De ontmaagding van Eva van End

Parade van lulligheid

Een onverwachte gast gooit het leven van de familie Van End volledig overhoop. Is zijn komst een zegen of een vloek?

Hij lijkt of hij uit de hemel is komen vallen: de Duitse uitwisselingsscholier Veit. Met zijn grote blauwe ogen, zijn witte kleren en zijn onwaarschijnlijk zachtaardige karakter lijkt hij niet alleen op een engel, maar doet hij ook sterk denken aan Terence Stamp in Pasolini’s Teorema. En dus verbaast het niet, wanneer al snel na zijn komst in het gezin Van End de eerste tekenen van ontwrichting zich openbaren. Het is dan ook al zonneklaar dat de familie wel wat opschudding kan gebruiken. Want behalve de mateloze bewondering van de moeder voor haar oudste zoon, is de onderlinge affectie ver te zoeken. Het huwelijk van Etty en Evert is verzuurd, jongste zoon Manuel blowt zich suf, grote broer Erwin verlaat het ouderlijk huis. En Eva? Eva probeert zich vooral onzichtbaar te maken.
Zo komt het ook, dat haar gemompelde aankondiging over de komst van een logé door niemand wordt opgemerkt; waardoor hij opeens als een volkomen verrassing voor hun neus staat. En hoe. Hij manifesteert zich als de vleesgeworden perfectie en brengt daarmee bij alle vijf gezinsleden feilloos de verborgen gebreken aan het licht.
Er komt wel meer uit de lucht vallen in De ontmaagding van Eva van End. Die ontmaagding, om maar wat te noemen. Of de psychische crisis waarin de oudste zoon terechtkomt. De film beweegt zich tussen absurd en karaktergedreven drama, en dat is een combinatie die regelmatig wringt. En dan komt er ook nog een groot familiegeheim aan het licht. Dat neigt naar dramatische overkill, en is moeilijk te rijmen met de lichtvoetige tragikomedie die de film probeert te zijn.
Toch is er ook veel goeds en veelbelovends aan het speelfilmdebuut van Michiel ten Horn. In visueel opzicht is de film gedurfd en verfrissend. Vaak wordt met weinig dialoog of actie een hele situatie neergezet. Op die momenten is de film op zijn best, en het doet vermoeden dat een iets minder vol scenario de kwaliteiten van de maker beter zou laten zien. Het ritme van de scènes, die wel erg vaak eindigen in een anticlimax, is wat eentonig, maar dat wordt weer goed opgevangen door de aanstekelijke muziekscore, die de film een prettig tempo geeft. Debutant Vivian Dierickx maakt de mollige, kinderlijke Eva aangenaam ambigu: zo weet je nooit precies of ze nu gewoon verlegen, een tikje stuurs of stiekem eigenzinnig is. En tot slot is de film simpelweg een vermakelijke parade van Hollandse lulligheid.

Sasja Koetsier