DE VERSTEKELING

Ben van Lieshout: Aandacht voor het schijnbaar onbeduidende

  • Datum 18-02-2011
  • Auteur
  • Gerelateerde Films DE VERSTEKELING
  • Regie
    Ben van Lieshout
    Te zien vanaf
    01-01-1997
    Land
    Nederland/Oezbekistan
  • Deel dit artikel

Met zijn derde speelfilm De verstekeling lijkt de Nederlandse regisseur Ben van Lieshout een nieuwe weg te zijn ingeslagen. Na zijn debuut Het licht van Cadiz uit 1983 werd hij jarenlang bestempeld als experimenteel filmmaker, een omschrijving waar hij zelf nooit veel waarde aan hechtte. "Ieder etiket dat je krijgt opgeplakt, werkt stigmatiserend. Het sluit bij voorbaat een ontwikkeling uit en plaatst je definitief in een bepaalde hoek waar je vervolgens je verdere carrière in blijft hangen."

Na een opleiding als filmsocioloog — een opleiding die niet meer bestaat — aan de Universiteit Utrecht en een kort verblijf aan de Vrije Akademie in Den Haag maakte Ben van Lieshout in 1981 zijn eerste korte film: Framed. Hij werkte zonder subsidie en filmde met een Super 8-camera. "Het gaat over de tegenstelling tussen een man die in een flat zit opgesloten en beelden van de natuur tijdens een warme zomerdag. Het is een hele open film, zonder verhaal of dialogen. De camera-instellingen zijn extreem lang en in de montage heb ik beeld en geluid op een rare manier met elkaar gecombineerd." De film maakte voldoende indruk op de Haagse Filmstichting om Van Lieshout een kleine startsubsidie van 10.000 gulden te geven, waarmee hij Het licht van Cadiz kon gaan maken. Met tussenpozen werkte hij in totaal twee jaar aan deze speelfilm. Wanneer hij weer wat geld gespaard had en het scenario verder had uitgewerkt, kon er weer gedraaid worden. In de film verlaat een Nederlandse vrouw haar Duitse echtgenoot en maakt een reis door Nederland. Haar man is schrijver en in de voice-over horen we zijn eigen verzonnen verslag over de belevenissen van zijn vrouw. Van Lieshout: "Het is een soort road-movie en net als in Framed gaat het voor mij vooral om de sfeer en de gemoedstoestand van de hoofdpersoon." De film werd door Huub Bals voor Film International in distributie genomen en vertoond op het Filmfestival Rotterdam.
Daarna volgden een tweetal korte fictie-films: Desiderata (1984) en De wal (1988) en een korte documentaire: Schutting (1989). Het laatste filmpje beschrijft de sfeer rond een afwerkplaats in Utrecht, die Van Lieshout in zijn eigen buurt ontdekte en die de eerste in zijn soort in Nederland bleek te zijn. Voor zijn tweede lange speelfilm Passagiers (1990) nam Van Lieshout het uitgestrekte landschap van de Flevopolder als uitgangspunt. "Het werkt bij mij toch vaak zo dat ik, voordat ik een nieuw idee voor een film heb, eerst geïnspireerd wordt door de locaties en de fotografische mogelijkheden daarvan. Het zijn plekken waar ik per se naar toe wil en waar ik ook een tijdje vertoef. Gaandeweg plaats ik daar dan bepaalde personages in en ontstaat er een verhaal." Zelf beschouwt Van Lieshout Passagiers als zijn meest experimentele film. De film beschrijft het leven van twee stellen die op een verschillende manier invulling aan hun leven geven. Het ene stel zwerft doelloos rond door het landschap en overnacht in schuren en bushangars. Het andere stel heeft net een nieuwbouw-woning betrokken en lijkt een huisje-boompje-beestje leven te gaan leiden. "In Passagiers wilde ik onderzoeken hoever ik kon gaan in het reduceren van verhalende elementen. Ik heb hem in zwart-wit gedraaid, de dialogen passen op drie A4-tjes en er zit geen muziek in. Het is allemaal heel minimalistisch en ik beschouw die film als een soort eindpunt. Van daaruit ben ik toch weer meer de verhalende kant op gegaan."

Humanistische filmkunst
Hoewel De verstekeling een Nederlandse film is, begint het verhaal in Oezbekistan en wordt er het eerste half uur geen Nederlands gesproken. De vissers rond het Aralmeer zijn na de uitdroging van het meer zonder werk komen te zitten. In tegenstelling tot zijn oude vader die op zijn schip blijft rondhangen wil de jonge Orazbai het gebied verlaten op zoek naar een beter bestaan. Zijn bestemming is aanvankelijk de Verenigde Staten, maar hij komt als verstekeling terecht op een boot die aanlegt in Rotterdam. Hij wordt opgenomen in het gezin van een Nederlandse zeeman en krijgt een relatie met diens vrouw. Na een inval van de vreemdelingenpolitie keert hij weer terug naar zijn vaderland en legt hij zich berustend neer bij zijn lot.
Volgens het jury-rapport van het Filmfestival Mannheim-Heidelberg 1997 kenmerkt Van Lieshouts derde speelfilm zich niet alleen door "een overtuigende visie, narratieve accuraatheid, structurele logica en diepe menselijke warmte" maar is de film tevens "een lichtend voorbeeld van de humanistische filmkunst". Bij de wolligeid van deze formulering moeten we maar niet te lang stilstaan, maar feit is wel dat De verstekeling op het festival naast de prijs voor de beste film en de prijs van de onafhankelijke bioscopen ook nog de prijs van de oecumenische jury kreeg toegekend. Deze laatste jury maakt onderdeel uit van een Europese organisatie die op verschillende festivals zo’n prijs uitreikt en tijdens het afgelopen Filmfestival Berlijn werd De verstekeling door hen ook nog eens uitgeroepen tot de Europese winnaar van 1997. Van Lieshout zelf hecht geen aparte waarde aan deze onderscheiding. "Ik heb een aantal recensies gelezen in hun tijdschrift en ik heb niet het gevoel dat ik in een rare hoek ben terecht gekomen. Zij vinden dat de film een discussie stimuleert over sociale waarden en normen en als mijn film dat uitdraagt, dan vind ik dat geen verkeerde waardering."

Waterkranen
Op het eerste gezicht lijkt De verstekeling een typisch vluchtelingendrama, waarbij de onoverbrugbaarheid tussen twee culturen het hoofdthema vormt. Volgens Van Lieshout is dat slechts één manier om de film te interpreteren. "Het gaat mij persoonlijk meer om het gevoel van onthechting en vervreemding, wat een terugkerend thema is in bijna al mijn films. De personages in mijn films zijn op zoek naar een gevoel van eenheid met hun omgeving, waarbij ik niet uitga van een ’terug-naar-de-natuur gedachte’ of New Age-achtige opvattingen. Het gaat mij er om dat men op een open manier blijft zoeken naar een eigen plaats in de wereld. Ik heb namelijk het gevoel dat veel mensen moeite hebben met het loslaten van zekerheden, zelfs als die hun eigen ontplooiing in de weg staan."
De verleiding is groot om achter bepaalde elementen uit De verstekeling een symbolische betekenis te zoeken. Zo vroeg een van de toeschouwers tijdens het festival in Mannheim of het opendraaien van de waterkranen door het Nederlandse jongetje in de film als een vorm van ontwikkelingshulp gezien kan worden. "Ik heb er geen probleem mee dat mensen de dingen op die manier duiden, maar ik denk er zelf niet in die termen over. Het beeld van die vissersboot midden in een droge en verlaten woestijnvlakte kun je metaforisch opvatten, maar tegelijkertijd is het gewoon de harde realiteit, die boot ligt daar gewoon echt. Ik ben vooral geïnteresseerd in het raakvlak tussen fictie en de alledaagse realiteit van mensen, waarbij ik eerder aandacht zal besteden aan kleine, schijnbaar onbeduidende zaken, dan aan grote dramatische of emotionele conflicten."

Kubus
Terwijl Van Lieshout het duidelijk niet zoekt in epische verhaallijnen of uitgebreide dialogen, hecht hij grote waarde aan het landschap en de architectuur van de gebouwen. Meestal contrasteert hij de vastomlijnde en vaak beklemmende behuizing van de personages met de weidsheid van het landschap. In Het licht van Cadiz zijn het de snelwegen, in Passagiers de zee en de groene vlaktes van de Flevopolder en in De verstekeling een dorre woestijnvlakte. Je zou kunnen zeggen dat er een dialoog is tussen gebouwen en landschappen enerzijds en personages anderzijds. In Van Lieshouts laatste korte film Butterfly (1995) gebeurt dit zelfs letterlijk. De film is een beeldverhaal met foto’s van een jonge vrouw die een afgelegen vakantiehuis betrekt. In de voice-over horen we wat het huis zelf van deze nieuwe bewoonster vindt. De film begint met de volgende door het huis uitgesproken dichtregels: ‘Noem mij een kubus, de ene keer vol licht, de andere keer vol leven. Ik ben een ruimte, een plek op de vlakte, de bomen zijn mijn zwaaiende buren.’
Een vaak terugkerende locatie is de haven. Een nieuwe film, De container, zal zich volledig afspelen rond een containeroverslag, die ook al het decor vormde in De wal. "De container speelt in de film een belangrijke rol, maar het gaat me ook om de overdrachtelijke betekenis van de mogelijke inhoud. Zo’n overslagplaats is een plek waar de hele wereld langs komt zonder dat je weet wat er in al die dozen zit. Het aantrekkelijke van zo’n gesloten vorm in filmisch opzicht is dat je een duidelijk kader hebt, maar dat de inhoud eindeloos kan variëren. Dezelfde tegenstelling tussen een vaste vorm en een variabele inhoud zie je ook bij mensen. Afgaande op hun uiterlijk kun je ze op een bepaalde manier inschatten, maar dan blijkt vervolgens dat ze iets heel anders ‘in huis’ hebben. Terwijl in mijn eerste film, die niet zonder reden Framed heet, de wereld van een gesloten ruimte — een flat — nog geen symbiose aangaat met de wereld van het levende personage, zal dat in de container overigens wel gebeuren."

Dualiteit tussen geslotenheid en openheid is het terugkerende begrip in Van Lieshouts toelichting op zijn films. Ook bij zijn eigen inbreng als regisseur is hij constant op zoek naar openheid. "Ik dacht vroeger altijd dat ik een film moest maken die ik zelf als toeschouwer helemaal nieuw kon ervaren. Dus dat ik een onbevangen toeschouwer was van mijn eigen films. Nu is dat gevoel wat minder, maar ik geloof nog steeds dat een film een soort eigen kracht kan hebben hebben of elementen kan bevatten die mij als maker verbazen. Dat er meer in zit dan je zelf vermoedde. Dat is natuurlijk een raar fenomeen, maar in feite zit je midden in een proces, waarbij je weliswaar een soort controle hebt, maar waarbij de dingen tegelijkertijd buiten jou om een eigen leven gaan leiden. Dat vind ik het meest fascinerende aan een kunstwerk. Daarom vind ik het ook lastig om voor het maken van een film een boek uit de kast te pakken. Dan werk je met een gegeven waar iemand anders al zijn ziel en zaligheid in heeft gestoken. Het is veel aardiger om zelf iets te gaan proberen. Als het dan ook nog een eigen leven gaat leiden en als het ware groter wordt dan jezelf en mensen er dingen in zien die je zelf helemaal niet ziet, dan is dat uitermate boeiend."

François Stienen