DE RUSLUI

Een Russisch familiealbum

  • Datum 11-01-2011
  • Auteur
  • Gerelateerde Films DE RUSLUI
  • Regie
    Leo de Boer
    Te zien vanaf
    01-01-1996
    Land
    Nederland
  • Deel dit artikel

Ooit was er een tijd dat meer Nederlanders het land verlieten om hun geluk en vooral rijkdom elders te zoeken, dan dat mensen van elders zich om soortgelijke redenen in Nederland vestigden. Ooit, dat wil zeggen voor de revolutie, was ook Rusland een mogelijke plaats van bestemming. De gedramatiseerde documentaire De Ruslui betreft migratie in een andere tijd en vanuit een ander perspectief: het wel en wee van Vriezenveense textielhandelaren in het St. Petersburg van Peter de Grote.

Documentairemaakster Karina Meeuwse bezocht een aantal jaren geleden uit nieuwsgierigheid het Museum Oud-Vriezenveen en stuitte daar op brieven van de Ruslui. Een opwindende vondst noemt ze het in de inleiding van haar boek ‘Opkomst en ondergang van de Ruslui. Vriezenveense handelsfamilies in St. Petersburg (1720-1920)’. Na lezing van de brieven die de Vriezenveners twee eeuwen geleden vanuit het verre St. Petersburg naar hun familie schreven voelde ze zich zo met deze mensen verbonden dat ze een film over hen wilde maken. In de in samenwerking met regisseur Leo de Boer gemaakte documentaire De Ruslui bezoekt een van de nazaten van de textielhandelaren, Adinka Tellegen, de plaatsen in Rusland die in de brieven beschreven worden en gaat ze in St. Petersburg op zoek naar verre Russische verwanten.
Haar reis wordt doorspekt met gedramatiseerde citaten uit de brieven: tijdens de reis die door de verschillende emigranten werd afgelegd per huifkar of per trein, in de linnenwinkel in St. Petersburg, of in de daar aangekochte imposante Nederlandse kerk. De brieven weerspiegelen zowel de heimwee naar huis als de liefde voor St. Petersburg. Ze beschrijven de pogingen om de Vriezenveense gewoonten en zeden te behouden (zo wordt er door een bezorgde moeder een lijst met dertien calvinistische leefregels in de koffer van haar emigrerende zoon gestopt: matigheid, orde, zuinigheid enzovoort) maar ook de assimilatie in Rusland (Willem wordt Wilka, Marie wordt Marja). De gedramatiseerde scènes tonen gebeurtenissen uit het leven van verschillende generaties Ruslui.
Jammer genoeg is bij deze fragmenten niet altijd even duidelijk om wie het gaat en wanneer het zich afspeelt. In haar boek meldt Meeuwse dat de voor de film noodzakelijke selectie uit de enorme hoeveelheid informatie aanleiding is geweest de geschiedenis van de Ruslui niet alleen te willen verfilmen maar ook te willen beschrijven. Het gevolg van deze dubbele verbeelding is echter dat de film niet helemaal op zichzelf staat. Na het zien van de documentaire is de behoefte groot om in Meeuwse’s boek nog even na te kijken wie er nou eigenlijk wanneer aan het woord was, en waarom.

Naïeve nostalgie
Het technisch zeer professionele uiterlijk van de film, de mooie opnames en de vloeiende, soms zelfs geraffineerde montage, zijn bijna in strijd met de toch wat naïeve inhoud. Het is alsof Meeuwse (en hoofdpersoon Adinka Tellegen) er vanuit gaan dat de kijker onmiddelijk hun nieuwsgierigheid en enthousiasme voor deze geschiedenis zal delen. Er is weinig moeite gedaan om het verhaal van de Vriezenveners voor de hedendaagse toeschouwer interessant te maken. En dat terwijl het thema migratie toch voldoende mogelijkheden biedt om deze geschiedenis met het heden te verbinden. Meeuwse gaat echter nauwelijks in op de actualiteit van dit thema, ‘het tussen twee culturen staan’.
De film kenmerkt zich door een bijna ouderwets-naïeve en a-politieke hang naar het verleden. In de beelden en ontmoetingen ligt de nadruk op de poëzie van de nostalgie en regisseur en hoofdpersoon gaan er waarschijnlijk vanuit dat de kijker als vanzelf (of wellicht geholpen door de mooie opnames van de prachtige rivier de Njeva) zal delen in de beroemde Russische weemoed. Het verlangen van Adinka Tellegen om het land van haar moeder en voorouders te bezoeken is voorstelbaar, maar blijft particulier. Terwijl de plekken in St. Petersburg voor haar veelbetekenend zijn omdat zij wellicht in gedachten haar moeder in dit decor plaatst, is het voor de buitenstaander niet meer dan bladeren door een willekeurig familiealbum, zij het met een wat poëtischer achtergrond dan gemiddeld.
Soms draagt het verhullen van de documentaire constructie bij aan deze oppervlakkigheid. De scènes waarin aan tafel spontaan een melancholiek lied wordt aangeheven en het zingende gezelschap geen acht slaat op de camera, terwijl in het beeld (en ook in de scène) toch flink is gemonteerd, plaatsen de toeschouwer op afstand in plaats van dat ze haar naar binnen trekken. Het is iets teveel emotioneel effectbejag, dat eerder een ongemakkelijk voyeuristisch gevoel dan het beoogde medeleven teweeg brengt. Het is jammer dat, ondanks de integere bedoelingen van de makers, de verfilming van dit in potentie interessante en onbekende gedeelte van de Nederlandse geschiedenis teveel blijft steken in mooie plaatjes. Het is jammer maar geen ramp: wie werkelijk geïnteresseerd is wandelt na afloop gewoon even van de bioscoop naar de boekhandel. Het boek is vast beter en de illustraties zitten al in het hoofd.

Jann Ruyters