DE TASJESDIEF

Maria Peters: Lekker joelen bij een klapband

  • Datum 07-02-2011
  • Auteur
  • Gerelateerde Films DE TASJESDIEF
  • Regie
    Maria Peters
    Te zien vanaf
    01-01-1995
    Land
    Nederland
  • Deel dit artikel

Mede door de naamsbekendheid van hoofdrolspeler Olivier Tuinier werd in Berlijn verwachtingsvol uitgekeken naar De tasjesdief. Dat bleek terecht: de kinderjury van het aan het Berlijnse festival verbonden Internationale Kinderfilmfestival wees het regiedebuut van Maria Peters aan als beste film en bekroonde De tasjesdief met de Glazen Beer. Een interview met producent, distributeur én regisseur Maria Peters.

De tasjesdief is gebaseerd op het gelijknamige, in 1990 bekroonde jeugdboek van Mieke van Hooft. Olivier Tuinier, bekend van Het zakmes, De kleine blonde dood en de televisieserie ‘Mus’ maakt met deze film opnieuw furore. Hij speelt de rol van de twaalfjarige Alex, die na een roofoverval bij zijn oma thuis steeds verder in de klauwen van de daders raakt. De daders zijn twee lefgozers die net iets ouder zijn dan hijzelf. Alex heeft zijn oma beloofd met niemand over het voorval te praten omdat zij bang is anders in een bejaardenhuis te worden gestopt. De etterbakken, twee broers die op hun beurt weer de dupe zijn van een gewelddadige stiefvader, zetten Alex met hun bedreigingen en getreiter zó onder druk dat hij zich genoodzaakt voelt om in hun opdracht oude vrouwtjes van hun tasjes te beroven. Door de loyaliteit aan zijn oma werkt Alex zichzelf steeds verder in de nesten. Bij zijn ouders kan hij zijn verhaal niet kwijt want die hebben het druk, druk, druk met hun baan. Die vragen niet door wanneer hun zoon ziek van ellende zijn bed niet meer uit wil. Uiteindelijk neemt Alex het heft in eigen handen, lokt de jongens naar een verlaten schoolgebouw en maakt zich op voor de grote finale.
Behalve spannend is De tasjesdief een erg realistische film. Peters heeft duidelijk veel zorg besteed aan het casten en regisseren van haar spelers. De bonte verzameling acteurs vormt tesamen een coherent en geloofwaardig geheel. Naast Olivier Tuinier speelt Ingeborg Uyt Den Boogaard een schitterende rol als de oma van Alex en blinken de Trust-acteurs Myranda Jongeling en Jaap Spijkers uit als zijn liefhebbende maar onbereikbare ouders. De ‘bad guys’ worden overtuigend gespeeld door de jonge acteurs Aus Greidanus Jr. en Micha Hulshof.
In het juryrapport van het Kinderfilmfestival wordt De tasjesdief geprezen als ‘een spannende film waarbij ondanks het serieuze onderwerp veel te lachen valt’. De kinderjury achtte het van groot belang dat er in de film aandacht wordt besteed aan de achtergrond van de twee oudere jongens. Verder was er lof voor het overtuigende spel van de acteurs en de benijdenswaardige vriendschap tussen de oma en Alex.

Worteldieet
Maria Peters (37), naast Dave Schram en Hans Pos één van de drie mensen achter het filmproduktiebedrijf Shooting Star Filmcompany, denkt met genoegen terug aan de vertoningen in Berlijn. "De Berlijnse jeugd komt tijdens zo’n festival in grote getale naar de bioscoop. De film ging op een zondagochtend in première in een zaal met negenhonderd stoelen waarvan driekwart bezet was. Dat was de eerste keer dat hij aan een zaal werd vertoond. Gelukkig werd er meteen gelachen om de grapjes over het worteldieet van Alex’ moeder. Dat is de wereld die kinderen herkennen en waarin ze opgroeien. Hoeveel moeders zijn er niet op dieet? Aan het einde van de film, wanneer één van die jongens een klapband krijgt, werd er gejuichd, gejoeld en geklapt. Dat heb je toch alleen in een zaal vol kinderen. Het allerleukste vond ik de vragen na afloop aan Olivier Tuinier. ‘Moest je nou echt overgeven?’ en ‘Waren dat nou echt je vader en je moeder?’. Wat is er nu mooier als filmmaker dan kinderen die alles geloven wat ze zien? Volwassenen beseffen altijd dat ze naar een film zitten te kijken."
"Het gekke is dat ik van te voren niet had bedacht dat ik per se een jeugdfilm wilde maken. Ik las in de krant toevallig een recensie over ‘De tasjesdief’ waarin stond dat het zo’n mooi boek zou zijn om te verfilmen. Ik heb het toen uit hoofde van mijn producentschap gekocht. Nadat ik het in één ruk had uitgelezen, heb ik meteen de schrijfster gebeld met de vraag of de rechten nog beschikbaar waren. Gelukkig was Mieke van Hooft erg gecharmeerd van het idee. Dat was eind 1990. Tijdens mijn zwangerschap in 1992 heb ik toen aan het script gewerkt. En na de bekende rondgang langs alle fondsen, stond ik in 1994 op de set."

Heftig
"Tot welk genre de film precies hoort, weet ik niet. Het is een film voor kinderen van ongeveer tien tot veertien jaar, maar eigenlijk is het ook een familiefilm. Volwassenen blijken zich ook uitstekend te vermaken. Het niveau van de kinderen waarvoor hij gemaakt is, heb ik gevoelsmatig ingeschat. Ik heb daarbij natuurlijk veel steun gehad aan het boek van Mieke. Die zit in het boek in de kop van dat jongetje. Wat zij in dat hoofd heeft laten afspelen heb ik proberen terug te laten komen in de film. Ik ben heel dicht bij het boek gebleven. In samenspraak met de schrijfster heb ik dingen veranderd want het is tenslotte haar boek waaraan ik ga lopen frunniken. Zonder haar boek was die film er niet gekomen, je moet dat met respect behandelen."
"Een aantal dingen moest ik wel veranderen omdat film een ander medium is. Zo is het boek bijvoorbeeld in de ik-vorm geschreven, dat kun je niet filmen. Bovendien ben je dan nooit bij die jongens thuis en ik wilde af en toe ook iets van hun achtergrond laten zien, dat is anders dan in het boek. Het einde wilde ik wat spannender hebben. Als je de hele tijd het gevoel hebt ‘jongen doe toch iets’ dan moet dat worden ingelost, zeker voor kinderen. Deze film is misschien wel heftig ja, maar als ik zie wat er op zaterdagochtend bij ‘Telekids’ wordt vertoond, is dit er niets bij. Ik heb er bewust voor gekozen om alles wat er tussen die drie jongens gebeurt te laten zien. Dat is niet wreder dan de realiteit. Dit is wat kinderen meemaken, ze herkennen dit uit hun eigen leven."
"Het belangrijkste dat ik wilde vertellen is dat je als kind met een geheim kan komen te zitten waar je niet meer uit kunt komen omdat elke weg wordt afgeklemd. Je belandt daardoor in een neerwaartse spiraal. Het mooie in dit verhaal is dat het slachtoffer zich op een gegeven moment toch, net als in Straw dogs van Sam Peckinpah, uit die beklemmende situatie weet te ontworstelen. In het geval van Alex is dat door alles op een gegeven moment op te biechten aan zijn oma, wat ik zelf belangrijker vindt dan die hele toestand in de school. Daarnaast wilde ik iets laten zien van de emotionele verwaarlozing. Want hoewel zich dat in het gezin van Alex op een hele andere manier uit dan bij die twee jongens thuis, zijn ze alledrie het slachtoffer van hetzelfde fenomeen; ouders die weinig tijd hebben voor hun kinderen. Ze denken al snel ‘Ach die redt zich wel’."
"Ik maak het met mijn oudste kind van zes ook mee. Ik vind het verschrikkelijk als ze met iets komt, waar ze al een tijd mee heeft gezeten en wat ze niet aan mij of aan haar vader heeft verteld. Ouders zeggen zo makkelijk tegen hun kinderen ‘Ja, maar dat had je toch kunnen zeggen’, dat werkt niet zo in die kinderbelevenis. Denk maar aan je eigen jeugd. Achteraf denk je ‘Waarom heb ik dat toen niet meteen gezegd’ maar op dat moment gaat dat niet. Dat vind ik heel mooi uit dit verhaal naar voren komen."

Eigen club
"Natuurlijk gaf het feit dat ik mezelf moest bewijzen als regisseur een extra druk. Want hoewel ik op de Filmacademie de regierichting heb gedaan en ik naast wat regie-assistenties een aantal opdrachtfilms heb geregisseerd, heb ik me de laatste jaren voornamelijk als producent geprofileerd. Om me zo zeker mogelijk te voelen heb ik op aandringen van mijn cameraman Hein Groot veel tijd besteed aan een storyboard. Daar heb ik tijdens het draaien enorm veel houvast aan gehad. Omdat ik alles al overdacht had, voelde ik me vrij zeker in mijn keuzes wat licht en locaties betreft. Dat mijn film door Shooting Star werd geproduceerd, is natuurlijk een groot voordeel. Je voelt je gedekt door je eigen club. Ik weet niet of deze omstandigheid het rondkrijgen van de financiering voor de film — circa één miljoen gulden — heeft vergemakkelijkt. Dit project is bijvoorbeeld afgewezen door omroepen waar Shooting Star al een bepaalde relatie dacht te hebben."
"Wanneer je een film maakt als je én regisseur én producent én distributeur bent, heeft dat wel een aantal voordelen. Omdat je de kanalen kent om je film te promoten, kun het produkt beter sturen. Je kijkt bijvoorbeeld zelf of je reclame maakt op de Sterblokken. Maar overal zit een budget aan vast. Je kunt niet veel geld in een film pompen als hij nooit uit de kosten komt. Dat moet je verantwoord doen. Ik heb me tijdens het draaien niet bezig gehouden met het produktionele gedeelte, maar heb nu net wel zelf de trailer gemaakt en bepaal wel hoe het affiche eruit komt te zien. De verschillende diciplines lopen hier bij Shooting Star meer door elkaar heen. Normaal zitten daar toch gauw weer een paar stappen tussen. En natuurlijk is het makkelijker om theaters enthousiast te maken voor je film als je ze wat beter kent."

Vrijwel tegelijkertijd met het uitkomen van de film is de overheid gestart met een campagne tegen het pesten op scholen. Volgens Peters is dat geen kwestie van marketing maar puur toeval. Het geeft wel aan dat haar onderwerp leeft onder kinderen. "Uit onderzoek blijkt dat 51% van de kinderen pest. Dat betekent dat die andere 49% gepest wordt. Ik hoop dat het onderwerp mede door de film bespreekbaarder wordt." De film zal de komende tijd een rondgang maken langs diverse buitenlandse festivals waaronder Emden, Bombay en Chicago. Mocht het zover komen dat zij een nieuwe film gaat regisseren, dan zou Peters graag weer iets voor dezelfde leeftijdsgroep maken. Ook het werken met jonge acteurs is haar goed bevallen. "Het moet in elk geval een onderwerp zijn waar ik me in kan vinden en wat ik graag wil vertellen. Bij dit verhaal sloeg de vonk meteen over. Dat is wel noodzakelijk want je moet die kar lang trekken."

Denise van Laar