DE NATUURLIJKE RUIMTE

Bouwers voor God en de Nieuwe Mens

  • Datum 04-01-2011
  • Auteur
  • Gerelateerde Films DE NATUURLIJKE RUIMTE
  • Regie
    Frank Scheffer
    Te zien vanaf
    01-01-1993
    Land
    Nederland
  • Deel dit artikel

"Wie meent dat de filmmaker door zijn wijze van filmen een voorkeur uitdrukt voor één van de beide architecten uit het dubbelproject, projecteert zijn eigen voorkeur op de filmer", vindt regisseur Frank Scheffer. In zijn documentaire over de natuur van de ruimte legt hij de visies van twee bouwheren naast elkaar. De kijker hoeft niet te kiezen tussen de benedictijner monnik Van der Laan en de antroposofisch ingestelde ingenieur Alberts. Door de combinatie van de twee wil Scheffer een meerwaarde oproepen die groter is dan de som der beide delen.

Voorafgaand aan De natuurlijke ruimte worden twee korte onderdelen vertoond uit het project ….And the eareye seeshears dat Frank Scheffer vorig jaar op de Nederlandse Filmdagen in Utrecht presenteerde. Hierin onderzoekt hij in een serie ‘Etudes’ de overeenkomst tussen beeld en geluid. Hij tracht met cinematografische middelen een effect te creëren dat vergelijkbaar is met de stemming die de muziek bij de filmpjes opwekt. Zijn opzet is, net als bij De natuurlijke ruimte, dat iedere toeschouwer op basis van zijn ervaring bij het kijken, zijn eigen film maakt. Want elke emotie is een privé-emotie, en een absolute betekenis kan niet worden bewezen, aldus Scheffer.
Als documentarist zegt hij meer pretentie te koesteren dan als experimenteel filmmaker. Bij zijn vingeroefeningen, de ‘Etudes’, gaat het volledig toevallige slechts geleidelijk over in het vooraf gedetermineerde. Zijn documentaires zijn daarentegen doordachte constructies, hoewel hij zich ook hierin beweegt tussen de uitersten van het rationele en het intuïtieve. Scheffer wil niet denken in zich tegen elkaar afzettende dualiteiten. Door het laten samengaan van verschillende invalshoeken streeft hij ernaar een completer beeld te geven dan ieder voor zich zou hebben opgeleverd.

Nagalmende koorzang
De wisselwerking tussen de verworven inzichten is terug te vinden in Scheffers werk. In 1988 maakte hij de documentaire Time is music, over de componisten John Cage en Eliott Carter. Met De natuurlijke ruimte maakt hij de stap van tijd (muziek) naar ruimte. Hierin zoekt de architect Dom H. van der Laan in zijn systeem van maten de analogie met een toonladder. De tweede architect, Ton Alberts, praat vanuit zijn esotherische filosofie over de genezende boventonen in zijn gebouwen. Tussendoor verscheen The final chorale (1991), Scheffers film over Stravinsky, die zegt dat muziek eigenlijk architectuur in de ruimte is.
Scheffer opent De natuurlijke ruimte met beelden van Stonehenge, de inspiratiebron voor de klooster- en kerkenbouwer Van der Laan (1904-1991). De monnik heeft zijn hele leven gestudeerd op een theorie over de ideale verhoudingen tussen de bouwvolumes. Van der Laan is moeilijk te verstaan en zijn gamma van groottes is niet meteen te doorgronden. De montage van zijn uitleg met maatblokjes op tafel is kort gehouden, de kijker achterlatend met de echo’s van zijn zinnen. De beelden van de abdij St. Benedictusberg in Vaals, Van der Laans magnum opus, wekken echter begrip voor het gebouwencomplex dat zijn proporties ontleent aan de natuur. De camera glijdt rustig van de kapel door de zuilengalerijen naar buiten. Binnenvallend zonlicht en de nagalm van koorzang bezielen de aanvankelijk koel-intellectueel overkomende, rechthoekige volumes. De rationele Benedictijn krijgt iets innemends als hij de betrekkingen tussen de maten in zijn stelsel vergelijkt met de zeven dagen van de Gods schepping en de hoop uitspreekt dat een toegewijd iemand zijn principes zal oppakken voor de toekomst.

New Age
Ingenieus laat de regisseur deze zelfde thema’s aan de orde komen in zijn portret van Ton Alberts. In vorm en uiteenzetting is dit gedeelte het complement van de eerste helft. Na het statische Stonehenge beweegt de camera als een woeste bergstroom over de rotsen van het Göreme-dal in Turkije. De uitgesleten natuurlijke groeivormen en rotswoningen in deze vallei waren het voorbeeld voor de organische architectuur van Alberts, die culmineerde in het hoofdkantoor van de NMB in Amsterdam-Zuidoost.
Ook deze bouwer gaat uit van de natuur waaraan hij zijn werken ontleent en waarnaar hij in een kringloop weer terugkeert. Circulatie van regenwater en de opening naar ‘het kosmische gebeuren’ (het opvangen van zonne-energie via de collectoren op de torens) passen in zijn filosofie waarin de zelfscheppende mens in zijn pentagram centraal staat. Alberts gelooft dat de niet-rechte lijn veel natuurlijker en plezieriger is voor de mens dan de lijn van de kubus, het symbool van het aflopende tijdperk. Alberts’ toekomstperspectief is gericht op de ‘New Age’, het — "ook al door Christus aangekondigde" — niet rationele Aquariustijdperk.
Met de kleurige, versnelde beelden krijgt ook in dit deel het onderwerp (de dynamiek van het bankgebouw en de bevlogenheid van haar maker) een perfecte transformatie in de filmtechnische uitdrukking. Scheffer toont in dit dubbelportret knap aan dat architectuur samenhangt met veel meer dan de gebouwde omgeving.

Kees Hogenbirk