande receptuur een hele goede film hebben gemaakt. Die qua verhaal, tempo, structuur in mijn ogen een betere film is dan Flodder 2."
Flodder 2 was toch gewoon slecht? "Ik vond Flodder 2 minder dan Flodder 1 en ik vind Flodder 3 beter dan Flodder 2."
Maar Flodder 1 blijft de beste? "Nee, 1 was verrassend omdat hij nieuw was. Flodder 1 en 3 liggen voor mij op exact hetzelfde belevingsniveau."
Is er geen druk om steeds een stapje verder te gaan? Het publiek verwacht waarschijnlijk grotere explosies en meer blote borsten. "Ik voel die druk absoluut niet en al zou ik die druk voelen: Maas maakt wat hij wil, als het tenminste maakbaar is en ik het okay vindt, want dat is de imperatieve regel van het huwelijk. Hij creëert een filmverhaal dat hij leuk vindt en vaak sluit dat aan bij wat het publiek leuk vindt. Maar hij denkt nooit: laat ik hier nog maar wat extra laten ontploffen want dat scoort goed."
Afgezien van wat het publiek wil, wilt u zelf niet steeds een stapje hogerop, door iets nóg moeilijkers te proberen? "Dat geldt wel voor de logistiek. Wat dat betreft was Amsterdamned voor mij de meest bevredigende film. Daar deden we dingen die vanaf papier voor onmogelijk werden gehouden. In Flodder 3 zitten ook een aantal dingen die eigenlijk niet konden en daarom dus leuk zijn. Maar het is geen overweging als zodanig: ik moet dit wel van de plank trekken, want anders is het niet interessant voor mezelf. Als je op die manier redeneert zou ik een waardeloos script willen verfilmen omdat er een scène inzit waarin de Queen Elizabeth door de Leidsestraat vaart en ik dat zo graag zou willen doen. Zo werkt het dus niet bij mij."

Geen tycoon
Belangrijker dan het overwinnen van logistieke problemen acht Geels zijn betrokkenheid bij het artistieke proces. In zijn visie is een producent primair een filmmaker. Overal ter wereld geldt de producent als degene die algehele, dus ook artistieke, controle over een film heeft. Alleen in Nederland denkt men ten onrechte bij de producent aan iemand die uitsluitend de financiering verzorgt.
Is het niet vervelend om altijd met geld geassocieerd te worden? "Daar word je filosofisch over, ik maak me er niet meer druk om. Ik zie het hier ook niet zo snel veranderen. Als ik buitenlandse collega’s iets probeer uit te leggen over de Nederlandse verhoudingen breken ze bij hun enkels af, ze geloven het gewoon niet. Mijn verklaring voor het onderschatten van de rol van de producent is dat er een aantal stereotiepe figuren zijn gegroeid en dat men in Nederland als laatste ter wereld bepaalde ridicule aspecten van de auteurstheorie begon in te zien."
De meest bevredigende kant van het produceren noemt Geels het inhoudelijk tot een goed einde brengen van een project waar hij ‘scripttechnisch’ in gelooft. "Een film die wordt zoals ik hem van meet af aan wilde maken, dat is ideaal. Dat lukt niet altijd, en dan aanvaard ik daarvoor de volledige verantwoordelijkheid." De ambitie om ooit zelf te regisseren, die Geels ooit koesterde, is een beetje op de achtergrond geraakt. "De uitdaging prikkelt me nog steeds, maar de combinatie van scenarist-producent, die nu wat meer voor de hand ligt, vind ik voor mij als filmmaker ook uitermate plezierig."
Zijn status als succesvol producent en zijn positie in diverse besturen ten spijt, voelt Geels zich beslist geen ’tycoon’ in de Nederlandse filmwereld. "Ik ben het niet en ik ambieer het niet. Misschien ben ik ook heel kinderlijk in die dingen. Mijn allerliefste wens is om films te maken in een hoekje en die films zo goed mogelijk uit te brengen, in de hoop dat de film als film geslaagd is. Profileren zit niet in mijn bloed. Ik ben binnen de marges die het Nederlandse filmbedrijf biedt altijd een avonturier geweest en dat wil ik graag blijven."

Mark Duursma