Der Baader Meinhof Komplex

Duitse terreur in de cinema

Opwindend, onthullend, realistisch. De bloedige aanslagen van de RAF zijn met fanatieke nauwkeurigheid gereconstrueerd in een film die te weinig aan verdieping toekomt.

Geheel tegen de verwachting in begint deze niets verhullende kroniek van de acties van de Rote Armee Fraktion in de jaren zeventig met een burgertruttig tafereeltje rond Ulrike Meinhof op een Duits naaktstrand. Om dan snel over te schakelen naar een overrompelend gefilmde reconstructie van de gewelddadige rellen rond het bezoek van de sjah van Perzië aan Berlijn in 1967. Het is een contrast dat onmiddellijk het gevoel van urgentie oproept dat veel politiek geëngageerde jonge mensen in die tijd moet hebben bewogen.

Tien jaar later — Uli Edel zet er zo’n vaart achter dat het maar een paar maanden lijken — is het revolutionaire vuur ontaard in een zinloze reeks overvallen en aanslagen. Na een mislukte vliegtuigkaping, bedoeld om gevangen genomen RAF-leden vrij te krijgen, kiezen Baader, Ensslin en Raspe in hun Stammheim-cellen zelf voor de meest radicale uitweg. Ten slotte mag Bob Dylan nog even afronden met ‘Blowin’ in the wind’. Dat laatste is dan weer van zo’n modieuze potsierlijkheid dat je je afvraagt of de makers er eigenlijk wel iets van begrepen hebben.

Tussen deze twee uitersten beweegt zich Der Baader Meinhof Komplex.

Ongeleid projectiel
Edel (Christiane F., The Little Vampire) en producent-scenarioschrijver Bernd Eichinger hebben een film gemaakt die aan de ene kant een onthullend en hard-realistisch inkijkje geeft in de terroristenkeuken. Aan de andere kant draven ze in hun drift om telkens maar weer te laten zien met hoeveel nietsontziend geweld de roekeloze RAF-leden te werk gingen voorbij aan kwesties van drijfveer en motivatie.

Zo komt Andreas Baader (zeer sterke rol van Moritz Bleibtreu) op zeker moment als een ongeleid projectiel de film binnenstormen en veel meer nuance zal zijn personage ook niet krijgen. Wie is hij? Hoe komt hij daar? Over dat soort subtiliteiten moeten we blijkbaar niet te veel zeuren. Want daar scheurt hij al weer over de Autobahn, als een cowboy om zich heen schietend.

Het feit dat Der Baader Meinhof Komplex soms een pure actiefilm lijkt verdedigt Uli Edel met de opmerking dat het aantal in zijn film afgevuurde kogels exact overeenstemt met de politierapporten. Alsof dat het punt was.

Natuurlijk zou het flauw zijn te stellen dat Edel een mislukte film heeft gemaakt, daarvoor is de impact toch te groot. Hij is ook niet gevallen voor de verleiding om van de radicale idealisten geromantiseerde helden te maken. Tamelijk ontluisterend is zelfs de arrogantie van Baader die op trainingskamp in Jordanië alle beleefdheidsvormen aan zijn laars lapt en brallend verdedigt dat de RAF-vrouwen daar topless moeten kunnen zonnen.

Het meest genuanceerd is het portret dat geschetst wordt van de intelligente journaliste Ulrike Meinhof, die er mogelijk te laat achter kwam dat haar verlangen om ‘iets te doen’ haar naar een punt bracht vanwaar geen terugkeer mogelijk was. Bruno Ganz speelt een curieuze bijrol als de filosoferende Duitse politiechef. Terwijl hij leiding geeft aan een genadeloze klopjacht probeert hij zich ook als een van de weinigen te verdiepen in de motieven van zijn tegenstander.