FLOATING LIFE

Clara Law: Er zijn te weinig mensen die tegengas geven

  • Datum 22-11-2010
  • Auteur
  • Gerelateerde Films FLOATING LIFE
  • Regie
    Clara Law
    Te zien vanaf
    01-01-1996
    Land
    Australië
  • Deel dit artikel

Vele gevechten heeft Clara Law moeten leveren op de set van haar films die in Hong Kong werden geproduceerd. Ze hield voet bij stuk en groeide uit tot een weerbarstig filmmaakster. Tijdens de afgelopen editie van het Filmfestival Rotterdam presenteerde ze haar nieuwste film Floating life, over mensen die wortelen in Hong Kong, maar onthecht raken in Australië.

Clara Law (foto: André Bakker)

"Jullie zijn hier als migranten, niet om van het leven te genieten", bijt een personage uit Floating life haar ouders toe. Deze scène toont hoe hoog de spanningen kunnen oplopen als mensen hun eigen plek moeten vinden in een vreemd land, maar tegelijkertijd veel meer op elkaar zijn aangewezen dan voorheen. Clara Law koos ervoor, gezien haar eigen achtergrond, om een gezin uit Hong Kong in Australië te laten aarden. De Chinese gemeenschap in Australië is groot, wat mede veroorzaakt is door de overdracht van Hong Kong aan China, en sinds drie jaar woont Law er zelf ook. Floating life is de eerste Australische film over de migratie van de Chinese bevolking en de eerste Australische film van Law.

Ze stelt duidelijk dat haar reden van vertrek uit Hong Kong geen politieke is. "Ik ben vertrokken, omdat het systeem van de filmindustrie in Hong Kong niet bij me past. Er werd een constante druk op me uitgeoefend door de producenten, die alleen in zee gaan met privé-financiers. Die investeerders zijn vooral gericht op winst en dus puur vermaak, zodat ik keer op keer mijn normen moest bijstellen om aan de wensen van de geldschieters en de lokale afzetmarkt te voldoen. Het was erg pijnlijk voor me om me elke keer in twee personen op te moeten splitsen — goed, ik doe deze film, maar ik doe het nu even niet voor mezelf."
"Pas bij Autumn moon, in 1992, kon ik me uitleven, omdat daar Japans geld in zat. Ze vroegen me voor een homevideo van zestig minuten, maar ik heb het geld gebruikt om er een speelfilm van te maken. Onverwachts hebben ze daarmee veel geld verdiend (de film won een Gouden Luipaard op het Filmfestival van Locarno, MG). Daarna heb ik tijdens Temptation of a monk weer moeten werken met financiers uit Hong Kong, waarmee ik wederom flink overhoop lag. Ik heb toen echt de grenzen van mijn artistieke vrijheid afgetast. Nu ik in Australië werk, zie ik de zegeningen van overheidssubsidies. Natuurlijk willen die ook geld terugzien, maar als dat niet lukt betekent het niet dat je geen kansen meer krijgt."

Stadse mentaliteit
De motieven van de familie Chan in Floating life om te migreren zijn van een nog meer economische aard, maar belangrijker is hun verlangen naar een thuis. Vader, moeder en dochter wonen in Australië, een zus in Duitsland en een broer in Hong Kong. Er is hoegenaamd geen couleur locale, want de meeste gebeurtenissen spelen zich, vaak beklemmend, binnenshuis af. Langzamerhand wordt de familie weer gereconstrueerd, maar de verschillen tussen de familieleden blijven groot. De succesvolle tweede zus Bing woont al zeven jaar in Australië en het lijkt erop dat zij zich al helemaal heeft aangepast. Gedurende het verblijf van de rest van haar familie blijkt echter dat zij zich met ijzeren discipline heeft verzet tegen haar Chinese wortels. De terugslag die ze krijgt leidt zelfs tot een depressie.
Law over haar achtergrond: "Bing heeft haar leven opgebouwd rond angst. Ze is opgegroeid in Hong Kong, wat geen land is en waar je je niet Brits en niet Chinees voelt. Er is geen sociale zekerheidsstelsel, zodat werklozen en gepensioneerden daar van een absoluut minimum moeten leven. Het algemene gedachtengoed is dan ook, dat je er alleen voor staat, als een wees waar niemand voor zorgt. Voor Bing was dit het eerste waar ze in geloofde. Eenmaal naar Australië geëmigreerd komt ze erachter dat al haar kennis en ervaring aan de stad gerelateerd is, terwijl in Australië de natuur juist zo alomtegenwoordig is. Door haar stadse mentaliteit wordt ze bang van de natuur en bang om te integreren. Haar eigen angst en haar huis worden zo haar gevangenis. Ze gaat zelfs zover dat ze haar familieleden dwingt om ook zo te gecontroleerd leven als zij, om ook geforceerd op een Australiër te lijken. Als haar wereld steeds kleiner en kleiner wordt, stort ze in. Je kan niet volledig leven als je een wezenlijk deel van jezelf ontkent, en in Bings geval is dat haar Chinese kant. Ieder zoekt op zijn manier naar wat hij verloren heeft of vergeten is, en Bing vindt dat terug bij haar familie."
Een treffende scène is die, waarin de botten van grootvader verplaatst moeten worden naar een ander graf, waar ze in een zittende positie worden opgesteld om ruimte te besparen. Zelfs na de dood blijft een pijnlijke verhuizing je niet bespaard. "Het gebeurt overal om ons heen. Je hoeft niet alleen om politieke of economische redenen te verhuizen om te weten hoe het voelt om in een onvertrouwde omgeving te zijn, want ook in het klein heeft het veel effect. Tegenwoordig reizen mensen stad en land af voor hun werk en het lijkt alsof iedereen zo makkelijk de bekende omgeving verlaat. Maar als je echt iets moet opbouwen kan dat een pijnlijk proces zijn. Sommigen komen er sterker uit, terwijl anderen nooit over het ontheemde gevoel heenkomen. Ik geloof zelf sterk in familiebanden, maar je ziet steeds meer families slechts functioneren of uit elkaar vallen. Ouders weten niet wat ze hun kinderen kunnen geven en vice versa, want het ligt allemaal een beetje overhoop. Uit reacties van niet-Aziaten blijkt dan ook dat Floating life zeker niet alleen over Chinese migranten gaat."

Tegengas
Het is duidelijk dat Law met deze overdenkingen nimmer kon aarden in de door actiefilms gedomineerde filmwereld van Hong Kong. Er was zelfs geen underground-beweging waar ze zich gesteund door voelde. "Ik voelde me erg alleen. Het was mijn geluk dat ik samen met mijn man Eddy Fong, de schrijver en producent van mijn film, het pad kon effenen. Het maken van het soort films dat ik wil maken is een lang proces en behoort niet tot de mainstream. Beetje bij beetje heb ik de reputatie opgebouwd als compromisloos regisseur en in Hong Kong weten ze nu eindelijk wat ik wil. Helaas zijn er zo weinig mensen die wat tegengas geven."
Dat die filmindustrie de westerse kijker toch ook heeft verrijkt met films als One-armed boxer, Bullet in the head, A Chinese ghost story en Fong sai-yuk, daar is ze het mee eens. "Eind jaren zeventig, begin jaren tachtig kwam de New Wave op, met mensen als Tsui Hark, John Woo en Ann Hui. Daarvoor kenden we alleen maar kung fu-films, waarvan er een aantal goed waren, maar de meeste waren toch echt trashy, gewoonweg stuitend. Die nieuwe stroom werd echter al snel gesmoord, omdat sommige films echte kassakrakers werden en dus nagemaakt werden. Het werd meer en meer formulewerk met de één of andere superster. Filmmaken werd een mechanische activiteit. Voordat ik naar de Filmacademie in Londen ging, in 1982, hield ik erg van die films, maar toen ik terug kwam, vielen ze steeds meer in herhaling."
"Het systeem ontwikkelde zich tot het punt waarop éénderde van het budget naar de ster ging. Ik werkte zelf met een klein budget, maar ik moest toch proberen om het op een grote produktie te laten lijken. De sterren konden wel aan tien films tegelijk werken, zodat ze slechts drie uur per dag aanwezig konden zijn. Als er een tegenbeweging zou zijn, zouden ze daar tegen moeten vechten. Ik was daar erg uitgesproken over, maar pas de laatste vier jaar kan ik doen wat ik wil. Moet je je voorstellen, de scenarioschrijvers worden zwaar onderbetaald, want er ontstond een mythe dat je een film kon maken zonder een script. Je faxt een aantal velletjes en gaat aan de slag. Dat vernietigt toch alles wat kan bloeien."

Absurde situatie
Law heeft niet alleen te maken gehad met zelfcensuur door producenten, maar ondervond ook een verbod op vertoning van Temptation of a monk in China. Tot op de dag van vandaag is onduidelijk wat de keuring in Beijing er onbetamelijk aan vond. "Op dat moment was ik erg boos, ik wilde dat ze me recht in de ogen keken en me de reden vertelden. Maar de keuring is zo gezichtsloos, ze vertelden me gewoon dat de persoon die me dit heeft aangedaan er toevallig niet was. Ik besloot om niet langer in die situatie te blijven hangen en gewoon door te werken, wat denk ik het beste antwoord is wat je kan geven. Nu ik in Australië woon heb ik een helderder beeld van de problemen in die filmindustrie. Als je niets te melden hebt, kun je gewoon je gang gaan, maar als je meer wilt word je tegengewerkt."
"Daar komt ook nog bij dat ik de laatste vier jaar de media in Hong Kong langzaam hun rechten heb zien opgeven. Ze durven steeds minder kritische vragen te stellen, en nu (februari 1997, MG) is het zo ver dat de redacteuren van kant zijn veranderd en pro-China zijn geworden. Tijdens de afgelopen commissieverkiezingen waren er protesten van de democratische partij en de kranten die voorheen neutraal waren, schreven nu dat de partij problemen veroorzaakte voor ons. Achter de schermen was de invloed van China al te voelen. Als er geen vrijheid van pers meer bestaat, waar kan je dan nog van op aan? Onze democratie, wat door de Britten was opgezet, was al zo fragiel en dat kleine beetje wordt nu ook opgegeven. Deze beangstigende situatie verscherpt in ieder geval wel de blik op de menselijke aard. Ik bewonder de manier waarop Milan Kundera kijkt, hij is gepassioneerd in plaats van cynisch, wat de enige manier is in een absurde situatie als in Tsjechoslowakije destijds. Hong Kong valt daar op dit moment mee te vergelijken. Je ziet mensen veranderen waar je bij staat."

De afstand die Law nu heeft tot Hong Kong vraagt om een film van haar hand over de gebeurtenissen. "Ik zou inderdaad graag een film over Hong Kong willen maken. Als je er woont, ben je veel meer bezig met de dagelijkse beslommeringen, terwijl ik nu een meer eerlijke en neutrale blik heb. Maar ik ben bang dat geen producent in Hong Kong daar zijn vingers aan wil branden." Vooralsnog heeft ze andere plannen. Tijdens het laatste Filmfestival Rotterdam vond Law op de Cinemart wederom Australische financiers voor haar volgende film, The goddess of 1975. De film onderzoekt de gevaren en voordelen van moderne technologieën door een Japanse man te volgen, die in Australië op zoek is naar een auto. In de Dagkrant van het festival zegt ze: "Als we technologie op een functionele manier kunnen gebruiken, is dat prachtig. Maar als technologie ons gaat scheiden van andere mensen of van onze menselijkheid, dan kan dat zeer verwoestend zijn". Het lijkt erop dat Law hiermee weer een andere draai gaat geven aan ontheemding.

Mariska Graveland