eXistenZ en The Matrix

Het is nieuw. Het is er niet. De werkelijkheid.

The Matrix

De Europese film-avantgarde richt zich in een roep om meer authenticiteit op het zo grauw en getrouw mogelijk kopiëren van de werkelijkheid, om zo de bedrieglijke werking van de verbeelding te ontmaskeren. In het sciencefictiongenre daarentegen is men al weer een tijdje bezig om het illusoire karakter van de werkelijkheid zélf aan de kaak te stellen. The Matrix, de nieuwe succesfilm van de gebroeders Wachowski, doet dat met behulp van oogstrelende special effects. David Cronenberg zoekt in eXistenZ aansluiting bij de filosofie, waarin de werkelijkheid al eeuwen dubieus wordt gevonden.

Zou het dan uitgerekend Paul Verhoeven zijn die met Total Recall (1990) de toon heeft gezet voor wat wel eens het belangrijkste thema in de hedendaagse film zou kunnen zijn? En is het toeval dat juist de Canadese filmmaker David Cronenberg lange tijd in één adem werd genoemd met datzelfde project? Want had hij niet al in Videodrome (1982) de onwrikbare status van de werkelijkheid wat nachtmerrie-achtige trekjes meegegeven?

Doug Quaid uit Total Recall is trouwens niet de eerste filmfiguur die, geplaagd door herinneringen die niet de zijne zijn, zich afvraagt wie hij is en in wat voor een wereld hij eigenlijk leeft. Ook in Blade Runner (1982) voerde Ridley Scott hoofdpersonen op – zogeheten replica’s – die niet waren wie zij dachten te zijn. Slimme implantaten voorzagen hen van een keur aan herinneringen. Ze waren alleen niet authentiek, want iedereen had dezelfde.

eXistenZ

Navelstreng
Zowel Total Recall als Blade Runner zijn gebaseerd op verhalen van Philip K. Dick, die vooral bekend werd als auteur van Time Out of Joint (1959), een sciencefictionroman over een man die ontdekt dat zijn gelukzalige leventje in feite een vanuit de toekomst bestuurde illusie is. Een samenvatting die je zowel van het vorig jaar verschenen The Truman Show (Peter Weir) kan geven als van The Matrix, de nieuwe succesfilm van de gebroeders Andy en Larry Wachowski (Bound). De vraag of de hoofdpersonen uit die laatste film in een echte of in een fictieve wereld leven, laat zich echter minder eenvoudig beantwoorden dan dat Trumans soapwereld zich op een ochtend liet ontmaskeren. Computerhacker Neo (Keanu Reeves) komt er weliswaar achter dat de werkelijkheid anno 1999 een in de verre toekomst door computers gecreëerde schijnwereld is, maar daaraan ontsnappen is heel wat minder eenvoudig dan voor Truman die alleen maar het deurtje van het decor achter zich dicht hoefde te trekken.

Ook David Cronenberg presenteert in zijn nieuwste film eXistenZ een hoeveelheid mogelijke werelden die zich nog het beste als het befaamde Droste-cacaoblikje laten omschrijven. Op elk blikje staat een plaatje van een dame met een blikje cacao in haar hand, waarop een plaatje staat van een dame met een blikje cacao in haar hand, enzovoort.

Bij Cronenberg is de werkelijkheid om te beginnen even realistisch als een ‘virtual reality’-spel. eXistenZ is zo’n spel, ontworpen door Allegra Geller (Jennifer Jason Leigh). Maar in de toekomst van Cronenberg hoeven we ons niet meer met sensoren en helmen uit te rusten om de illusie te wekken dat we ons even in een andere wereld bevinden. De organische spelsystemen van Geller plug je gewoon direct in je lichaam in, in je Bioport, een soort kruising tussen een stopcontact en een vrouwelijk geslachtsdeel (Cronenbergs fascinatie voor de link tussen erotiek en technologie heeft hiermee weer een voorlopig hoogtepunt bereikt). Via een soort navelstreng ben je verbonden met de spelmodule, een soort zelfdenkende placenta die prikkels uitzendt die je zenuwstelsel zo beïnvloeden dat je ‘overgaat’ in de spelrealiteit. Aangezien je met meerder spelers op zo’n module bent aangesloten, ontstaat er altijd een onverwachte interactie. Er is net als in het echte leven voldoende vrije wil om het interessant te maken en verder is de wereld van eXistenZ “een wazige wereld, waarvan de doelen en regels onduidelijk zijn”. Maar het is wel het spel “wat iedereen al aan het spelen is”. Net als het leven zelf dus.

In eXistenZ zijn Geller en een lijfwacht (Jude Law) op de vlucht voor een stelletje fanatieke anti-eXistenZialisten die de manier waarop het spel de werkelijkheid vervormt en manipuleert een halt toe willen roepen.

eXistenZ is een leuke, mooie, grappige en schattige film geworden. Allemaal superlatieven waarvan je nooit zou hebben gedacht dat je ze nog eens voor een film van David Cronenberg zou gebruiken. Ondanks z’n duidelijke onderliggende cultuurkritiek – Cronenberg is behalve dat hij zijn fascinaties exploiteert ook altijd een beetje een moralist – is de film nergens zwaar op de hand. Het is een soort Cronenberg voor beginners, al z’n thema’s zitten erin, van biotechnologie tot porno, van angst voor technologische ontwikkelingen tot z’n voorliefde voor morbide en fysieke special effects (nu ook weer met organische wapens van kraakbeen en bot, met tanden als kogels, en de hele seks/geboorte-metafoor die rond het spelen van de organische spelsystemen hangt).

La jetée

Ik denk, dus ik besta
De vraag of wij in een echte of een denkbeeldige wereld leven, houdt filosofen al eeuwen bezig en werd door de opkomst van internet, nieuwe mediatechnologieën en virtual reality games een ideaal thema voor filmmakers. Het rijtje films dat hierover gaat, begint inmiddels aardige vormen aan te nemen en bevat uiteenlopende titels als La jetée (Chris Marker, 1962), Brainstorm (Douglas Trumbull, 1985), Johnny Mnemonic (Robert Longo, 1995), Strange Days (Kathryn Bigelow, 1995), Dark City (Alex Proyas, 1998) en het al genoemde The Truman Show. Het zijn films waarin de makers er niet op uit zijn om je de meest oprechte en realistische wereld voor te schotelen, maar er alles aan zullen doen om je te bewijzen dat niets van wat je ziet waar hoeft te zijn. Ze gaan er net zoals de Griekse filosoof Plato vanuit dat de werkelijkheid die wij ervaren niet veel meer is dan de schaduw van een echte werkelijkheid op de muren van een grot.

De Franse filosoof René Descartes stelde vele eeuwen later dat je aan alles wat je ziet kunt twijfelen, behalve aan het feit dat je twijfelt. Omdat twijfelen een vorm van denken is, formuleerde hij als enige onwrikbare principe: ‘Ik denk, dus ik besta.’

Dat is ook de enige zekerheid die de hoofdpersonen in eXistenZ en The Matrix nog hebben. Het enige probleem is dat zij niet meer weten in welke werkelijkheid zij zich bevinden. In een spel in een spel in een spel in de werkelijkheid in een spel, zoals Cronenberg ons voorgoochelt? Of ingelogd op een computernetwerk, zoals in The Matrix? In The Matrix neemt de strijd om de ware natuur van de werkelijkheid te leren kennen bijna mythische proporties aan. De leider van het ondergrondse verzet tegen de matrix heet Morpheus (gespeeld door Laurence Fishburne), in de Griekse mythologie de god van de dromen, maar ook degene die in mensengedaante aan mensen in hun dromen verscheen, dus bestaat hij wel? Morpheus vertelt aan Neo dat die de Verlosser is, degene die de mensheid kan bevrijden van de illusie waarin zij leeft. Om dat te bewerkstelligen leidt hij hem op in diverse gevechtstechnieken, die via de computer in zijn geest worden gedownload. En hoewel Reeves’ karatetrappen tegen de vertegenwoordigers van de geheime matrix-politie een aantal indrukwekkend gechoreografeerde vechtscènes opleveren (inclusief een John Woo-achtig vuurgevecht) kan hij alleen maar overwinnen door zichzelf voor te houden: er is geen tegenstander. Het geweld dient in The Matrix dus een bijna meditatief doel.

Ook de special effects zijn ingenieus ingezet om de betrekkelijkheid van de fysieke wereld aan te geven. Neo en de zijnen maken de prachtigste buitelingen in slow motion, springen van de ene wolkenkrabber op de andere en kunnen zelfs hun lichaamsdelen zo uitrekken en buigen dat ze kogels en andere dodelijke projectielen kunnen ontwijken.

Puzzeltje
Het is moeilijk om je aan de indruk te onttrekken dat eXistenZ en The Matrix behalve steengoeie en toegankelijke films op de grens van het sciencefiction- en fantasy-genre, ook metaforen voor het leven zelf zijn. In eXistenZ worden de hoofdpersonen steeds opnieuw ‘geboren’ in een nieuwe (spel)realiteit. Aanhangers van reïncarnatietheorieën zien daar al snel een hele reeks opeenvolgende levens in, maar je zou het ook als verschillende bewustzijnsstadia kunnen opvatten, van baby naar kleuter naar kind enzovoort. Niet voor niets laat Cronenberg ons in eXistenZ nog kennismaken met een ander spel: tranCendenZ. Of is dat juist de echte wereld? Hij kan het niet laten om ook op het allerlaatste Droste-blikje nog een ander plaatje te verstoppen.

Je moet naar The Matrix en eXistenZ niet kijken met het idee dat het hier een puzzeltje betreft dat je wel eens even op kunt lossen. Ik betwijfel of de scenario’s van beide films zo hermetisch doortimmerd zijn dat ze bij nadere bestudering een antwoord kunnen geven op de vraag welke van de getoonde werelden nou de meest echte is. Dat is trouwens ook niet het meest interessante eraan (al nodigt eXistenZ wel uit om de film nog eens als een spel te ‘spelen’, om z’n structuur te doorgronden). Een verfrissende ontwikkeling is dat ze met behulp van oogstrelende special effects en verhaaltechnische spelletjes aantonen dat ook de kaalste werkelijkheid nog betwijfelbaar is, terwijl in Europa de toonaangevendste filmmakers – de ondertekenaars van DOGMA 95 voorop – juist met zo min mogelijk hulpmiddelen tot een zo authentiek mogelijke cinema proberen te komen. Want als zelfs de meest realistische weergave van de werkelijkheid nog dubieus is, waarom zouden we elkaar dan niet gewoon weer spannende, ontroerende, leuke, gekke, brutale, gedurfde en confronterende verhalen gaan vertellen? Ik durf dan ook wel te stellen dat ook de aanhangers van de nieuwe soberheid in de Europese film, als zij eenmaal de werkelijkheid hebben blootgelegd, erachter zullen komen dat je met behulp van fantasie en metaforen veel meer over de wereld kunt vertellen.