FILMPJE!

Paul Ruven: Een soort idiote uitdaging

  • Datum 19-11-2010
  • Auteur
  • Gerelateerde Films FILMPJE!
  • Regie
    Paul Ruven
    Te zien vanaf
    01-01-1995
    Land
    Nederland
  • Deel dit artikel

Als er maar gelachen wordt. De rest is meegenomen. Neêrlands eigen kerstfilm wordt niet gehinderd door al teveel pretenties. Paul de Leeuw had zin in een filmpje, schreef een scenario en vroeg Paul Ruven voor de regie. Waarmee Filmpje! toch meer werd dan een uit de hand gelopen sketch van Bob en Annie de Rooy. Een gesprek over het lastige van humor, de noodzaak van improvisatie en Olga Zuiderhoek als Uma Thurman.

Paul Ruven kan er niet meer om lachen, maar hij ziet het dan ook voor de honderdste keer. We kijken naar Filmpje! op video, op een moment dat er nog het een en ander aan de film moet gebeuren. "Hier komt dat kreeftenthema onder" of "Deze scène wordt nog ingekort", voegt Ruven af en toe droog toe. Zelfs zonder muziek heeft de film al een behoorlijke vaart. Het is dan ook niet gering wat Bob en Annie allemaal meemaken in Filmpje! Voor wie ze niet kent: Bob en Annie de Rooy zijn typetjes van Paul de Leeuw die dankzij het tv-programma ‘De Schreeuw van de Leeuw’ nationale bekendheid verwierven. Ook de titel van de film komt uit dit programma: met die kreet gaf De Leeuw aan dat er een vooraf opgenomen onderdeel volgde.
Direct na hun echtscheiding raken Bob en Annie elk op eigen wijze verstrikt in het web van de internationale drugsmafia. Annie omdat ze per ongeluk een met drugs gevulde kreeft onder haar brommerhelm vervoert, Bob omdat hij hopeloos verliefd raakt op de dochter van mafiabaas Don Gorgonzola. Na tal van gevaarlijke belevenissen ontmoeten de twee elkaar weer op Curaçao, waar Bob tot het inzicht komt dat Annie toch de enige vrouw voor hem is. Eind goed al goed: de gele stenen weg uit Annie’s lievelingsfilm The wizard of Oz leidt naadloos naar de kitscherige tv-studio van co-producent Joop van der Ende.

Volle zaal
Ruven hoeft niet lang na te denken over het meest toepasselijke etiket voor Filmpje! "Het is absoluut bedoeld als een komedie. Een beetje eigenzinnige weliswaar, maar toch zeker een komedie. Het is een lastig genre: als je het leest kun je voor jezelf nagaan of het leuk is, op de set kun je het checken en dan nog een keer tijdens de montage. Maar pas bij de testvoorstellingen blijkt of het echt leuk is. We hebben er nu vier gehad en er werd erg veel gelachen. Dus is het een komedie. Mijn primaire ambitie is te zorgen dat de film functioneert zoals het is bedoeld, dus om ervoor te zorgen dat er gelachen wordt. Dat heeft alles te maken met timing en dat is alleen te controleren in een volle zaal. Daarom houden we testvoorstellingen, met publiek van tv-shows. Als blijkt dat men niet reageert zoals we hadden verwacht passen we de scène aan."
Een andere les uit de testvoorstellingen is dat sommige grappen te ver gaan. De Leeuw is groot geworden door de ongemakkelijke lach, maar ook hier blijken grenzen. Als Bob de Rooy het hoofd van zijn zoontje op zijn knie beukt haakt het publiek af. Die scène is nu vervangen voor een intermezzo van de Stichting Korrelatie, om de zaak even te relativeren. Taboes zijn er toch nog wel: kanker, euthanasie, orgaandonatie, crematie, adoptie en zelfs Anne Frank, Filmpje! springt er luchtig mee om. "Het is niet per se de bedoeling om te ver te gaan, maar het is wel interessant om de grens te verkennen, om te kijken waar het publiek ‘ooh’ gaat roepen. Ze moeten lachen, maar soms doet die lach pijn."

Weinig concessies
Paul Ruven lijkt niet de meest aangewezen figuur om een komedie met Paul de Leeuw als stralend middelpunt te regisseren. De beste leerling van Pim de la Parra maakte nog niet eerder een commercieel bedoelde film en werd bekend met low budget-produkties als De tranen van Maria Machita en How to survive a broken heart. Ruven had nog nooit iets met De Leeuw te maken gehad, zijn enige band was dat hij thuisbleef voor ‘De Schreeuw van de Leeuw’. "Ik werd gebeld in februari van dit jaar, toen ik in Berlijn was met Paradise framed, mijn meest arty film tot nu toe, met de vraag of ik een film van bijna zes miljoen gulden wilde regisseren. Het was een soort idiote uitdaging, alleen al vanwege de korte termijn waarop de film klaar moest zijn. Bij een film met zo’n budget moet het je ambitie zijn om te zorgen dat er veel publiek naar toekomt. Bij mijn vorige films was dat nooit een eerste vereiste. Qua stijl heb ik maar weinig concessies gedaan: ik leg meer uit, dat zou ik in mijn films minder doen, daar maak ik grotere ellipsen. Deze film kwam toevallig op mijn weg. Waar ik niet mee wil zeggen dat het een tussendoortje is, ik heb er tien maanden keihard aan gewerkt en het is mijn eerste grote film. Maar de lange speelfilm van Paul Ruven, waar de critici al jaren om zeuren, zou ik het niet willen noemen. Dan denk ik toch eerder aan iets dat ik zelf ook heb geschreven. Dat komt ook nog wel."
Naar de motieven van Paul de Leeuw om juist hem te vragen kan Ruven slechts gissen. Wel weet hij dat De Leeuw De tranen van Maria Machita had gezien en die film erg leuk vond. "Hij is een sterke persoonlijkheid, misschien wilde hij iemand tegenover hem waar hij respect voor had. Het is heel goed mogelijk dat ze iemand achter de schermen klaar hadden staan om het over te nemen als na een paar dagen opnamen zou blijken dat ik niet geschikt voor hun doel was. Je kunt het ook anders zien: hadden ze ooit Frans Weisz kunnen vragen? Dan zou het veel meer een Frans Weisz-film zijn geworden dan dat het nu een Paul Ruven-film is geworden."
Een mogelijk motief om Ruven te vragen, en in ieder geval iets dat zeer goed van pas kwam, is zijn ervaring met improvisatie op de set. "Ik ben inderdaad erg gewend om zo te werken dat alles er in één keer op moet staan, ik stimuleer de crew om naar die ene take toe te werken. Voor mij geeft dat het beste resultaat, omdat ego en censuur worden uitgeschakeld. Na zestien keer kun je zoveel zelfcensuur toepassen dat het niet interessant meer is. Het liefst stuur ik acteurs de set op met net voldoende om zichzelf te redden, omdat ze in het dagelijks leven ook zo met emoties omgaan. Meestal ontstaat er dan iets authentieks."
Deze taktiek sluit nauw aan bij de werkwijze van Paul de Leeuw, die na een ochtend eenzame voorbereiding in zijn caravan op de set verscheen en de scène improviseerde. Herhaling was uit den boze, de gebruikelijke werkwijze met repeteren en geprepareerde mise en scène was niet mogelijk. Camera, licht en geluid moesten op alles voorbereid zijn omdat De Leeuw alleen in volledige vrijheid Bob en Annie kon spelen. Ruven zegt het niet met zoveel woorden, maar tussen de regels door valt te beluisteren dat alles en iedereen ondergeschikt was aan de wensen van De Leeuw en dat dit tijdens de opnamen tot de nodige spanningen heeft geleid. Wel was het de bedoeling dat de improvisatie zichtbaar zou zijn in het resultaat: "Het lijkt een beetje op live-televisie. We wilden het er licht uit laten zien, alsof het allemaal en passant gebeurt en toevallig wordt opgenomen."

Arjan Ederveen
Tot lichte teleurstelling van Ruven blijkt uit de testvoorstellingen dat het publiek uitsluitend in Bob en Annie is geïnteresseerd. Alles wat zich buiten hen om afspeelt wordt met ongeduld afgewacht. Ruven, met een wrang lachje: "Als we dat vantevoren hadden geweten hadden we heel wat minder hoeven te draaien." Wellicht is het testpubliek, gerecruteerd uit toeschouwers van tv-programma’s als ‘Wie ben ik?’ en ‘Het spijt me’, niet helemaal representatief. Ook voor mensen die geen fan zijn van De Leeuw, valt er in Filmpje! namelijk genoeg te genieten.
Een bont gezelschap aan acteurs en zichzelf spelende Bekende Nederlanders trekt voorbij, variërend van IJf Blokker en Willeke Alberti tot Aat Ceelen en Annemarie Grewel. Theater en tv komen broederlijk samen. Vaak gaat het om niet meer dan een cameo, zelfs de relatief belangrijke rollen van Rijk de Gooijer en Olga Zuiderhoek fungeren als aangevers voor De Leeuw. "De acteurs zijn niet per se dienstbaar, maar het script is wel zo geschreven dat de leuke dingen bij Bob en Annie zitten." Iemand als Arjan Ederveen weet daar toch nog een eigen draai aan te geven. En het is een uitdaging om alle deelnemers te ontdekken.
Aardiger nog zijn de talloze citaten uit andere films en verwijzingen naar bestaande musicals, tv-programma’s en dergelijke. Joop van den Ende moet tandenknarsend akkoord zijn gegaan — Paul de Leeuw had volledige artistieke zeggenschap — met de vileine verwijzingen naar ‘Phantom of the Opera’ en ‘Cyrano’. De bloemetjesformule van ‘Het spijt me’ wordt inventief ingezet als dramatisch middel. Yvonne van den Hurk, bekend uit ‘Pleidooi’, speelt een advocate, Bram van der Vlugt, bekend uit ‘Medisch Centrum West’, speelt een chirurg. Zelf zou Ruven meteen twee keer gaan kijken omdat hij er de eerste keer niet alles uit zou halen.
Wat films betreft komen onder andere The wizard of Oz, Jaws en James — met zorgvuldig nagebootste herkenningstune — Bond voorbij. De meeste eer wordt echter betoond aan Quentin Tarantino en diens Pulp fiction. Olga Zuiderhoek gaat schuil achter bril en pruik van Uma Thurman, Rijk de Gooijer speelt gangsterbaas Marcellus, Bob de Rooy doet het dansje van Travolta en ook de spuit-in-het-hart is van de partij. Alle citaten blijken afkomstig van Paul de Leeuw. Ruven: "Hij heeft een nog beter filmhistorisch geheugen dan ik en hij houdt er van om daar mee te spelen."
Van een commercieel gehaaide opzet om twee verschillende doelgroepen aan te spreken is volgens Ruven geen sprake. Hij beschouwt Filmpje! bovenal als luchtige en toegankelijke komedie, de citaten zijn een neveneffect. "Het is een publieksfilm, maar op zo’n manier dat ook Filmkrantlezers het extra aardig vinden. Het is leuk dat er zo’n tweede laag is, maar het zat al in het script. Ook al ken je Pulp fiction niet, dan functioneert de film toch. Voor de mensen die Pulp fiction wel kennen is het een extraatje. Het is trouwens grappig dat Pulp fiction hierdoor nu al historisch is geworden."
Theo & Thea en de ontmaskering van het tenenkaasimperium, ook een film die het vooral moest hebben van gastoptredens en verwijzingen naar de wereld buiten die film zelf, heeft Ruven "gelukkig" nooit gezien. Zelf verwijst hij naar The ambushers, een Dean Martin-vehikel uit 1967, als bron van inspiratie. Zeker is dat dergelijke camp-dubbelzinnigheden de film een flinke meerwaarde geven. Ruven houdt het op iets anders: "Wat deze produktie voor mijzelf aantrekkelijk maakt is dat het een komedie is die steeds iets anders doet dan gebruikelijk is. En die eigenzinnigheid komt van Paul de Leeuw."
Tot slot: wat is er waar van de geruchten dat Paul & Paul elkaar wel konden schieten? "Waarom wil men toch zo graag dat we ruzie hebben gehad? Als ik met iemand géén ruzie heb gehad, is het met Paul de Leeuw. We hebben een soort afspraak dat we nog een keer een film gaan doen, misschien wel een Bob en Annie-sequel. Is dat geen overtuigend bewijs dat de samenwerking goed was?"

Mark Duursma