El Gusto

De oude ziel van Algiers

  • Datum 07-05-2013
  • Auteur
  • Gerelateerde Films El Gusto
  • Regie
    Safinez Bousbia
    Te zien vanaf
    01-01-2012
    Land
    Algerije/Ierland/Verenigde Arabische Emiraten
  • Deel dit artikel

In El Gusto wordt de chaâbi gereanimeerd. De Algerijnse volksmuziek was razend populair tot 1962, toen de onafhankelijkheid een einde maakte aan de multiculturele samenleving.

Dit is geen muziekfilm. El Gusto is een oefening in ‘orale geschiedschrijving’. Tot leven wordt gewekt het Algerije van voor de bloederige onafhankelijkheidsstrijd (1954-1962). Gedurende een eeuw Frans kolonialisme was de hoofdstad Algiers een mondaine metropool. Het was een smeltkroes, waar islamitische Berbers en katholieke Fransen zich mengden met de Joden die er waren neergestreken nadat ze eind vijftiende eeuw Spanje waren uitgezet. Al die invloeden kwamen samen in de muziekvorm chaâbi.
Chaâbi ontstond in de negentiende eeuw, heeft Arabisch-Andalusische wortels en is verwant aan flamenco. Het is echte volksmuziek — ‘chaâbi’ betekent ‘van het volk’ — en sloeg vooral aan in de binnenstad van Algiers, waar de werkende man woonde, werkte en de ontelbare bars, bordelen en hasj-kelders bezocht. Daar klonken de krullerige liederen over vrouwen, wijn, vriendschap en verraad omlijst door traditionele raamtrommels, mandolines, piano en violen.
Chaâbi werd pas echt populair door het werk van El Hadj Mohamed El Anka (1907-1978). Hij trad op voor radio en later televisie, maakte meer dan 130 platen en formeerde in 1937 een groot orkest, dat non-stop op tournee was in Frankrijk en de Maghreb. Filmmaker Safinez Bousbia spoort in El Gusto zijn voormalige orkestleden op.
In de inmiddels vervallen kasba wijzen de muzikanten de weg naar eens roemruchte kroegen, in de schaduw van de vroegere Europese wijk die wit blikkert in de afbladderende zon. Ze vertellen hoe tijdens de onafhankelijkheidsoorlog de scabreuze liedjes die ooit huwelijken en bar mitswa’s opluisterden, werden omgebouwd tot gecodeerde boodschappen van het verzet. En Bousbia reist naar Marseille en Parijs, waar de niet-moslims na 1962 heenvluchtten maar waar ze als pieds noirs met de nek werden aangekeken.
Dit is wel een muziekfilm, in ieder geval de laatste twintig minuten. Dan schakelt Bousbia over van het vertelde verleden naar het getoonde nu, waarin zij een reünieconcert organiseert van de tot El Gusto gedoopte band.
Vanaf dat moment dringt zich de vergelijking op met Buena Vista Social Club (1999). Verschil is echter dat Wim Wenders zijn Cubaanse krasse knarren filmt drie jaar nadat gitarist Ry Cooder ze bij elkaar heeft gebracht. Buena Vista Social Club gaat meer over muzikale vitaliteit en minder over het weerzien van oude vrienden en het herleven van een — nog steeds — onverwerkt verleden.
De traumatische recente geschiedenis van Algerije schemert voortdurend door de nostalgie van de keuvelende muzikanten, maar wordt nergens expliciet. Bousbia heeft geen politieke agenda, zelfs geen geschiedkundige. Dat maakt El Gusto enigszins diffuus. Maar gelukkig is er de muziek. Daarin herleeft de oude ziel van Algiers zonder hulp van woorden.

Edo Dijksterhuis

Tijdens het Holland Festival treedt El Gusto op in Carré, Amsterdam | Zondag 2 juni, 20.30