EVITA

Pittoresk zwaaien met spandoeken

  • Datum 11-11-2010
  • Auteur
  • Gerelateerde Films EVITA
  • Regie
    Alan Parker
    Te zien vanaf
    01-01-1996
    Land
    Verenigde Staten/Engeland
  • Deel dit artikel

Evita (Madonna) zingt het volk toe vanaf het balkon van Casa Rosada

Zal het iemand ontgaan zijn? Evita is in aantocht. Begeleid door zeven boeken, twee cd’s en veel voorpubliciteit rond Madonna keert de musical terug als film. Terug van nooit echt weggeweest, want de theaterversie van de musical uit 1978 wordt her en der nog steeds gespeeld. Maar nu is er de filmversie, en die is heel anders. In het theater is namelijk geen plaats voor vierduizend figuranten en is het niet zo prettig om continu met bombastische muziek te worden bestookt. In de bioscoop pakken we pas echt uit, bedachten de makers. Helaas.

Subtiliteit is nooit de sterkste kant geweest van regisseur Alan Parker. Anders had hij ook nooit zo succesvol kunnen zijn. Hetzelfde geldt voor componist Andrew Lloyd Webber. Dat hun samenwerking zou leiden tot een spektakel viel dus wel te voorspellen. Zeker toen bekend werd dat Madonna de rol van Evita zou vertolken. Een spektakel is het inderdaad geworden: een wervelende show zonder enige diepgang. Voortgestuwd door de nimmer stilstaande muziek wordt je als toeschouwer meegesleurd in een dollemansrit langs decors en figuranten. De beelden van Parker en de muziek van Lloyd Webber sluiten perfect op elkaar aan: ze zijn allebei zo kitscherig dat het lijkt alsof het om een parodie gaat.
Niets is minder waar. Ondanks de in dit verband merkwaardige standaardclausule op de aftiteling — "This story is fictional. Any similarity to the names, characters or history of any person, living or dead, or any actual events is entirely coincidental and unintentional." — is Evita wel degelijk bedoeld als historisch verantwoord amusement. De musical, en daarmee ook de film, levert een bijdrage aan de mythevorming rond Eva Perón (1919-1952), het plattelandsmeisje dat trouwde met de latere president van Argentinië en bijna nog meer dan hem de personificatie werd van het peronisme. Zoals het peronisme als volksbeweging verschillend wordt beoordeeld, zo loopt ook de waardering voor Eva Perón uiteen van sociaal bewogen moeder des vaderlands tot opportunistische machtswellusteling. De musical neigt tot het laatste.

Murw geslagen
Het valt niet mee om achtergronden of motivaties uit de film te destilleren. Gedwongen door de musicalstructuur en het ontbreken van gesproken tekst is het scenario van Parker en Oliver Stone gereduceerd tot een aaneenschakeling van op zichzelf staande scènes: scènes met de bijbehorende liedjes of andersom. Ruimte voor nuance laat deze aanpak niet toe. Elke scène c.q. lied heeft zijn eigen thema, en meestal is dat een eenduidige boodschap. Van verrassing is evenmin sprake, aangezien de proloog met Evita’s begrafenis en een flashback naar het traumatische afscheid van haar overleden vader de essentie van de film reeds weggeeft: Evita’s trots en eigenzinnigheid enerzijds, haar enorme populariteit anderzijds. Binnen tien minuten ben je als kijker al murw geslagen door de massascènes en de overdadige koorzang die daarmee gepaard gaat.
Slechts drie personages onderscheiden zich van de anonieme massa. In de publiciteit wordt de parallel tussen Evita en Madonna benadrukt: allebei ontsnapten ze dankzij ambitie en wilskracht aan hun arme achtergrond en ‘veroverden’ ze de wereld. Uit Madonna’s dagboek tijdens de draaiperiode, gepubliceerd in het blad Vanity Fair, blijkt dat ze zich sterk met haar personage identificeerde. In de film is nauwelijks te zien wat dat heeft opgeleverd, omdat de acteurs teveel aan het zingen zijn om daarnaast nog te kunnen acteren. Dat geldt ook voor Jonathan Pryce als Juan Perón en Antonio Banderas als de verteller Ché (die nergens expliciet Guevara wordt genoemd). Geen van de andere personages is relevant, ze gaan op in de hordes figuranten die vrijwel permanent heel pittoresk met spandoeken door het beeld lopen te zwaaien.

Realistische context
Zelfs de muziek, toch hetgeen waar het eigenlijk allemaal om draait, is een teleurstelling. Wellicht om in te spelen op het bioscooppubliek, dat gemiddeld jonger is dan het theaterpubliek, heeft de oorspronkelijke muziek uit de musical een soort ‘rock-treatment’ gekregen en klinkt het allemaal harder en scherper. Elke vorm van gevoeligheid is verloren gegaan, de liedjes zijn verworden tot clichédeuntjes die uitsluitend bedoeld zijn om te blijven naklinken. Tot aan het einde van de film blijft het potsierlijk om personages in een voor het overige realistische context — theater heeft als voordeel dat het uit zichzelf al kunstmatig is — in zingen te horen uitbarsten.
Slechts één scène weet te overtuigen, en dat is meteen ook de sleutelscène: het ‘Don’t cry for me Argentina’ op het balkon van Casa Rosada. In zijn deemoedige valsheid en cryptische strekking is dat het enige lied dat daadwerkelijk functioneert als een politieke speech, zoals dat bij die gelegenheid bedoeld is. Meest opvallend aan de muziek van Evita is de gelijkenis met de muziek van Jesus Christ Superstar. Koorzang en duetten hanteren een vergelijkbare melodie, maar vooral het cynische, verbitterde commentaar van Ché, soms schreeuwend en soms fluisterend, doet onherroepelijk denken aan de wijze waarop Judas destijds muzikaal tekeer ging. Lloyd Webber doet aan recycling.

Nergens zit een moment rust in Evita, het pompeuze spektakel raast continu door zonder er ooit iets anders tegenover te zetten. De ene overspannen kitschdeun is nog niet uitgeschald, of de volgende begint al weer. Voor het beeld geldt hetzelfde: het uiterst beperkte en aan fascisme-clichés ontleende vocabulaire aan beschikbare beelden — strakke paleizen, zwarte auto’s, massa’s met spandoeken — komt steeds opnieuw voorbij. In hoog tempo, zodat we niet doorhebben dat we steeds hetzelfde zien. En we niet in de gelegenheid komen om af te haken, of erger nog, na te denken.

Mark Duursma