Drive

Een verpletterende rit

  • Datum 27-10-2011
  • Auteur Barend de Voogd
  • Thema Filmkrant 337
  • Gerelateerde Films Drive
  • Regie
    Nicolas Winding Refn
    Te zien vanaf
    03-11-2011
    Land
    Verenigde Staten, 2011
  • Deel dit artikel

Zes jaar werd er gewerkt aan de neo-noir Drive. De verfilming van het boek van James Sallis leek af te koersen op formulewerk als The Fast and the Furious, totdat regisseur Nicolas Winding Refn achter het stuur kroop. Het resultaat is een in meer dan één opzicht opwindende film waarmee Refn in Cannes de prijs voor Beste Regisseur won.

De premisse van Drive werd in 1978 al een keer gebruikt door Walter Hill in The Driver, met Ryan O’Neal als naamloze titelheld. Ook van de door Ryan Gosling vertolkte hoofdpersoon in Drive komen we de naam nooit te weten. Ze delen een professie: wanneer ergens in de stad een overval wordt gepleegd zijn zij de koelbloedige bestuurders van de vluchtauto.

Drive opent met zo’n getaway en de scène is adembenemend. De naamloze chauffeur wacht in zijn onopvallende Chevy, met draaiende motor, tot de twee overvallers zijn ingestapt. Hij trekt niet op met piepende banden; hij scheurt niet weg met politiezwaailichten in de achteruitkijkspiegel; hij rijdt rustig en beheerst. Spreken doet hij niet. Hij luistert geconcentreerd naar de politiescanner. Wanneer een patrouillewagen nadert, dooft hij zijn lichten en verschuilt zich achter een vrachtwagen. Wanneer een politiehelikopter overvliegt, blijft hij uit het zoeklicht. Pas wanneer hij op de scanner hoort dat hij gezien is, trapt hij op het gaspedaal. Deze chase draait niet om roekeloze snelheid en blikschade, maar om stalen zenuwen en is daarom dubbel zo spannend. Uiteindelijk, de politie afgeschud, stapt hij de auto uit en verdwijnt in de menigte. Zonder te groeten. De klus geklaard. Cool as a cucumber.

Magnetisch
Ryan Gosling was deze maand ook te zien in de romantische komedie Crazy, Stupid, Love, en dat zegt iets over zijn aantrekkingskracht. Hij is magnetisch in Drive: een knappe eenling, zwijgzaam, zachtaardig en heer en meester op de weg. Hij werkt in de garage van Shannon (Bryan Cranston) die hem behalve criminele klussen af en toe ook werk bezorgt als stuntrijder op de filmsets van Hollywood. Shannon wil met zijn meest getalenteerde chauffeur een nieuwe carrière starten in het professionele racecircuit en sluit daartoe een deal met twee maffiose zakenpartners, Bernie Rose (Albert Brooks) en Nino (Ron Perlman). De jonge chauffeur maakt ondertussen kennis met buurvrouw Irene (Carey Mulligan) en haar zoontje Benicio. Irene valt onmiddellijk voor zijn charme. Alleen de schorpioen op de rug van zijn jasje herinnert aan de duistere aspecten van zijn bestaan. En dat ene, onheilspellende shot, waarin we hem op een filmset zien als stand-in met een latex masker over zijn hoofd.

Onvoorspelbaar
Aanvankelijk waren Hugh Jackman en regisseur Neil Marshall (Doomsday, Centurion) verbonden aan Drive. Toen Gosling de plek van Jackman innam, haalde hij er gelukkig de door hem bewonderde Nicolas Winding Refn bij. De Deense regisseur debuteerde met de rauwe drugsthriller Pusher, maakte met Bronson een bijzondere film over Engelands meest gewelddadige gevangene en regisseerde twee jaar geleden Valhalla Rising, een vikingfilm die begint met brute knokpartijen, maar eindigt in stille contemplatie. Een onvoorspelbaar regisseur, kortom. Refn vertelde The Hollywood Reporter dat hij op Goslings uitnodiging inging omdat het hem ‘leuk leek een Hollywood-film te maken’. Zijn voorkeur voor gewelddadige verhalen in het criminele milieu en eenzame, vaak zwijgende mannen is niet uniek. Het lef en de visie waarmee hij regisseert, zijn dat wel.

Verrassende route
Dat de vluchtautobestuurder nog één grote klus moet klaren die verkeerd af zal lopen, laat zich raden. In een middelmatig script zou hij het geld nodig hebben gehad om die nieuwe start als autocoureur te maken. Refn volgt systematisch een andere, voortdurend verrassende route.

Letterlijk. Refn, zelf geen autobestuurder, liet zich wekenlang door Gosling rondrijden in Los Angeles en brengt een stad in beeld die we nog niet kennen. In prachtige lucht- en nachtfotografie, maar nog het fascinerendst in het grote rustpunt van de film. Dan neemt onze hoofdpersoon Irene en Benicio mee voor een plezierritje in de aquaducts. De betonnen wanden van het drooggevallen stadskanaal waren het decor van veel beroemde racefilmscènes (Grease, Terminator 2: Judgement Day), maar Refn brengt ons naar het vrijwel onbekende beginpunt. De plek waar de Los Angeles River nog stroomt en een koele oase vormt van rust en geluk. De getaway, waarnaar in deze film zo wordt verlangd.

Ook anderszins volgt hij een totaal andere koers: wanneer Irene’s man Standard (Oscar Isaac) uit de gevangenis komt, vormt deze niet de klassieke bedreiging. Tussen Irene en haar chaufferende buurman is alleen een onuitgesproken, platonische liefde. De band is echter wel zo sterk dat hij besluit Standard te helpen om van zijn schulden af te komen. Nog eenmaal rijden na een overval. Het blijkt een valstrik.

De kracht van Refn is dat we begrijpen en accepteren dat de chauffeur zijn rivaal in de liefde helpt en volledig kunnen meeleven met het subtiele liefdesverhaal. Refn benadrukt in interviews dat Drive een klassiek sprookje is over een man die zijn eigen heldendom ontdekt, maar het personage is eigenlijk veel paradoxaler. Dat angstaanjagende latex masker dat hij in het begin van de film draagt, keert terug in de finale – de betekenis is nu alleen anders. Zo beheerst en leeg als de naamloze chauffeur in het begin is, zo onthutsend en persoonlijk is zijn bloedige wraak.

Onontkoombaar
Het is een meesterlijke rit. De samenwerking is kennelijk bevallen, want Refn en Gosling werken nu aan de remake van de sciencefictionfilm Logan’s Run. Met de nadruk in Drive op de personages, het tegendraadse tempo en de wonderschone soundtrack is het verleidelijk Refns arthouse-aanpak te benadrukken. Zelf spotte hij daarmee door in Cannes te vertellen dat hij Drive heeft aangegrepen om zichzelf eens goed te trakteren op de Hollywood-lifestyle, inclusief zwembaden.

Meer nog dan landgenoot Lars von Trier, die met Antichrist en Melancholia zelfbewuste horror- en een sciencefictionfilms maakte, en veel meer nog dan Tarantino die genrefilms vooral met een knipoog citeert, is Refn erin geslaagd een ontzettend coole actiefilm te maken die aangrijpt, schokt, verbaast en blikken verlegt. Opwindend escapisme en onontkoombaar tegelijk.